– Juf M. trouwt. We gaan straks samen naar het feestje. Je mag een bloemetje voor haar kopen, en ze zal een mooie jurk aan hebben.
– Gaan we naar een feestje? Van juf M. ? Voor haar verjaardag?
– Niet voor haar verjaardag maar omdat ze trouwt. Ze gaat er uit zien als een prinses, met een mooi wit kleed.
– En dan krijgt ze een bloemetje voor haar verjaardag? Of is het bloementje voor de prinses?
– De juf wordt de prinses, omdat ze trouwt.
– Trouwt ze voor haar verjaardag?
Tja …
Je maakt het toch altijd ingewikkeld voor je kinderen 🙂 !
Heerlijke flo-logica!
ze hebben duidelijk nog geen themaweek over trouwen gehad op school 🙂 En dat is nog eens een leuke klasfoto zie!
Tja, als je al die grote mensendingen kunt begrijpen moet je eerst een heleboel meemaken.
Echt grappig 😀