Het M-decreet, eigenlijk had ik er liever niets over geweten maar ik ben noodgedwongen een halve expert. Een beetje zoals de epilepsie van mijn dochter.
Na mijn verhaal (hier en later in de krant) werd ik overspoeld door reacties. Honderd getuigenissen voor en tegen inclusie. Ik werd ook opgebeld door de school, en door het CLB. Er kwam een nieuw overleg met alle betrokken partijen (lees de school, CLB, het revaidatiecentrum en de Gon-juf). ‘Flo’s geluk is de enige prioriteit’, zeiden ze in koor. Toch? En er was er een oplossing, aldus het team.
Hoera…?
Even recapituleren: Flo lijkt aan een complexe vorm van epilepsie. Hierdoor haalt ze het niveau van haar leeftijdsgenootjes niet. Ze zit nu in een derde kleuterklas maar een gewone eerste leerjaar lijkt onhaalbaar. Zelfs met een paar uur GON per week, gaat ze nooit meekunnen met haar leeftijdsgenootjes.
Flo kan meer maar ze verdrinkt in de grote groep. De school is van heel goede wil maar leerkrachten hebben ook hun beperkingen, en in een klas van 26 kinderen is er niet veel ruimte voor individuele begeleiding.
Ik heb destijds al een kind moeten ‘redden’ uit het diepe water. Nina verdronk ook, en voelt zich nu een stuk beter in type 8. Waarom? Omdat haar juf veel geduld en begrip heeft, en omdat ze nu leerstof op maat krijgt. En ook, misschien vooral, omdat ze in een klein klasje zit. Acht kindjes in plaats van zessentwintig, een wereld van verschil. Zo eenvoudig is het.
Hetzelfde probleem stelt zich nu dus opnieuw voor Flo. IQ rond de 80, onder het gemiddelde is maar eens dramatisch. Alleen haakt ze af in een grote groep. Onderpresteren noemen ze dat.
Maar er is een oplossing. Eén dus veel keuze hadden we niet. Hou u vast: Flo zakt volgend jaar, en gaat terug naar de tweede kleuterklas. Blijven zitten was logischer geweest maar de groep zal daar nog groter zijn dan nu. Klassen van 29 kleuters. Dat mogen we haar niet aandoen, aldus het team. Maar in de tweede kleuterklas zitten zo veel kindjes dat de directrice bereid is om van twee reuzeklassen er drie te maken, met één ‘klein’ klasje van 15 kindjes.
Flo gaat er gelukkig zijn. Ze zal voor het eerst in haar leven de beste van de klas zijn. En het allebelangrijkste: ze zal in een kleiner klasje zitten. Volgend jaar zal de overstap naar een gewoon eerste leerjaar nog moeilijker liggen waardoor ik ‘mijn goesting’ zal krijgen’, lees het CLB zal dan wel een attest voor buitengewoon onderwijs (moeten) te schrijven.
Hoe hard in de inspanning van alle betrokken partijen waardeer, toch slaag ik er niet in om vreugde te voelen bij het horen van het plan. Flo moet twee jaar zakken om in een kleiner klasje in gewoon onderwijs te zitten. Iederen doet zijn best maar een echte lijn zit er toch niet in dit hele M-decreet project. Scholen en CLB doen wat ze kunnen, elk op een totaal verschillend manier. Is dit nu inclusie?
Een vriendin staat in het instapklasje. 28 peuters zitten in haar klas sinds de paasvakantie. 28 unieke minimensjes. Slimme, verlegen en wilde kinderen, anderstalige, kansarme en rijke, kinderen met twee mama’s, of vier ouders, en soms ook een paar half broertjes en zussen. Zo veel kinderen, zo veel verhalen en één enkele juf moet uit elk van hen het beste halen? Die twee maanden vakantie, ze mogen het hebben. Ik zou het niet kunnen.
Ik ben geen onderwijsexperte maar volgens mij is het hele decreet is een farce. Wat kinderen met en zonder beperking echt nodig hebben is gemotiveerde leerkracten en kleinere klassen. Enkel in groepen van pakweg twaalf kunnen zowel hoogbegaafde als kinderen met een fysieke of sociale beperking zich te volle ontwikkelen. Denk ik.
(Ai, dat gaat geld kosten hoor ik critici al denken. Buitengewoon onderwijs, overvolle revalidatiecentra, anti-pestprogramma’s, psychologische begeleiding vanaf 5 jaar en ouders met een burn out: dat kost toch ook allemaal geld? )
Heel soms kom ik nog ouders tegen die niet weten waar ik het over heb. Het M-decreet, heeft dat iets met verkeersveiligheid te maken? Eigenlijk wil ik er ook niets meer mee te maken hebben.