Categorie archief: Mediahuis

Terrorisme

BIJZONDERE REGELING TERRORISMEPROCES:

De Antwerpse rechtbank heeft een bijzondere regeling getroffen om het terrorismeproces dat maandag start in goede banen te leiden.
Het basisprincipe is dat er nergens in het gerechtsgebouw foto’s of bewegende beelden mogen gemaakt worden.

Journalisten, fotografen en cameramensen worden maandag vanaf 8.30 uur ontvangen aan de centrale ingang van het gerechtsgebouw. Ze moeten zich vooraf niet accrediteren. Van daaruit worden ze begeleid naar de persruimte. 

Wat die fotografen wel  mogen doen – behalve foto’s maken dan – is mij voorlopig niet duidelijk 😉

Slapen in een vogelhuis

‘Slapen we dan echt in een nestkastje?’ De fantasie van mijn dochters slaat op hol nog voor we de grens over zijn. En terecht. De Vreemde Vogel in het Nederlandse Vlaardingen was ooit een tamelijk gewone boerderij maar tegenwoordig is het een ecologisch en vooral heel origineel hotel. Je kan er overnachten in een vogelhuis, in een raket, een gigantische struisvogel of in een oud vliegtuig.
Met de kippen op stok in een vogelhuis

Terwijl de gps me een typische Nederlandse woonwijk door stuurt, probeer ik de vele vragen van mijn drie dochters te beantwoorden. Een beetje onzeker, want even lijkt het onwaarschijnlijk dat zich tussen al dat beton een grote boerderij verschuilt. Maar gelukkig merk ik net op tijd een komisch groen vogelbord op dat dienstdoet als richtingaanwijzer.

De meisjes springen uit de wagen en rennen meteen naar de speeltuin. ‘Ouders, houd uw vogeltjes in de gaten’, waarschuwt een bord bij de ingang. De zon schijnt en terwijl de kinderen zich uitleven op de ecologische en alternatieve speeltuigen, installeer ik me tussen de bloemen op het kleurrijke terras. Op de kaart lonkt een reeks heerlijke biologische streekgerechten, gezonde broodjes en huisgemaakte taart. Zelf kies ik voor verse ‘dagsoep van groenten uit eigen moestuin’. De jongedames houden het ietwat conservatief bij ‘patat met mayo, appelmoes en nuggets’, maar ook die vallen zeer in de smaak.

Vlaardingen, de groenste gemeente van Nederland, ligt op amper een uur rijden van Antwerpen. De Vreemde Vogel ligt ingeklemd tussen de rand van het dorp en het natuurgebied Midden-Delfland. Op het domein beginnen en eindigen tal van fiets- en wandelroutes. Dat lokt drommen wandelaars en fietsers, met en zonder kinderen. Hoewel De Vreemde Vogel zich nadrukkelijk op gezinnen met kinderen richt, biedt het buitencafé genoeg hoekjes om rustig te genieten, ondanks de vele spelende kinderen.

Niet alleen de omgeving moedigt aan tot creativiteit. Aan een grote tafel in het restaurant zitten twee vrolijke meisjes klaar om te knutselen met de kinderen. ‘We maken een vogel’, kirren ze. Het kan moeilijk toepasselijker. Met een oude wc-rol gaan mijn dochters aan de slag. Een weldadige rust daalt over me neer. Wandelen, dat kunnen we morgen ook nog.

Net als hun kartonnen uiltjes klaar zijn, krijg ik de sleutel van ons vogelhuisje. De kinderen gaan opgewonden op zoek. Ik snel mijn kuikens achterna. Het vogelhuisje ziet er geweldig uit, zowel aan de binnen- als aan de buitenkant. De inrichting is stijlvoller en doordachter dan je van een nestkast misschien zou verwachten. Aan de muur prijkt behangpapier met bomenmotief. Naast het grote tweepersoonsbed staat een tafel met een oude platendraaier.

Terwijl de dames via een laddertje naar de mezzanine verdwijnen, leg ik de Beach Boys op. Door het grote ronde raam van ons vogelhuis kijk ik uit op zon en bomen. Dit is simpel, keihard genieten.

De Vreemde Vogel won begin dit jaar het Nederlandse televisieprogramma ‘Bed en Breakfast’, een soort ‘Komen Eten’ voor hotels. Die overwinning verbaast me allerminst. Het buitenhotel combineert een zeer origineel concept met heerlijke luxe. Verse handdoeken, check. Gesteven lakens, check. Thee en koffie op de kamer, check. Het geheel is hartverwarmend. Hier gaan zowel de kinderen als ik heerlijk slapen.

Het vergt dan ook tamelijk wat moeite om mijn drie meisjes uit hun vogelhuis te lokken. Mijn kuikens vinden ons nest-voor-een nacht geweldig. Helaas voor hen wil mama-vogel ook de rest van het domein ontdekken.

Op de kleine boerderij leven twee schaapjes, twee geitjes en twee kittens. Alle laten ze zich eindeloos strelen en knuffelen. We ontdekken enkele andere bizarre logeerplekken: een raket (de SpaceMees), twee vreemde, zwarte caravans hoog in de lucht (De Familie Struisvogel) en het vliegtuig (De IJzeren Vogel). Alle ‘kamers’ beschikken over eigen sanitair, toilet en douche.

Vogels alom
Onze kartonnen knutseluiltjes waren maar een voorsmaakje, aan het thema vogels valt hier niet te ontkomen. De tuin staat vol kleurrijke vogelkunstwerken. Een show van geprojecteerde kanarievogels vind ik fascinerend.

Recyclage is een andere thema dat steeds weerkeert, en soms op onverwachte momenten. In de speeltuin dient een oude glasbak als kinderhuis. In de eetzaal staan veel sfeervolle retrospullen, van een oude kinderkoets tot antieke kapstokjes in de vorm van – jawel – vogels.

Terwijl mijn dochters zich verder uitleven (en zich onbeschrijflijk vuil en nat maken), nestel ik me opnieuw op het terras. Terwijl de zon langzaam naar de horizon zakt, hollen mijn meisjes onvermoeibaar van de speeltuin naar de zandbak, van de zandbak naar de schapen, dan weer naar de hangmat en terug naar de zandbak.

Wanneer we ons ’s avonds terugtrekken in ons vogelhuisje, zijn ze zo afgepeigerd dat ze het niet eens erg vinden dat er geen tv is. De volgende morgen laat het zomerweer ons in de steek, maar nog warm, versgebakken brood en een gekookt eitje van de boerderij krikken ons humeur meteen op.

Vlaardingen en Rotterdam bieden overigens genoeg afleiding, ook bij slecht weer. Na een lange afscheidsknuffel aan de geitjes en de katjes vliegen we uit, op weg naar de stad. Even kijken mijn kuikens nog achterom. ‘De volgende keer slapen we in de raket, of in het vliegtuig. Goed, mama? Beloofd?’ – ‘Beloofd.’ Want hier komen we zeker terug.

Achter de lens

– Werk jij voor een krant? Tof!
– En reis je dan de wereld rond?

Sommige jobs worden geromantiseerd. In werkelijkheid is er een heel groot verschil tussen persfotografen en oorlogsfotografen. En ik zit bovendien ‘gwoon’ op de fotoredactie, op mijn gemak binnen.

Oorlogsfotografie is een stiel apart. Het is meer dan een roeping. Ooit zou ik nog graag eens een sociale bewogen reportage maken in Afrika gaan met een NGO. Maar dieper schuilt geen oorlogsfotografe in mij. Oog in oog staan met de dood, iedere dag opnieuw: ik geef toe dat ik het niet zou aankunnen.

Oorlogsfotografen zijn helden. Ze wagen hun leven om ons te tonen hoe het er daar echt aan toe gaat. Hun beelden schudden ons wakker, en schrijven bovendien geschiedenis.

Deze week staat in De Morgen een mooi en aangrijpend interview met een van hen, Sebastiano Tomada. Hoedje af!

achterdelens

Piet

Ik was nog jong, en een beetje zenuwachtig. We hadden afgesproken in zijn kantoor aan het water, en ik was zoals altijd een beetje te vroeg.

Piet van Eeckhaut was een charismatische man, met zijn witte baard en ontzagwekkend gezichtsgroeven. Hij straalde rust en ervaring uit, en tegelijkertijd was hij buitengewoon hartelijk. Hij vertelde met veel liefde over zijn dochter, die ook bij hem werkte. En over Gent, een stad die hem nauw aan het hart lag.

Ahja, en waar wou ik eigenlijk die foto maken? Een man als Piet van Eeckhaut sturen, lukte me toen nauwelijks. Het is dan ook geen geweldig beeld geworden. Maar onze korte ontmoeting zal me altijd bij blijven.

Van Eeckhout

Interessant leesvoer: bedelen om een foto

Opnieuw, voor alle duidelijkheid: dit is geen artikel of opinie van mezelf maar van een Nederlandse collega Kees Krick. Maar ik vind het wel interessant en daarom wil ik het graag met jullie delen.

Het is weer zo ver. Iemand komt een van mijn foto’s tegen op internet en stuurt het volgende bericht: “Fantastische foto! Wil hem graag gebruiken voor een campagne. Heb geen budget voor fotografie, maar kan misschien naamsvermelding regelen.”

Het is vast bedoeld als compliment, maar ik vat het op als een belediging. Laat mij dit toelichten. Kijk, dat er geen budget is, is natuurlijk een zwak excuus. Budget is een keuze. Waar geef je geld aan uit en hoeveel. Als iets belangrijk is, regel je budget. Geen budget betekent simpelweg dat het je niets waard is.

Dan het ‘genereuze’ aanbod van naamsvermelding. Dat wordt vaak gezien als een gunst. Een unieke kans op gratis reclame. Terwijl naamsvermelding onderdeel is van het auteursrecht. Het is een recht. Niet dat ik het idee heb dat ik er veel mee opschiet. Want zeg nou zelf. Hoe vaak zoek jij op een billboard of in een brochure naar de naam van de fotograaf, tekstschrijver, of opmaker?

Begrijp me goed, als iedereen voortaan onder dezelfde voorwaarden wil werken, doe ik daar uiteraard graag aan mee. De naam van het tankstation mag breeduit op de zijkant van mijn auto, zolang ik gratis mag tanken. Past ook mooi bij het logo van het garagebedrijf die mij deze mooie auto schonk. Ik ben zelfs bereid een aanzienlijk deel van de gevel beschikbaar te stellen aan wie ook maar mijn hypotheek kwijtscheldt. 

Probleem is alleen dat alles wat ik nodig heb, nog steeds met harde valuta betaald moet worden. Ik krijg niets gratis, hoeveel naamsvermelding ik ook aanbied.

Dus ik heb opnieuw vriendelijk bedankt voor het verzoek. Niet dat ik de illusie heb dat mijn afwijzing iets oplost. Een andere fotograaf gaat vast wel akkoord. Professional of amateur. Altijd wel iemand die het voor de eer of een vage belofte doet. 

Interessant leesvoer: zelfzorg

Dezer dagen houdt dat thema me vaak bezig. Tijdens een oefening van de opleiding tot Life Coach die ik volg, had ik begrepen dat ik opkijk naar mensen met veel zelfrespect omdat ik die eigenschap onbewust ook meer zou willen ontwikkelen. Iets wat egoïstisch kan klinken maar het niet is. Omdat zelfrespect in twee richtingen werkt: wie rekening houdt met zijn eigen grenzen, eerbiedigt ook die van een ander. Zelfs als die ander dat (nog) niet beseft.

Door nee te zeggen krijgt iemand bijvoorbeeld de kans om zichzelf te bewijzen dat hij het tóch zelf kan. Iets wat in veel van mijn vroegere vriendschappen en stukgelopen relaties niet gebeurde: toen was ik zo bezig met het anderen naar de zin te maken, dat zij daarvan afhankelijk werden en héél vreemd opkeken als ik er uiteindelijk noodgedwongen mee moest stoppen om even aan mezelf te denken. Dan vonden ze me opeens niet meer leuk en hield het contact op. Wat ik ervoer als een persoonlijk falen. Ik besefte echter nooit dat de fout die ik had gemaakt, was dat ik het zo ver had laten komen. Ik had niet geleerd om voor mezelf te zorgen.

Inmiddels kan ik dat wel als ik alleen ben. Maar van zodra er anderen mee gemoeid zijn, ga ik nog gemakkelijk in de fout. Zeker als het dierbaren betreft, waarvoor ik me wegcijfer uit liefde, omdat ik denk dat dat het beste voor hen is. Maar ook bij mensen die ik nauwelijks ken doch waarvan ik merk dat ze op de hindernissen des levens stuiten, waardoor ik ze vol compassie maar ten koste van mezelf tracht op te vangen. Het lijkt op een overdreven verantwoordelijkheidsgevoel. En het is vast ook een manier om de liefde te zoeken, die ik nog niet van mezelf krijg. Maar nu heb ik eindelijk begrepen dat zelfrespect het actieve vervolg is op zelfkennis: keer op keer met respect voor jezelf en de ander uitkomen voor wie je bent. Ik zal vaker nee gaan zeggen. Misschien zullen heel wat mensen me dan minder leuk vinden. Het zij zo. Want iemand kwalijk nemen dat hij voor zichzelf zorgt, is dat nu niet respectloos?

Door Fleur van Groningen (wie anders? ;-)) (verschenen in Het Nieuwsblad, 21/06/2014)

zelfzorg

Interessant leesvoer

* Niet alles is wat het lijkt (Van Patsy, zo mooi!)

Zo wilde Maxime al lang eens afspreken met een klasgenootje. Ik had nog een telefoonnummer van zijn mama maar steeds kreeg ik een antwoord in de trant van “ik weet nog niet of het past”.

Met de Paasvakantie in aantocht, stuurde ik opnieuw een sms met de vraag of het eventueel één dezer dagen zou passen. Opnieuw een “ik weet het nog niet” antwoord. Ik besloot het een laatste kans te geven en wonderwel kreeg ik inderdaad eindelijk een afspraakje te pakken.

De jongen werd afgezet. Het werd een fijne namiddag. Na het speelafspraakje kwam zijn mama toch even binnen. Ze was naar zee geweest. Het had haar deugd gedaan want ze was er al lang niet meer geweest… Of ik misschien wist dat ze kanker had?

* Voor de zoveelste keer (heel grappig)

Tachtig procent van de vrouwen doet alsof ze klaarkomt. Los drie kanonschoten. Bel Mark Eyskens. Blaas de megafoon op:  WIJ ZIJN VALSE LOEDERS. ONS GEKRONKEL IS NIET ECHT.

Hilarisch 😉
http://www.demorgen.be/dm/nl/2461/Opinie/article/detail/1872405/2014/05/02/Ik-moet-er-niet-aan-denken-dat-mijn-onkundige-mening-de-doorslag-zou-geven.dhtml

* Ik moet er niet aan denken dat mijn onkundige mening de doorslag zou geven (Van Guillaume Van der Stighelen)

Over de stemtest: mijn oordeel wordt gevraagd over zaken die twistpunten zijn tussen partijen. Zaken als: ‘In crisistijden mag de Vlaamse begroting in het rood gaan.’ Iets waarvoor ik naar Noels of De Grauwe zou bellen. Of allebei. Ik moet er niet aan denken dat mijn onkundige mening de doorslag zou geven.

Amper halfweg de test krijg ik een melding: “U kunt slechts 18 keer ‘geen mening’ aantikken”. En er zijn nog achttien vragen. Allemaal stellingen waarmee ik het op het eerste gezicht eens of oneens ben, tot ik er bij ga nadenken.

Bij de laatste verkiezingen in de VS werd de Amerikanen ook een stemtest voorgelegd. Ze mochten kiezen tussen twee stellingen. ‘Ieder voor zich.’ Of ‘Hier geraken we samen uit.’ Veel eenvoudiger. De uitslag gaf de heren en dames politici iets om mee te werken.

E40

Na een druk en bedrukt weekend begon ik deze ochtend vol enthousiasme en energie aan een nieuwe week. File kort na de afrit van Ternat, niets bijzonders dacht ik. En dan plots stond ik stil, echt stil. Hoe lang wacht je om de motor stil te leggen? Beetje bij beetje verstomden de auto’s. Ik opende mijn portier en stapte uit. Niet dat er iets te zien viel, behalve een eindeloze rij stilstaande wagens. Maar ik had al lang zin om eens te wandelen op de autosnelweg.

Over de pechstrook snelden brandweerwagens voorbij. Eén, twee, zes, zeven, … Druppelsgewijs stapten meer mensen uit hun wagen. De file zorgt voor een gespreksonderwerp. Iedereen kent iedereen, of zo lijkt het toch. De vrolijke bouwvakkers staan gezellig te keuvelen op de pechstrook met een manager in maatpak. Een vader plukt bloemen voor zijn dochtertje in de berm. De zon schijnt; de sfeer is gemoedelijk en met momenten zelfs gezellig. Het enige was we nog missen in een fles cava, lacht een jonge man.

Ik wandelen op een af, tussen de wagens door. Blijf af en toe hangen voor een klapke. Slechts weinigen maken zich echt druk. Na de brandweerwagens rijden een colonne zwaantjes aan ons voorbij, gevolgd door de civiele bescherming. We staan ondertussen toch al iets meer dan twee uur stil. Zouden ze straks water en broodjes uitdelen?

En dan plots in de verte zien we wagens keren. De snelweg blijft afgesloten maar wij mogen terug, spookrijden onder politiebegeleiding. Spannend. We zwaaien nog een laatste keer na elkaar en kruipen terug in onze eigen auto. Dan pas begint het lastigste stuk: stapvoets binnendoor tot in Brussel. Op de redactie kijk ik naar de foto’s van het ongeval: één dode en twee gewonden. Slik.

Elektronische agenda

Een elektronische agenda is flexibeler, goedkoper en milieuvriendelijker dan een papieren exemplaar. Toch heb ik lang vastgehouden aan mijn papieren fotoagendaatje, waar ik vrij in kon krabbelen en tekenen, waar ik lekker slordig todo-lijstjes tussen mijn afspraken door neerpende.

Maar mijn gezin liep achter, viel bij iedere afspraak een beetje uit de lucht. En omdat mijn agenda de drukste is, kreeg ik de heugelijke taak te zorgen voor een overzichtelijke familieplanning. Hum. Even heb ik nog geprobeerd om gewoon twee papieren exemplaren bij te houden, maar toen ben ik toch maar gecapituleerd.

Eenvoudig was de overstap nochtans niet. Bob heeft een Iphone, ik werk met Android. Natuurlijk bestaan er synchronisatie-app’s maar dat ziet er altijd gemakkelijker uit dan het is. Bovendien stond mijn agenda al redelijk vol, items die ik allemaal manueel heb mogen overtikken.

Maar nu gebruik ik dus al enkele maanden een elektronische agenda én e-todolijstje, en ik moet toegeven: het is ordelijker én handiger. Behalve dan als mensen je opbellen voor een afspraak. Mijn Samsung kan (in tegenstelling tot mezelf) nu eenmaal geen twee dingen tegelijk. 🙂

Buren

Tien jaar geleden kochten Bob en ik een leuk herenhuis in het centrum van Gent. Toegeven, de geluidsisolatie was niet ideaal. Bovendien gebruikten wij de gelijkvloers als garage en woonden we op de eerste verdieping, vlak naast hun slaapkamer. Het waren brave mensen en toch zorgde de geluidsoverlast voor de nodige discussies. Wij waren jong, nodigen meermaals per week vrienden uit terwijl zij graag om tien uur wilden slapen. We hebben geprobeerd om een beetje rekening me hen te houden, en ruzie is er dus nooit geweest.

Maar toen hun kinderen in de blok zaten en ze kwamen vragen of wij de komende twee maanden op weekdagen geen etentjes meer wouden organiseren en na tien uur geen televisie meer wouden kijken, vond ik dat toch een stap te ver.

En toen kregen we kinderen. 😉

Uiteindelijk waren zij niet de reden dat we zijn verhuisd maar het speelde wel een rol. Ik herinner me nog goed de dag dat ik hen het nieuws vertelde. Ze vonden het oprecht jammer, zeker toen bleek dat we ons huis hadden verkocht aan een kotbaas. Tja …

Nu wonen we in een ruime villa op een vrijstaand stuk grond. Tijdens de verhuis stonden onze nieuwe buren al voor de deur. Dat “onze” ceder enorm veel naalden verloor en hun dakgoten verstopte. Slik. De boom ging er uit, en we hebben ondertussen een goed contact. Maar ik ben blij met de afstand en de ruimte die zorgt voor een natuurlijke buffer.

Mijn vader woont bij ons in, en er komen hier veel vrienden op bezoek. Samen op vakantie, ook dat vind ik erg gezellig. Ik heb lang thuis gewoond, ook toen mijn mama terminaal was.

Ik hou van mensen rond me heen, maar besef ook hoe moeilijk samenwonen soms kan zijn. Net daarom heb ik me gisteren vreselijk geërgerd aan de berichtgeving rond de klagende (er stond zelfs zure) buurbewoners. Natuurlijk is het een beetje klein om klacht in te dienen tegen kankerpatiënten, alsof die mensen geen zorgen genoeg hebben.

Maar die collectieve verontwaardiging stoort mij. Hoeveel van hen zouden hun zieke ouder in huis nemen? En wat als de vzw nu onderdak zouden bieden aan Romagezinnen, zouden we dan even boos zijn? Die mensen hebben toch ook problemen waar ze niet zelf voor gekozen hebben.

De vraag is niet: doet de vzw goed werk? Hebben die mensen recht op onderdak en verzorging? Neen. De echte vraag is: is die woonblok een geschikte locatie? In het nieuws kregen we beelden te zien van een soortgelijk initiatief waar de buren ‘helemaal geen problemen hadden met hun zieke buren.’ Niemand zegt er bij dat de patiënten daar in een vrijstaande villa wonen, met veel parking voor de deur. De infrastructuur van de woonblokken is helemaal anders. Dat verpleegkundige op pantoffels moeten werken, zegt eigenlijk al genoeg.

De situatie is zoals vaak veel ingewikkelder en genuanceerder. De klagers online uitmaken voor “egoïsten”, ze beschrijven als onmenselijk en hen  zelf kanker toewensen, vind ik misschien  verontrustender als de oorspronkelijke klacht zelf.

De stemtest

e waarheid bestaat niet, besef ik. Daarom heb ik maar zelden de ambitie om anderen te overtuigen. En toch … Als je binnen enkele weken dan toch gaat stemmen, doe het dan tenminste voor een partij waar je een beetje achterstaat, waar je het programma dus een beetje van kent.

‘Ik stem altijd voor partij X omdat … mijn ouders dat ook doen.’ ‘Want Y vond ik wel grappig in die quiz op tv.’ of ‘Ik zag haar affiche hangen langs de kant van de autosnelweg, echt een mooi meisje.’

Soms kan ik echt moeilijk geloven dat alle mensen in dit land minstens twaalf (!) jaar lang, vijf dagen per week,  acht uur per dag naar school zijn gegaan, onderwijs hebben gekregen.

Interesseert politiek u niet? Dat kan ik begrijpen. Veel zin (en tijd) om alle partijprogramma’s te bestuderen heb ik zelf ook niet. Maar daarom bestaat de stemtest: vijf minuutjes vragen invullen en De VRT en De Standaard verklappen u op wie u het best stemt. (Wie het resultaat niet gelooft of graag dubbel checkt, kan ook bij VTM terecht).

(Het resultaat is altijd een beetje schrikken. Mijn nummer één valt gelukkig samen met mijn oorspronkelijke plan. Maar ontdekken dat mijn antwoorden ook voor bijna 30% overeenkomen met het Vlaams Belang, daar ga ik toch een nachtje van wakker liggen. :-))
Los van de verkiezingen maar volgens mij veel interessanter is de geweldige reeks #Factcheck14 van de VRT. Duidelijke antwoorden op vragen als ‘Hoe groot is het misbruik met werkloosheidsuitkeringen?’ en ‘Hoe groot is de sociale mobiliteit in ons land.’ A must read (en zo probeer ik jullie stiekem dus toch een beetje te overtuigen :-))

factcheck

Interessant leesvoer: huwelijk

Deze column is helemaal geen pleidooi om weer méér voor de Kerk te trouwen, maar wil het verschil in betekenis uitleggen tussen burgerlijk en kerkelijk huwelijk. Het heeft geen zin jongeren te overtuigen om mooie beloften tegenover God uit te spreken als ze niet in Hem geloven, en het is schijnheiligheid als ze beloven hun kinderen christelijk op te voeden, terwijl ze dat eigenlijk helemaal niet van plan zijn.

Maar als mensen het kerkelijk huwelijk verwerpen, hebben ze het recht om te weten wát ze verwerpen. Burgerlijk of kerkelijk huwelijk lijkt voor velen ongeveer hetzelfde, maar als je ze inhoudelijk vergelijkt, kan er bijna geen groter verschil bestaan.

Toen de wetgever het burgerlijk huwelijk in juridische formules goot, had hij helemaal geen ‘volwaardig alternatief’ voor het kerkelijk huwelijk voor ogen, maar een soort minimale formule: een overeenkomst met de elementairste bepalingen, zo universeel en dus zo beperkt mogelijk. Bijvoorbeeld het woord ‘liefhebben’ komt uiteraard niet in de wettekst voor, want indien wel, zou elke gehuwde die zijn partner niet liefheeft, een juridische straf moeten krijgen; tja, begin hier maar eens aan, hé? Trouwers belóven elkaar op het stadhuis niets, en geen enkele termijn voor de relatie wordt genoemd.

En nochtans: je hoeft toch niet in God te geloven om te weten dat liefde en trouw de ruggengraat van een relatie zijn? Een humanist of atheïst droomt toch ook van een stabiele relatie die méér is dan een economische afspraak of een koud verstandshuwelijk: ‘Jij strijkt en ik zet de vuilzakken buiten. Punt’.

Als men alle religieuze en morele aspecten er afstript, wat blijft dan over? De ambtenaar van de burgerlijke stand leest op het stadhuis uit het burgerlijke wetboek een aantal artikels voor over de rechten en plichten van echtgenoten maar erg romantisch zijn deze niet.

Wat houdt een huwelijk in de Kerk dan in? Hier spreken trouwers ongeveer deze belofte uit: ‘Ik beloof je trouw te zijn, je lief te hebben en te waarderen in goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in ziekte en gezondheid, tot de dood ons scheidt’. Dit is ongeveer de hoogst mogelijke belofte die een mens in zijn leven kan maken. Ze is zo hoog dat je je afvraagt: kan je dit nog van mensen verwachten tegenwoordig?

Het is een interessante denkpiste maar wat als we hetzelfde principe eens consequent toepassen op andere gebieden? De mens is bijv. ook niet in staat eerlijk te zijn, dus moeten we in de wet inbouwen dat de mens af en toe mag liegen? Dat hij in bepaalde gevallen belasting mag ontduiken of een moord plegen? Op andere gebieden stimuleren we mensen om zo hoog mogelijk te mikken, waarom op relationeel gebied niet?

Waarom is de christelijke norm zo bijna-onhaalbaar hoog? Is dat uit star en dom conservatisme, is het een blinde ontkenning van de realiteit, of zit daar een wezenlijke, positieve keuze achter? Het is vergelijkbaar met de Spaanse ontdekkingsreiziger Cortez, die zijn schepen achter zich verbrandde, om elke terugweg af te snijden: Hij wist dat zijn manschappen, wanneer het in de nieuwe wereld moeilijk zou worden, constant in de verleiding zouden komen om terug te keren. Er was maar één mogelijkheid om rechtdoor te gaan, namelijk de terugweg afsluiten, de bruggen opblazen. Radicaal, definitief, bewust.

Stel je nu eens voor dat de Kerk zou ‘mee-evolueren met de moderne tijd’, haar hoge norm zou aanpassen aan het menselijk haalbare, en de formulering versoepelen: ‘Ik beloof je trouw zolang ik ertoe in staat ben…’, of ‘Ik zal probéren je lief te hebben…’, ‘Ik beloof je trouw voor 5 jaar, eventueel verlengbaar…’, ‘Ik beloof je trouw zolang jij ook je deel doet’, … Iedereen voelt aan: dit is absoluut niet hetzelfde.

Een dure belofte geeft meer gewicht aan de relatie. Een huwelijk is geen sprint, maar een marathon: als je bij de start de innerlijke houding hebt ‘Ik zal wel zien of ik het uitloop’, zal je het waarschijnlijk níet uitlopen. De vastberadenheid om de eindmeet te halen is een sleutelvoorwaarde voor succes.

Voor de kleine groep mensen die vandaag nog bewust gelovig leeft, is het zo logisch als iets om God te betrekken bij je huwelijk. Het huwelijk heeft alles te maken met liefde en trouw, en liefde en trouw zijn ‘toevallig’ de hoofdeigenschappen van de God van de Bijbel. Zeker in deze tijd waar het huwelijk maatschappelijk steeds meer ondergraven wordt, is de hulp van God extra nodig.

Trouwen voor de Kerk is vandaag allesbehalve vanzelfsprekend, en dit heeft zelfs een positieve kant: het wordt een bewústere keuze voor wie het wel doen. Het vraagt veel moed en geloof om je leven te willen delen met éénzelfde partner, om ‘door dik en dun’ voor elkaar te kiezen, zeker in de ‘kwade dagen’. Het huwelijk is en blijft een veeleisend engagement.

Waarom verkiezen de meeste trouwende koppels dan de minimale formule? Dit mag toch ook verbazen, want jonge mensen hebben hoger verwachtingen van een relatie dan vroeger: ‘die ander moet al mijn behoeften vervullen en mij gelukkig maken’. Ik wil niet zo ver gaan om te zeggen dat wie een ‘light’ belofte doet, ook maar een ‘light’ huwelijk kan verwachten: ik ga ervan uit dat elk koppel dat énkel voor de wet trouwt, zeker ook de intentie heeft om het te máken. Maar zij pinnen zichzelf niet vast, spreken de grote woorden niet uit en hopelijk wordt dit dan geen ‘self-fulfilling prophecy’.

Van Ignace Demaerel, gelezen in Knack.

En voor alle duidelijkheid: ik ben niet getrouwd. Ik heb daar nooit het geloof noch de relatie voor gehad. Maar ik blijf het buitenwoon mooi vinden, jonge mensen die zichzelf zo volledig en onvoorwaardelijk geven aan elkaar.

Interessant leesvoer: gelijkheid versus gelijkwaardigheid

Gelijkheid, moet dat? Gelezen in De Tijd

’s Ochtends breng ik mijn kinderen met de auto naar school. En telkens opnieuw komt die vraag: wie van de jongens mag vooraan naast mij zitten? Wolf is groter dan 1m35 en hoeft niet meer in een stoeltje of op een verhoogje te zitten. Kobe is jonger en kleiner, dus voor hem heb ik achteraan een verhoogstoel geïnstalleerd. Eigenlijk is er geen discussie: Kobe zit achteraan, Wolf vooraan. Nochtans zie ik mijn beide zonen even graag.

Ik zou voor volledige gelijkheid tussen de twee kunnen gaan. Ze kunnen beiden vooraan in die ene zetel zitten, waardoor ze allebei ongemakkelijk en onveilig zitten. Of ik zou ze beiden achteraan kunnen zetten, waardoor de ‘coole’ plaats vooraan ongebruikt blijft.
Maar Kobe weet dat hij nog niet oud – en groot – genoeg is om vooraan te zitten. Hij weet ook dat als hij wat ouder is, hij dan wél vooraan kan zitten. En Wolf weet dat hij nu door zijn leeftijd altijd vooraan zit, maar dat zodra Kobe oud genoeg is, er regelmatig afgewisseld zal worden tussen beiden.

In onze hang naar inclusie en politiek correct denken zijn we in onze maatschappij het verschil tussen gelijkheid en gelijkwaardigheid vergeten. Iedereen is gelijkwaardig, maar niet iedereen moet gelijk behandeld worden. Als je iedereen exact gelijk probeert te behandelen, belandt iedereen op de achterbank. Dan nivelleren we, zelfs niet naar de laagst gemene deler, maar naar de laagst mogelijke optie. Als we het idee van gelijkheid voor iedereen tot het extreme doortrekken, belanden we in een dictatuur van afgunst: ‘Ik mag niet vooraan zitten, dus moet iedereen achteraan zitten’.
Omgaan met diversiteit doe je niet door alle verschillen weg te halen en te verstoppen, wel door die verschillen te accepteren en ermee om te gaan.

http://www.tijd.be/nieuws/opinie_column/Gelijkheid_moet_dat.9486521-7116.art

Voor jezelf

Voor Jezelf (Fleur van Groningen , verschenen in Het Nieuwsblad Magazine 22/03/2014)

“Voor jezelf kiezen is één van de moeilijkste dingen die er zijn”, zegt mijn moeder aan de andere kant van de lijn. Zonder dat ze het kan zien, knik ik. Ik moet denken aan een kennis die me laatst vertelde dat ze uit het kerkkoor was gestapt waar ze sinds haar schooltijd in zong. Plezier putte ze er al jaren niet meer uit, maar ze wilde haar collega zangers niet in de steek laten. Toen ze uiteindelijk toch de knoop doorhakte, was haar opluchting groot. Er werd zelfs onmiddellijk een enthousiaste vervanger gevonden. Ze begreep dus niet hoe ze drie jaar over die beslissing had kunnen doen.

“Misschien omdat je eigen geluk de enige beweegreden lijkt?”, vraag ik mijn moeder. “Iets voor anderen doen is nobel. Zeker als er kinderen of daklozen aan te pas komen. Maar gewoonweg jezelf plezieren, dat hoort op de één of andere manier niet. Terwijl je juist meer te bieden hebt, als je goed in je vel zit. Toch?” Volgens mij knikt mijn moeder nu ook.

“Maar ik heb het er nog vaak moeilijk mee”, biecht ze op. “Een mens vervalt zo gemakkelijk in een aaneenschakeling van plichten. En dan is de dag weer om en kruip je gefrustreerd onder de wol.” “Niet alle mensen”, werp ik tegen. “ Die ene ex van mij deed toch alléén waar hij zin in had? Trok zich niks van anderen aan. Jaloers dat ik daarop was! Maar hij was een onbeschofte egoïst. Zo wil ik nu ook weer niet zijn.” We lachen en zoeken de gulden middenweg.

Als kiezen voor jezelf een uurtje schilderen betekent (of een skireisje) dan zou ik niet twijfelen. De realiteit is vaak net iets ingewikkelder 😉

In een bokaal

 

IMG_20140324_090931(1)Echt ziek ben ik niet. Gewoon een beetje een uit de hand gelopen snotvalling. Ik voel me goed, behalve dat ik amper nog iets hoor of proef. Een stevige oorontsteking aldus mijn huisarts, die wel een beetje raar keek toen hij hoorde dat ik nog zou gaan werken. Maar zo belangrijk zijn die oren toch niet?

Misschien is het zelfs een voordeel, lachten mijn collega’s. Dan kan je rustig verder werken. De redactie is één open ruimte moet je weten, waar we met gemiddeld honderd mensen gezellig samen dicht bij elkaar zitten. Het tegendeel bleek waar. Vandaag ben ik tot het besef gekomen hoe belangrijk afluisteren is en hoe ik het onbewust eigenlijk voortdurend doe, zeker op de redactie.

Ik hol achter de feiten aan. Moet me vandaag extra hard concentreren. ‘We maken een Obama-trein vooraan’ (wat betekent dat we een thema samen groeperen in de krant.) Zelf hoorde ik alleen ‘Obama’ en ‘trein’ en vroeg doodserieus: die mens reist toch per helikopter? 😉

Ik kan er ook niets aan doen. Ik zit onder water, of in een bokaal. Zo voelt het alvast. Ik proef ook niets, maar dat is in onze grootkeuken niet altijd een nadeel. Ik heb mijn avondmaal zelfs een beetje vervroegd zodat ik de tweede dosis antibiotica al mag slikken. Want als sociale vis vind ik het leven in een bokaal eigenlijk helemaal niet zo gezellig 😉

IMG_20140324_171424(1)

Interessant leesvoer

* Razend les lezen (500 is niet iets te snel voor een leuke roman maar wel interessant voor studenten) 

250 woorden per minuut:

xiss8e7-2

350 wpm:

oo2oopm

500 wpm:

56tvouk* Mooie fotoreeks van een mama en haar dochtertje (met het syndroom van Down maar eigenlijk is dat niet relevant voor de reeks. Het idee: ik fotografeer jou en jij mij is gewoon heel tof). Foto’s Emer Gillespie

1.jpg.938 3.jpg.938* En het is niet dat ik iets heb tegen borstvoeding, integendeel. Maar de druk is tegenwoordig wel heel hoog waardoor veel jonge mama’s (zoals ik destijds) zich (onterecht) schuldig voelen als ze toch ‘kiezen’ voor flesvoeding.

borstvoeding

Interessant leesvoer

* De druk van grote mensen maakt kleine kinderen triest (De Morgen)

“Onze maatschappij gaat zo snel vooruit dat kinderen zich daarin verliezen. Ze moeten mee kunnen op het tempo van de volwassenen uit hun omgeving, maar struikelen onderweg. Slik

* “Verplicht EHBO-lessen op school” (De redactie) Ik vind dat een heel goed idee. 🙂

Omstanders aarzelen vaak om in te grijpen, omdat ze niet weten wat ze moeten doen.

Interessant leesvoer

* Wees ambitieus, neem niet op ( De Standaard)
Het is niet omdat je een poging doet om je werk te bundelen binnen een bepaalde periode van de dag, dat je minder ambitieus bent of je werk minder goed doet.

* Het verhaal achter de zoomlens ( De Standaard)
Het werkelijke probleem is dat door de massale en snelle verspreiding van beelden de context vaak ontbreekt. Zo blijkt de Syrische jongen niet alleen door de woestijn te lopen. De eerste foto die de wereld rondging, zoomt in op de jongen. Maar als je het volledige plaatje bekijkt, zie je dat hij deel uitmaakt van een groep vluchtelingen die op weg is naar Jordanië.

kleuterwoenstijn

* Wanneer stigmatiseer je met een foto? Door Tom Nagels (Naar aanleiding van een foto van een zwarte kok bij een stuk over vuile restaurants).

Een beeld is stigmatiserend als het aansluit bij een breed gedeeld vilein cliché over een bevolkingsgroep. Als een artikel in de Franstalige pers over racisme in het algemeen wordt geïllustreerd met een foto van een herkenbare Vlaming, dan zal ik dat stigmatiserend vinden ( omdat ik weet dat er een cliché leeft in Wallonië dat zegt dat Vlamingen racistisch zijn).

Dezelfde foto bij een artikel over vuile restaurants zal me minder snel storen – Vlamingen staan bij mijn weten niet bekend als onhygiënische restaurateurs. Maar hoe schat je in of een stereotype ‘breed gedragen’ is? Iedereen heeft zijn eigen gevoeligheden.

* Leuk en zeer overtuigend reclamefilmpje voor het goede doel.

(Vergeet de onderschriften niet aan te vinken)