Categorie archief: leerstoornis

Reacties

flomia

Overspoeld word ik door reacties, nog steeds. En dat doet me veel plezier. Want natuurlijk twijfelde ik tijdens het schrijven van mijn vorig bericht. Is Flo geen uitzondering, een alleenstaand geval? Of erger: overreageer ik, als bezorgde mama? Maar hoe uniek mijn dochter ook is, ze is duidelijk niet het enige kind dat tussen de mazen van het M-decreetnet valt.

Ik heb alle mails en berichten met veel aandacht gelezen. Veel (te veel) vergelijkbare verhalen, veel steun en ook een paar interessante kritische commentaren. Ik lijst ze voor jullie even kort op:

Een boeiende visie waar regelmatig aan terugdenk, van Hans:

Ik las met aandacht het artikel in de krant en het verdriet me.
Hier staan we voor de steeds terugkerende malaise in ons Vlaams onderwijs en dat is  het gebrek aan informatie. 95 % van de leerkrachten begrijpt de term inclusie niet en interpreteert het M decreet niet juist en dat is jammer.

Er is geen enkel reden om haar kind niet in het gewoon onderwijs te laten verder gaan. Wie dat beweert maakt van de school nog steeds een leerKazerne en geen leerThuis.
Dat betekent een plaats waar kinderen gepusht worden om allen samen op hetzelfde moment dezelfde eindstreep te behalen. Dit kan niet de bedoeling zijn van een leerplek.

Inclusie betekent nu net niet dat je met allerlei middelen een kind op hetzelfde moment aan dezelfde  eindstreep brengt. Ontwikkelingsgericht werken is de kern van inclusie. Het decreet is geen kwestie van besparen maar  een gegeven dat komt uit de rechten van de mens. Er heel wat scholen die met succes kinderen  inclusief opnemen in tegenstelling tot geïntegreerd onderwijs … wat betekent dat je een kind met man en macht door sleuren en trekken  dezelfde eindstreep doet behalen dan de anderen (wat natuurlijk een pijnlijke illusie is).

Hans, ik ben het helemaal met je eens ook al komen we tot een andere eindconclusie. In mijn ideale wereld ontwikkelt ieder kind zich op zijn of haar eigen tempo. Maar deze mooie idealistische theorie staat haaks op ons huidig onderwijsmodel. Leerdoelen per schooljaar is daar het ultieme bewijs van. Ik zie slimme kinderen die goede punten halen zonder enige inspanningen, terwijl anderen  meermaals per week bijles volgen (bij een logopediste) met als enigste doel de goede studenten bij te benen.

Drie jaar geleden haalde mijn oudste dochtertje een onvoldoende voor turnen ondanks een negen voor inzet. Het kind is geboren met klompvoetjes. Ze kan gewoon niet beter. Op de school van de neefjes worden de rapporten nog steeds per rangschikking afgeroepen: Jantje staat op nummer één met 92 %. Applaus. Op nummer twee staat Jonas met 89 % enzovoort. Je zal maar de laatste van de klas zijn … De kloof tussen dergelijk onderwijsklimaat en een leerTHUIS is oneindig groot. Misschien moeten we beginnen met gewone gezonde kinderen op hun tempo te begeleiden. En als dat lukt, kunnen we er misschien denken aan inclusie.

Ook ‘interessant’ was de visie van Alain, hoe pijnlijk ik deze ook vind. Alain zegt luidop wat meer mensen stiekem denken.

Verantwoordelijkheid bij anderen leggen is de gemakkelijkste oplossing, echter de minst duurzame. Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kind, niet de maatschappij/overheid. Ondersteuning van de maatschappij wordt niet langer als gunst, als duw in de rug gezien, maar als een recht.

Wat Flo betreft kunnen we ook kijken hoeveel de overheid reeds meer investeerde in het meisje in vergelijking met leeftijdgenootjes: terugbetaling medische onderzoeken/medicatie epilepsie, terugbetaling therapie in reva, loon gon-leerkracht en clber, de infrastructuur en vorming van deze diensten.

Hoeveel kan/durf je nog vragen aan de overheid?

Alain. Niet alleen hebben wij een heel andere kijk op de maatschappij, en op de zwakkeren en zieken onder ons. Maar ook al kiezen we voor economische efficiëntie, ook dan hebt u ongelijk. Op korte termijn lijkt het M-decreet namelijk een interessante besparing. Op lange termijn vrees ik voor nog veel meer kosten. Stel Flo gaat in september naar het eerste leerjaar, in gewoon onderwijs. Ze kan zich moeilijk concentreren. In de kleuterklas haalt ze het einde van een verhaaltje zelden. Haar aandacht verslapt en ze gaat lopen, voorlopig richting speelhoekjes. Volgend jaar zal ze een volledige dag moet stilzitten. Zonder pessimistisch te willen zijn: twee weken geef ik het. Dan gaat er iemand afhaken: de juf of Flo.

En zelfs al houden ze het langer vol. Kinderen laten aanmodderen in gewoon onderwijs, dat gaat onvermijdelijk wreten aan hun motivatie en eigenwaarde. Net daarom ben ik er van overtuigd dat kinderen best zo snel mogelijk de juiste begeleiding krijgen. Dat kan in theorie ook in gewoon onderwijs maar niet zonder extra middelen. Want elk verloren jaar kost geld. En op lange termijn ben je als maatschappij beter af met gelukkige laaggeschoolden dan ongelukkige ongeschoolden.

Onderwijs is geen gunst Alain, het is een recht ook voor mijn dochter.

In tegenstelling tot wat u schrijft, neem ik dus wel mijn verantwoordelijkheid. Met mijn verhaal steek ik mijn nek uit, voor mijn dochter maar ook voor andere kinderen zoals zij. Omdat het systeem niet op punt staat, en ik als belastingbetaler daar ook inspraak in heb. Omdat we nu een lek verdoezelen waarvan iedereen op voorhand weet dat het binnen enkele jaren opnieuw zal lekken maar dan met extra waterschade.

Natuurlijk had ik liever drie gezonde kinderen gehad. Ik eet gezond, rook niet en heb alle mogelijk prenatale tests ondergaan. Willen of niet: kinderen zoals Flo zullen er altijd zijn. Hen goed begeleiden is niet alleen onze morele plicht, het is ook de beste investering voor later.

Ook aandoenlijk waren de briefjes van enkele BUSO leerlingen.

Beste mevrouw,

Ik begrijp het zelf niet waarom Flo niet naar BLO mag gaan. In het gewoon onderwijs
kunnen ze niet zo goed voor ons zorgen. Met vriendelijk groeten A.

Dag mevrouw,
Ik vind het eigenlijk niet zo goed dat Flo in het gewoon onderwijs zit.
Ik heb zelf in het gewoon gezeten en weet hoe zwaar het is
als alles te moeilijk is. Dat is niet leuk. Groetjes K.

Beste,

Ik ben Z. en ik zit ook in het buitengewoon onderwijs. Ik heb het verhaal van uw dochter Flo gelezen in de klas samen met de kinderen van mijn klas en ik geef u geen ongelijk. Flo heeft recht op buitengewoon onderwijs net zoals iedereen met een beperking. Hier zijn kleinere klassen en kunnen wij overdag op therapie. Uw kind is heel speciaal op haar manier. Wij steunen u.

Buitengewoon onderwijs is helaas nog vaak de beste optie

Zegt nog eens haar gedacht over dat nieuwe M-decreet, in de krant van vandaag 😉

Toen enkele jaren geleden bleek dat mijn dochtertje Nina iets minder snel leerde dan haar leeftijdsgenootjes, was dat even slikken. Niemand ziet zijn kind graag sukkelen. Geen enkele ouder stuurt zijn kind met plezier naar het buitengewoon onderwijs, het BLO van vroeger. En toch kozen we, tegen het advies van het CLB in, voor type 8-onderwijs. Je uiterste best doen om (in het beste geval) met de hakken over de sloot te geraken, ik wou het haar niet aandoen. Schoolmoeheid leek ons een te groot risico.

‘Waarom zou je het niet gewoon proberen? Je kan toch altijd nog naar het buitengewoon afzakken?’ Buitenstaanders begrijpen het vaak niet. Kiezen voor geluk in plaats van voor prestatie, het is een beetje tegen de tijdgeest. Nina leert nu met veel plezier lezen en schrijven, samen met zeven andere ‘specialekes’. Ze gaat buiten-gewoon graag naar school en blinkt van zelfvertrouwen.

‘Alleen als het gewoon onderwijs meer rekening houdt met gehandicapte kinderen, zullen die kinderen minder nood hebben aan buitengewoon onderwijs’, schrijft Gauthier De Beco in de krant (DS 3 september). En, zo is hij overtuigd, ‘bij voldoende middelen, volgt de rest wel vanzelf’. En net daar wringt het schoentje.

Inclusie is ook in mijn ideale wereld de enige juiste keuze. Maar binnen ons huidig onderwijssysteem houd ik toch mijn hart vast. Veel gewone scholen hebben totaal geen idee van wat hen te wachten staat volgend jaar, als het M-decreet van kracht wordt. Dat bepaalt dat kinderen met een beperking in theorie ‘recht’ hebben op gewoon onderwijs. Het is een mooi en ambitieus ideaal, maar over de concrete uitwerking is nauwelijks nagedacht. Want de ene beperking is de andere niet. Slechthorende kinderen vragen een geheel andere aanpak dan iemand met dyslexie of autisme. En die kennis leer je niet op in één infoavond. Inclusie begint eigenlijk al in de opleiding van de leerkracht.

En van veel extra middelen voor de gewone scholen is er voorlopig ook geen sprake, integendeel. Scholen kampen nu al met financiële problemen. Geld voor kleinere klassen, aangepast didactisch materiaal en infrastructuur is er gewoon niet. En met een deeltijdse zorgjuf en een rolstoelvriendelijk toilet gaan we er niet geraken. Erger nog: het M-decreet heeft veel weg van een besparing op het buitengewoon onderwijs: hoe minder kinderen erheen trekken, hoe beter, lijkt het wel.

Echte inclusie vraagt veel extra begeleiding, veel extra materiaal en dus ook veel extra geld. Zonder al die zaken zullen die zogenaamde ‘aangepaste leerdoelen’ gewoon synoniem staan voor ‘de lat lager leggen’. Onderwijs heeft niet als doel om kinderen bezig te houden, maar wel om ze te laten groeien, elk binnen de eigen mogelijkheden. Kinderen met extra zorgnoden dumpen in gewone klassen, dat is geen inclusie. Je hoeft geen pedagoog te zijn om te voorspellen wat er allemaal kan misgaan: pestgedrag en schoolmoeheid met een totaal afhaken als gevolg. En wat dan?

Moesten we beginnen met gewone leerlingen op gewone scholen ook daar daadwerkelijk op te vangen, in plaats van ze massaal door te sturen naar logopedisten en andere naschoolse therapie. En pas dan kunnen we misschien beginnen praten over de echte inclusie van zorgkinderen.

schoolfeestninax-24-van-24

De lift

Nina is bang in de lift.

Jaren geleden stapte ze samen met haar zus in een grote hotellift, terwijl wij een paar meter achter liepen te kletsen. De deuren gingen net voor onze ogen dicht. Kinderen aan de ene kant, mama en papa aan de andere. Ok, dat is even schrikken. Maar de lift bleef gelukkig staan en geen minuut later waren we weer allemaal herenigd.

Eind goed al goed, behalve voor Nina. Plots durfde ze niet meer als eerste instappen, en niet veel later durfde ze gewoon de lift niet meer in. Negeren leek mij een goed plan maar ondertussen zijn we twee jaar verder en wordt haar angst alleen maar erger.

Angsten moet je proberen overwinnen, probeer ik haar uit te leggen. Het leven is al ingewikkeld zo, denk ik bij mezelf. En daarom nemen wij deze zomer zo veel mogelijk de lift, ja zelfs als er (rol)trappen zijn zoals in de Ikea bijvoorbeeld. Het duurt altijd wel even voor we Nina meekrijgen. Het is een heel gevecht waar niet ieder medeliftreiziger tijd en zin in heeft. Tja.

– Als je dertig keer de lift, trakteer ik op een dagje pretpark.
– Echt?
– Twintig keer is ook goed. zonder huilen.
– Joepie! Wanneer mag ik de lift nemen? Is er bij de bakker ook een lift? Of in de Carrefour?
– Neen.
– Oh, wat jammer. Waar dan wel?

Aan goede wil geen tekort. Maar als we dan eindelijk voor een liftdeur staan, blijft van haar zelfvertrouwen niet veel over. Maar moeilijk gaat ook. We zetten dapper door (al denk ik dat Plopsaland toch voor volgend jaar zal zijn ;-))

 

IMG_20140804_162910IMG_20140804_163000

Go Belgium

image

Deze ochtend hadden we geen fluovestjes nodig :-). We vielen vanzelf op.

Nina’s directrice had gezegd: als België wint, mag iedereen als duiveltje naar school komen. Bobs rode duivels T-shirt werd met een ceintuur omgebouwd tot een kinderkleedje, met nogal grote decolleté. In haar boekentas verdween een berg supportersbrol.

Zelf heb ik niet zo veel met voetbal. Maar ik hou wel van de WK-gekte. Ook al is het een beetje oppervlakkig, de duivels zorgen toch voor een geweldig samenhorigheidsgevoel. Rijk en arm, oud en jong, mannen en vrouwen: iedereen gaat er in op.

Geen maand geleden stemde één op drie Vlaams; nu dwepen we collectief met de Belgische driekleuren.  Il faut le faire. 🙂

Go Belgium go of vive la Belgique (vive le roi 😉

image

Bissen

Dinsdag stond teamoverleg op het programma. De juf, de directie, CLB en het revalidatiecentrum zouden zich buigen over de vraag of Flo volgend schooljaar naar de derde kleuterklas mag. Ook al ‘moest’ ik niet aanwezig zijn, ik wist dat het zou spannen en nam een dag verlof.

Dat Flo een achterstand heeft, beseffen wij al lang. Dat ze vier jaar gaat kleuteren, ligt ook zo goed als vast. Toch trok ik naar het overleg met de overtuiging dat Flo beter volgend jaar kon bissen, want ‘in een derde leren ze toch meer’. En ik was niet van plan mij te laten ompraten.

Maar … “Il n’y a que les imbéciles qui ne changent pas d’avis”, of alleen domme mensen veranderen niet van gedacht.

Omdat Flo soms het niveau van de groep niet haalt, haakt ze vaak op voorhand af. Ze speelt wel met andere kinderen maar neemt nooit de leiding om dezelfde reden. Verhaaltjes van een kwartier duren haar te lang. Tekenen, knippen, gezelschapspelletjes: met begeleiding lukt het wel maar in een grote klas is dat natuurlijk niet altijd haalbaar.

Laten we ze nog een jaar zwoegen en afhaken, of zoeken we nu al naar een oplossing? De juf van de derde kleuterklas zat mee aan tafel, en was erg enthousiast. En ik? Ik kantelde. Want een kind moet zich goed voelen, om volluit te kunnen leren. En wie loopt er nu graag op de toppen van zijn tenen?

Flo wordt omringd door een geweldig team van professionele, gemotiveerde en oprecht lieve mensen. Dat heeft het overleg alvast bewezen. De vraag of Flo in september in de tweede of derde kleuterklas zal zitten, vind ik plots minder relevant.

IMG_20140519_151116

Trots

Geen enkele ouder kiest graag voor buitengewoon onderwijs. Maar na een half jaar durf ik nu toch luidop te zeggen dat de overstap naar type 8 zowel voor Nina als voor ons een topbeslissing was.

* Iedere week krijgt ze een rapport, met punten zowel op haar gedrag als op haar prestaties. Nina doet het over de hele lijn goed. Wel grappig is dat ze voor haar gedrag in de eetzaal topscores haalt, terwijl ze thuis eerder een lastige eter is.

* ‘Mama? Wanneer ga je mij eens eerst op school afzetten ? Dan kan ik een beetje langer in de opvang blijven.’ Iedere dag vertrekt ze met een grote glimlach en een boekentas vol enthousiasme naar school. En ook al is het niet altijd gemakkelijk, haar motivatie maakt veel goed. ‘Mama? Wanneer gaan we nog eens samen lezen?’ En dat vraagt ze niet alleen ’s avonds maar ook aan tafel tijdens de ochtendspits (* geeuw * ).

* ‘Straks is het oudercontact. Dan heeft mama een gesprekje met jouw juf.’ Ze kijkt me lachend aan. ‘Het zal wel goed zijn hoor. ‘ Aan zelfvertrouwen geen tekort, en de juf was inderdaad heel enthousiast. De wetenschap dat Nina op haar plaats zit zorgt voor een geweldige gemoedsrust.

* Ik probeer mezelf te beschermen tegen initiatieven als oudercomités. Een dag telt nu eenmaal maar vierentwintig uur. Maar ik was nieuwsgierig, en er waren erg weinig kandidaten. En dus besloot ik ‘even’ een handje toe te steken tijdens het Vlammetjesschoolfeest. Driehonderd pannenkoeken warmen, moeilijk is dat niet.

Ik kwam terecht in een heel leuk team, terwijl Nina buiten heerlijk speelde. De rest van ons gezin werd moe, en kreeg koud. Nina en ik bleven nog ‘even’ hangen. Het werd halftien en ik vond mijn tengere fragiele gevoelige dochter nauwelijks nog terug op de donkere speelplaats. ‘Gaan we nu al naar huis?’ Moeder en dochter voelen zich duidelijk helemaal thuis op Salvator 😉

* Net nu ik helemaal overtuigd ben geraakt van buitengewoon onderwijs, willen ze type 8 afschaffen en opnieuw kiezen voor inclusie. Inclusie klinkt tof, zeker voor ouders. Of het voor de kinderen zelf ook zo leuk en gezellig is, hangt grotendeels af van de leerkrachten maar ook van de beschikbare middelen (en net daar wringt het schoentje, toch? ).

* Als mama ben ik trots op al mijn kinderen, niet om wat ze doen maar gewoon om wie ze zijn. Op Nina ben ik extra trots. Omdat ze ondanks haar achterstand toch zo dapper, vrolijk en vol levenslust geniet van het leven. Daar kunnen velen nog iets van leren 🙂

nina

Piraat

piraat (1 van 1)

Nina stickert al een kleine eeuwigheid. En zolang haar oogje vooruit gaat,  blijven we het doen.

Maar … leuk vind ze het al lang niet meer. We hebben alle mogelijke designs geprobeerd, zelfs die voor jongetjes.  De plakkers aftrekken doet pijn, zegt ze. Bovendien ziet ze een stuk minder goed door haar luie oogje. Om goed te kunnen volgen in de klas heeft Nina beide exemplaren nodig, aldus haar juffrouw.  Ook fietsen of rennen met één oog bleek, na ettelijke builen, duidelijk geen goed idee. En ’s nachts hebben die dingen natuurlijk geen zin.

Maar nu heb ik een mega oplossing gevonden, een gouden tip voor ouders met hetzelfde probleem: het herbruikbare ooglapje, of the M’eye patch. Gewoon over het brilletje schuiven en klaar is kees. Voor een belangrijke les, een fietsrit, zwem- of turnles, bergt ze haar lapje gewoon op. Dat is minder pijnlijk, goedkoper én ecologische. Dat ik ze na meer dan een jaar toevallig online moest ontdekken is zonde.

Ik bestelde meteen een lieveheersbeestje- en vlinderlapje; en zowel Nina als de juf zijn razend enthousiast.

Zeven

ninabdklein (27 van 27)

Apgar score 1 (op 10). ‘Niet panikeren’, zei de gynaecoloog. ‘Gewoon diep ademhalen. ‘ Nina was een vreselijk klein maar ook onvoorstelbaar schoon kindje. De natuur zit soms goed in elkaar. De borstvoeding werd na drie dagen op doktersadvies afgeblazen. Na zes maanden leek ze nog steeds op een boorling. En ze kon huilen, uren aan een stuk.

Precies zeven jaar geleden is het, en ik krijg nog steeds kippenvel als ik aan het moment terugdenk. De kinderarts verdween met mijn baby en de ruimte bleef beangstigend stil. Precies zeven jaar geleden is het. Nina is ondertussen opengebloeid tot een gelukkig en vrolijk kind. Het is een dapper meisje, wist haar juffrouw me deze week nog te vertellen.

Fier ben ik op al mijn meisjes en op Nina nog net iets meer. Ze is klein en fragiel maar een stuk sterker en veerkrachtiger dan haar twee zussen samen. Iedere dag overwint ze zichzelf. Gelukkige verjaardag mijn kleine grote meid!

Terug naar school

Het was druk in de Action deze ochtend, vooral in de rayon van de papierwaren. Binnen twee weken begint het schooljaar weer, naar het schijnt. 😉 En toch begrijp ik het niet helemaal. Wat kopen die mensen dan?

Ok, Manou heeft enkele maanden geleden ook een nieuwe boekentas gekregen. Haar oude exemplaar was echt versleten. De rugzakjes van de kleine zusjes zien er nog goed genoeg uit. Maar ok, een extraatje om je kinderen te motiveren kan ik ook best begrijpen. Het schooljaar beginnen met een nieuwe pennezak bijvoorbeeld, lijkt mij niet overdreven. Maar verder zou ik het echt niet weten . Tegenwoordig krijgen kinderen op school toch al hun boeken, schrijfgerief en schriften?

En begrijp me niet verkeerd: ik ben niet eens zo een grote voorstander van dat gratis verhaal. Iedereen weet dat dat kinderen kosten met zich meebrengen. Als u het mij vraagt: die schoolrekening valt bijzonder goed mee in vergelijking met onze dokterskosten. En onderwijs is belangrijk. Ik heb daar best iets voor over. Bovendien ben ik niet overtuigd dat gratis onderwijs voor iedereen wel zo sociaal is (maar dit terzijde).

Het grootste voordeel van het gratisverhaal is dat scholen nu beter nadenken over wat ze echt nodig hebben. Als tiener moesten wij vaak kweetnie hoeveel atomaschriften kopen waar we achteraf nauwelijks in werkten (en die liggen nu dus nog altijd te verstoffen in mijn kast).

Ondertussen vliegt de vakantie voorbij. Nog twee weken en het is zo ver. Het wordt een spannend moment voor iedereen: Flo springt van het instapklasje naar de tweede kleuterklas. Manou hoopt op een leuke leerkracht, en de vraag blijft of we haar leesachterstand voldoende hebben kunnen bijbenen. Nina start in type 8. En mama, die gaat opieuw tijd hebben om ’s morgens lekker eens te gaan lopen 😉

De leesclub

IMG_20130723_160850(1)
Manou zou een jaartje achter zitten. Nu hebben we dus twee maanden de tijd om dat in te halen. De hele inhaaloperatie bezorgt me eerlijk gezegd wel een beetje stress. Het is een moeilijke evenwichtsoefening. Enerzijds moet ik Manou echt wel pushen, anders leest ze gewoon niet of heel gemakkelijke boekjes en zo halen we de achterstand natuurlijk nooit in. Anderzijds wil ik haar natuurlijk ook geen leesaversie bezorgen.

De regel is minstens eer keer lezen per dag maar omdat Manou het zelden lang volhoudt, probeer ik ’s avonds stiekem nog een tweede leessessie in te plannen. Hoe lang moet een kind van acht eigenlijk kunnen lezen? Vijf minuten? Een kwartier? En welke AVI-niveau zou ze binnen een maand moeten aankunnen? Trouwens, veel van AVI-boekjes zijn en beetje saai.

De beste manier om echt te leren lezen is om een serie te vinden die je echt boeit, denk ik Fan worden als het ware. Daarom gaan we nu dus ook naar de bibliotheek, ook al leverde dat al een paar boetes op. Dolfje vindt Manou wel leuk maar die boekjes blijken toch nog een beetje te moeilijk om alleen te lezen. Tiny gaat een stuk beter. Ok, het is een beetje zeemzoet maar de verhaaltjes zijn herkenbaar en lekker kort. Maar zowel Tiny als Dolfje geven weinig informatie op AVI-vlak waardoor ik weinig zicht heb op de vooruitgang.

Mijn eigen grote ‘doorbraak’ (lang geleden ;-)) was sos dierenkliniek en de babysittersclub. Via tweedehands.be bestelde ik alvast een paar boekjes, al is het maar uit jeugdsentiment. En heel misschien vind manou ze ook leuk. Strips slaan voorlopig niet aan. Veel vrienden raadden me ook Ipad-boekjes aan maar veel gratis exemplaren kan ik daar niet van vinden. En de verleiding om snel een spelletje te spelen, blijft erg groot.

We ploeteren rustig verder. We zijn halfweg. Tips blijven welkom. In september krijg ik mijn punten als leesjuf. 😉

Achterstand

Ergens hoop je toch altijd een beetje op een wonder. Maar meestal ben ik eerder realistisch (en niet blind). Dus eigenlijk wist ik vooraf al dat Flo zwak zou scoren op de ontwikkelingstests. Ze spreken van een jaartje achterstand, vooral op vlak van taal en grove motoriek. Op vlak van fijne motoriek doet ze het goed, zelfs iets beters dan haar leeftijdsgenootjes.

Dat we de resultaten toch met een zwaar korreltje zout moesten nemen. Want ondanks het feit dat Flo een heel sociaal en vrolijk kind is, ze heeft ook een heel sterke eigen wil. Vertel mij wat 😉 Soms deed ze flink haar best, vaak had ze gewoon geen zin. En haar ompraten lukt zelfs de psychologe niet. Zo moest Flo tussen twee onderzoek even wachten in de poppenhoek. Die tweede test hebben ze gewoon mogen schrappen. Flo speelt graag met poppen en was absoluut niet van plan om haar spelletje af te breken.

Of ik schrik van de resultaten, vroeg de sociaal assistente van het revalidatiecentrum. Neen. Eigenlijk niet. Ik ben het stadium van de plotse paniek en tranen voorbij denk ik. Of misschien heb ik de voorbije jaren geleerd dat deze toch geen zin hebben.

Theoretische onderzoeken zijn interessant en zinvol maar ik zie toch gewoon mijn kind, dat vat vol deugnieterij. En uiteindelijk moet ik vooral verder met de praktische gevolgen, zowel op korte als op lange termijn. Is deze achterstand blijvend? Dat weet nog steeds niemand. Kan ze gewoon naar school? Voorlopig wel. Heeft ze recht op extra begeleiding? Ondanks de slechte resultaten is het kantje boordje. Het is crisis, weet u. Maar ze gingen hun uiterste best doen, en het komt waarschijnlijk dus wel goed. In september mag Flo alvast beginnen, met een uurtje kiné en een uurtje logo per week.

De dag dat Nina ‘afstudeert’ in het revalidatiecentrum, schrijf ik Flo in. Op voor een nieuwe periode puzzelen en op en af rijden. Maar ik ben blij want die extra begeleiding kan ze duidelijk goed gebruiken. Word vervolgd…

Bijna

Als baby was Nina een overgevoelig en angstig kind, een huilbaby. Luide muziek, een vreemde smaak, onweer, vuurwerk, alle mogelijke dieren, verkeer tot zelfs een onbekende schoot: alles was goed voor een nieuwe krijspartij. Het heeft ons destijds niet echt belet om ze mee op zwier te nemen. Buiten valt zo een gehuil minder op, en gedeelde smart weegt bovendien minder zwaar.

Zes jaar is ze ondertussen en Nina is de voorbije jaren helemaal open gebloeid. Ze is nog altijd kleiner en fragieler dan haar leeftijdsgenootjes. Diep van binnen zitten er nog wel restjes van die angst. Alleen de lift nemen, wil ze bijvoorbeeld niet. En de donkere zwemtunnel van Rozenbroeken zorgt altijd voor traantjes. Maar alleen op kamp gaan, is geen probleem. Van onweer (of spoken) ligt ze niet meer wakker. En ook honden en paarden schrikken haar niet meer dan gemiddeld af.

Onderwater zwemmen is ook totaal geen probleem meer. Meer nog: onder water zwemt Nina veel beter dan boven water. Haar bewegingen zijn groter, krachtiger. Ringen opvissen kan ze als de beste, en bommetje natuurlijk. Ze springt van op de wipplank recht het water in. Nina legt trouwens al een mooie afstand af, onder water. Het probleem is dat een, mens vroeg of laat moet ademen he.

Maar we zijn er bijna 😉

foto(2)

Homescholing

Na al de juichberichten op facebook durf ik het bijna niet meer te schrijven. Maar Manou rapport was niet geweldig. Vooral lezen blijkt een werkpunt. Ik moet toegeven dat wij het voorbije jaar thuis niet zo veel geoefend hebben. Blijkt dat sommige kinderen iedere dag begeleid lezen, sommige tot een boekje per dag. Waar halen zij en hun ouders die tijd? Ik werk vaak laat waardoor Bob er ’s avonds vaak alleen voor staan. Na haar huiswerk heeft Manou bovendien vaak geen zin meer om te lezen. Kinderen moeten toch ook nog kunnen spelen?

Maar alleen op school lezen blijkt duidelijk niet genoeg. Dus namen wij ons voor om de komende maanden een extra inspanning te doen. En echte vakantie zoals in mijne tijd, waarbij we een paar maanden alles vergeten, zit er dus niet in. Ik ben nochtans geen voorstander van al die overijverige ouders en hun extra vakantieboekjes. Maar een ouder moet leren flexibel zijn, ook met zijn of haar principes. En dus gaan wij nu volop voor homescholing, deeltijds wel te verstaan 😉

Strips, samen lezen en vakantieboekjes kleuren onze avonden. Voorlopig vinden zowel Nina als Manou het erg leuk bij juf An en Bob. Of dat lang gaat duren betwijfel ik. En of het op lange termijn iets wezenlijks zal veranderen, is ook onduidelijk. Maar proberen is belangrijker dan slagen 😉

Ayko

ayko (1 van 1)-47_Fotor

Mijn actie voor Villa Rozenrood zorgde er destijds voor dat ik in contact kwam met de mensen ter plaatse, via mail wel te verstaan. En nu, een half jaar later, mailen zij mij. Dat ze een bijzonder meisje op bezoek verwachten, dat haar gezondheid er op achteruit gaat, dat zij net een broertje gekregen heeft en dat het toch tof zou zijn om beide kindjes eens samen te fotograferen.

Of ik dat zou zien zitten? Daar moest ik niet over nadenken. Onderweg naar De Panne wist ik niet goed wat te verwachten. Mijn vaste methodiek, lees een beetje de speelvogel uit hangen, zou ik niet kunnen gebruiken. Kinderen met een beperking zijn vaak weinig mobiel. Tegelijkertijd heb ik de voorbije maanden ook veel geleerd op vlak van zorgkindjes, en over het contact het hun ouders. Het klinkt misschien raar maar ik had er echt zin in.

En natuurlijk was het niet eenvoudig.In de snoezelruimte was het gezellig donker. En zoals andere kinderen werden ze het na verloop van tijd moe. Maar het werd een gezellig moment met toch een paar mooie familiebeelden.

De warmte die huist in Villa Rozenrood is moeilijk te beschrijven. Dat ze nog bestaan op deze wereld, zo oprecht lieve, vriendelijke en hartelijke mensen. Ik ben geen pessimist maar mijn bezoekje aan Villa Rozenrood gaf mijn mensenbeeld toch een serieuze boost. Bedankt lieve Ayko en haar toffe ouders, bedankt Danielle en het hele team. Het was een eer om die middag met jullie te mogen doorbrengen. Ik hoop echt dat we elkaar binnenkort weer terug mogen zien.

Instapdag

IMG_20130619_201154 IMG_20130620_082649

 

Nina mocht woensdag een dagje gaan testen in type 8. Ze keek er hard naar uit, en ik ook. En al ben ik overtuigd, ergens diep in mijn sluimerde toch nog steeds kleine  twijfels.

Vrolijk en blij huppelde Nina de klas in. Ze begon spontaan te tellen en letters aan te duiden op het bord. ‘Zo flink’. Toen ik haar drie uur later ging ophalen, wist de juf me toch al te vertellen dat de oefeningen niet zo vlot liepen. ‘Rijmen lukte niet zo goed, en ook tijdens het verhaal was ze snel afgeleid.’

Zo een instapdag is het ideale moment om in te schatten of kinderen niet te goed of te slecht scoren voor een welbepaalde groep. Moest ik vooraf stiekem nog twijfelen, dan ben ik nu dus helemaal overtuigd.

Tijdens de speeltijd sloot Nina zichzelf per ongeluk op in het toilet. Een andere jongetje moest over de deur kruipen om haar te bevrijden. De toon was meteen gezet. ‘En ik heb ook al een nieuwe beste vriendin Soraya.’

Zo eenvoudig gaat dat dus, van school veranderen 😉