Categorie archief: onderwijs

Reacties

flomia

Overspoeld word ik door reacties, nog steeds. En dat doet me veel plezier. Want natuurlijk twijfelde ik tijdens het schrijven van mijn vorig bericht. Is Flo geen uitzondering, een alleenstaand geval? Of erger: overreageer ik, als bezorgde mama? Maar hoe uniek mijn dochter ook is, ze is duidelijk niet het enige kind dat tussen de mazen van het M-decreetnet valt.

Ik heb alle mails en berichten met veel aandacht gelezen. Veel (te veel) vergelijkbare verhalen, veel steun en ook een paar interessante kritische commentaren. Ik lijst ze voor jullie even kort op:

Een boeiende visie waar regelmatig aan terugdenk, van Hans:

Ik las met aandacht het artikel in de krant en het verdriet me.
Hier staan we voor de steeds terugkerende malaise in ons Vlaams onderwijs en dat is  het gebrek aan informatie. 95 % van de leerkrachten begrijpt de term inclusie niet en interpreteert het M decreet niet juist en dat is jammer.

Er is geen enkel reden om haar kind niet in het gewoon onderwijs te laten verder gaan. Wie dat beweert maakt van de school nog steeds een leerKazerne en geen leerThuis.
Dat betekent een plaats waar kinderen gepusht worden om allen samen op hetzelfde moment dezelfde eindstreep te behalen. Dit kan niet de bedoeling zijn van een leerplek.

Inclusie betekent nu net niet dat je met allerlei middelen een kind op hetzelfde moment aan dezelfde  eindstreep brengt. Ontwikkelingsgericht werken is de kern van inclusie. Het decreet is geen kwestie van besparen maar  een gegeven dat komt uit de rechten van de mens. Er heel wat scholen die met succes kinderen  inclusief opnemen in tegenstelling tot geïntegreerd onderwijs … wat betekent dat je een kind met man en macht door sleuren en trekken  dezelfde eindstreep doet behalen dan de anderen (wat natuurlijk een pijnlijke illusie is).

Hans, ik ben het helemaal met je eens ook al komen we tot een andere eindconclusie. In mijn ideale wereld ontwikkelt ieder kind zich op zijn of haar eigen tempo. Maar deze mooie idealistische theorie staat haaks op ons huidig onderwijsmodel. Leerdoelen per schooljaar is daar het ultieme bewijs van. Ik zie slimme kinderen die goede punten halen zonder enige inspanningen, terwijl anderen  meermaals per week bijles volgen (bij een logopediste) met als enigste doel de goede studenten bij te benen.

Drie jaar geleden haalde mijn oudste dochtertje een onvoldoende voor turnen ondanks een negen voor inzet. Het kind is geboren met klompvoetjes. Ze kan gewoon niet beter. Op de school van de neefjes worden de rapporten nog steeds per rangschikking afgeroepen: Jantje staat op nummer één met 92 %. Applaus. Op nummer twee staat Jonas met 89 % enzovoort. Je zal maar de laatste van de klas zijn … De kloof tussen dergelijk onderwijsklimaat en een leerTHUIS is oneindig groot. Misschien moeten we beginnen met gewone gezonde kinderen op hun tempo te begeleiden. En als dat lukt, kunnen we er misschien denken aan inclusie.

Ook ‘interessant’ was de visie van Alain, hoe pijnlijk ik deze ook vind. Alain zegt luidop wat meer mensen stiekem denken.

Verantwoordelijkheid bij anderen leggen is de gemakkelijkste oplossing, echter de minst duurzame. Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kind, niet de maatschappij/overheid. Ondersteuning van de maatschappij wordt niet langer als gunst, als duw in de rug gezien, maar als een recht.

Wat Flo betreft kunnen we ook kijken hoeveel de overheid reeds meer investeerde in het meisje in vergelijking met leeftijdgenootjes: terugbetaling medische onderzoeken/medicatie epilepsie, terugbetaling therapie in reva, loon gon-leerkracht en clber, de infrastructuur en vorming van deze diensten.

Hoeveel kan/durf je nog vragen aan de overheid?

Alain. Niet alleen hebben wij een heel andere kijk op de maatschappij, en op de zwakkeren en zieken onder ons. Maar ook al kiezen we voor economische efficiëntie, ook dan hebt u ongelijk. Op korte termijn lijkt het M-decreet namelijk een interessante besparing. Op lange termijn vrees ik voor nog veel meer kosten. Stel Flo gaat in september naar het eerste leerjaar, in gewoon onderwijs. Ze kan zich moeilijk concentreren. In de kleuterklas haalt ze het einde van een verhaaltje zelden. Haar aandacht verslapt en ze gaat lopen, voorlopig richting speelhoekjes. Volgend jaar zal ze een volledige dag moet stilzitten. Zonder pessimistisch te willen zijn: twee weken geef ik het. Dan gaat er iemand afhaken: de juf of Flo.

En zelfs al houden ze het langer vol. Kinderen laten aanmodderen in gewoon onderwijs, dat gaat onvermijdelijk wreten aan hun motivatie en eigenwaarde. Net daarom ben ik er van overtuigd dat kinderen best zo snel mogelijk de juiste begeleiding krijgen. Dat kan in theorie ook in gewoon onderwijs maar niet zonder extra middelen. Want elk verloren jaar kost geld. En op lange termijn ben je als maatschappij beter af met gelukkige laaggeschoolden dan ongelukkige ongeschoolden.

Onderwijs is geen gunst Alain, het is een recht ook voor mijn dochter.

In tegenstelling tot wat u schrijft, neem ik dus wel mijn verantwoordelijkheid. Met mijn verhaal steek ik mijn nek uit, voor mijn dochter maar ook voor andere kinderen zoals zij. Omdat het systeem niet op punt staat, en ik als belastingbetaler daar ook inspraak in heb. Omdat we nu een lek verdoezelen waarvan iedereen op voorhand weet dat het binnen enkele jaren opnieuw zal lekken maar dan met extra waterschade.

Natuurlijk had ik liever drie gezonde kinderen gehad. Ik eet gezond, rook niet en heb alle mogelijk prenatale tests ondergaan. Willen of niet: kinderen zoals Flo zullen er altijd zijn. Hen goed begeleiden is niet alleen onze morele plicht, het is ook de beste investering voor later.

Ook aandoenlijk waren de briefjes van enkele BUSO leerlingen.

Beste mevrouw,

Ik begrijp het zelf niet waarom Flo niet naar BLO mag gaan. In het gewoon onderwijs
kunnen ze niet zo goed voor ons zorgen. Met vriendelijk groeten A.

Dag mevrouw,
Ik vind het eigenlijk niet zo goed dat Flo in het gewoon onderwijs zit.
Ik heb zelf in het gewoon gezeten en weet hoe zwaar het is
als alles te moeilijk is. Dat is niet leuk. Groetjes K.

Beste,

Ik ben Z. en ik zit ook in het buitengewoon onderwijs. Ik heb het verhaal van uw dochter Flo gelezen in de klas samen met de kinderen van mijn klas en ik geef u geen ongelijk. Flo heeft recht op buitengewoon onderwijs net zoals iedereen met een beperking. Hier zijn kleinere klassen en kunnen wij overdag op therapie. Uw kind is heel speciaal op haar manier. Wij steunen u.

Het M-decreet: de impasse

Krijg je niet één maar twee kinderen met extra zorgen en leerproblemen. Pech, al zie ik mijn kinderen te graag om hen zo negatief te omschrijven. Twee jaar geleden moest ik het CLB al overtuigen van buitengewoon onderwijs voor Nina. Het was vooraf zo duidelijk dat mijn dochtertje het niveau niet zou aankunnen, ik wou haar de faling besparen. Geen leuke beslissing maar ik heb geen seconde spijt van de overstap. Nina gaat met veel plezier naar school en dat goed gevoel is de basis van haar enorme vooruitgang.

Twee jaar later heb ik een deja vu, al lijkt de huidige impasse eerder op een nare droom. .

Mijn jongste dochtertje Flo lijdt een aan zware vorm van epilepsie. Dankzij drie zware medicijnen doet ze geen aanvallen meer maar de epilepsie heeft wel een grote invloed op haar ontwikkeling. Flo is vijf en zit nu in de derde kleuterklas. Twee keer per week krijgt ze kiné, ergo en logo. Desondanks kan ze absoluut niet mee met haar leeftijdsgenootjes. Dankzij een paar uurtje extra GON-begeleiding is de situatie voor haar juffrouw voorlopig leefbaar, maar wat met volgend jaar?

De overstap naar een gewoon eerste leerjaar is onhaalbaar. Daarover zijn de juf, de directrice, de GON-begeleidster, het revalidatiecentrum en ik het alvast eens.

‘Volgens het nieuwe M-decreet moet de school kunnen aantonen dat ze alles heeft geprobeerd om het kind te begeleiden. Enkel als de aanpassingen voor het kind buitensporig zijn, kan er een attest voor buitengewoon onderwijs opgesteld worden.’

De school trekt aan de alarmbel maar ondanks alle extra begeleiding, komen wij voorlopig nog niet in aanmerking voor een attest. We moeten het eerst proberen, aldus het CLB. Crashen dus, in plaats van preventie.

De directrice en de juf zijn nochtans van goede wil maar zonder extra hulp kunnen zij Flo onmogelijk goed begeleiden. Mijn dochter kan zich moeilijk concentreren. Een tekening afmaken duurt vaak te lang, laat staan dat ze volgend jaar in een klas van zesentwintig kinderen vlot gaat leren lezen en schrijven. Dat uurtje GON gaat het verschil niet maken.

Misschien kan ze gewoon een jaartje blijven zitten? De school ziet het niet meer zitten en ik volg hen. Mijn dochter is ziek. Ze heeft een andere, meer individuele begeleiding nodig. Dat gaat binnen een jaar niet anders zijn.

Blijven zitten is geen inclusie. Het eerste leerjaar is onhaalbaar maar zonder attest is ze niet welkom in buitengewoon onderwijs. Zie daar de impasse.

Zonder extra middelen is het M-decreet is niet meer dan een harde korte termijn besparingsmaatregel. Want ik verzeker u: binnen enkele jaren zullen ze opnieuw veel geld moeten vrijmaken om al die gefrustreerde kinderen, leerkrachten en ouders weer op te lappen.

IMG_20140329_120947

Nieuwe coupe

Het duurde even voor ik begreep wat er was gebeurd. Op de grond lag een bergje blonde haartjes. Misschien was er opnieuw een Barbie gesneuveld?

Kappertje spelen, het blijft een klassieker. Zoiets overkomt je maar één keer, per kind wel te verstaan. Flo beperkte zich tenminste tot één kant. En wat je de juf ook mag beweren: ze kan recht knippen.

Onze huis-aan-huis kapster gaf me twee opties: of ik maak er een ventje van of we steken er een asymmetrische coupe in. Dat is hip, voor volwassenen.

Waarom zijn kinderkapstel altijd zo vreselijk klassiek en braaf? Het is maar haar; dat groeit altijd weer terug. De kindertijd lijkt me bovendien de ideale moment om te experimenteren. Sparen zullen ze later nog genoeg moeten doen 😉

image-2

Zakgeld

Ik wil, ik wil, ik wil, …. Ze wilt een ijsje en een nieuw jurk, popcorn van in de cinemawinkel en een fiets met versnellingen. Ze wilt op vakantie, naar de sneeuw én naar de zon; en een eigen pony.

‘Wie gaat dat allemaal betalen? Weet je wel wat dat allemaal kost? Besef je wel hoe lang mama daar moet voor werken?’ Mijn eigen ouders ontsnapten uit mijn mond. Slik.

Leren omgaan met geld is alles behalve evident, zelfs niet voor sommige volwassenen. Of zakgeld het verschil maakt, weet ik niet. Maar het is een waardevolle poging zolang je meer doet dan je kinderen regelmatig wat extra geld toe te stoppen. Zakgeld is geen synoniem voor spaargeld. Het bedrag moet evenredig zijn met mogelijk uitgaven. Meteen uitgeven of alles oppotten is niet bijzonder leerrijk. Denk aan Monopoli: te veel of te weinig geld verpest het spel.

Vier euro per week leek mij een eerlijk startbedrag, want terugschroeven zit er niet in. Cool, vond Manou. Tot ik er haar vertelde dat ze vanaf nu ook bepaalde kosten zelf zou moeten betalen. Het tussendoortje tijdens de musicalles bijvoorbeeld, al kon ze natuurlijk ook gewoon een koekje uit de kast nemen. Kerstgeschenkjes en ook niet noodzakelijke extraatjes zoals die bubbelkauwgom aan de kassa van het grootwarenhuis of ritje op de kermis.

We zijn ondertussen twee weken bezig. De eerste vier euro zitten nog mooi opgeborgen in haar portefeuille. Gisteren trokken we samen naar de H&M. ‘Oh mama, kijk eens wat een leuk hondenhandtasje. Dat zou een super leuk cadeautje zijn voor onder de kerstboom, voor Floowie.’ Kostprijs 14 euro. ‘Oei.’

Het leven is duur. Dat heeft ze meteen begrepen. Maar je eerste zakgeld uitgeven aan een geschenkje voor je kleine zus, dat kon ik niet laten schieten. De geste is goud waard en dus heb ik haar een klein beetje gesponsord.

Morgen is het kerstmarkt, op beide scholen. Eens zien hoe ver ze zal lopen met haar resterende vier euro. 🙂

Varken_Bor232

Boeven

‘Mevrouw. U mag uw tas daar niet onbewaakt laten staan.’ Van achter mijn camera staar ik de lieve oudere man aan. We staan op de receptie van een huwelijk. Veel valt er niet meer te stelen, denk ik bij mezelf. Mijn camera hangt rond mijn nek, en bovendien lopen hier alleen gasten rond. ‘Ik ken een koppel van wie alle enveloppes verdwenen tijdens hun trouwfeest.’ De ene anekdote volgt de andere op, alsof iedereen wel iemand kent die door eigen vrienden of familie zijn bestolen.

Wie zijn die mensen?

Geen dag later trek ik met mijn meisjes naar een Sinterklaaspersoneelsfeest. Na de voorstelling krijgen alle kinderen een geschenkje. U kent dat wel, een warme drukke Vipruimte vol overactieve jengelende ettertjes. Op een tafeltje stapelde ik al onze bezittingen op: geschenkjes, snoepgoed, jassen enzovoort. Mijn meisjes gaven Sint en Piet een hand, ik maakte een paar matige kiekjes en dan hielden de kinderen zich bezig in de speelhoek terwijl wij ouders onszelf trakteerden op een gaasje wijn. Natuurlijk hield niemand de pakjes nog in de gaten.

Voelt u hem al komen?

Bij vertrek bleek dat één geschenkje voetjes had gekregen. Die cadeautjes waren een extraatje. Mijn kinderen hebben speelgoed genoeg. Een drama vind ik het dus niet. Maar hoe leg je zoiets uit aan je kind? ‘Waren hier dan echt boeven mama?’ Tja.

Wie doet nu zoiets? Welke ouder zegt tegen zijn kind: ‘pak snel dat van dat andere kindje. Zo hebben wij er lekker twee.’ De media betalen niet bijzonder goed maar armen mensen liepen daar niet rond. We zijn dus bestolen. Maar op lange termijn is eigenlijk dat andere kind de pineut. Het kreeg een extra geschenkje maar werd tegelijkertijd ook een beetje beroofd, van een goede opvoeding dan.

ik-waak-voor-mijn-baas

Buitengewoon onderwijs is helaas nog vaak de beste optie

Zegt nog eens haar gedacht over dat nieuwe M-decreet, in de krant van vandaag 😉

Toen enkele jaren geleden bleek dat mijn dochtertje Nina iets minder snel leerde dan haar leeftijdsgenootjes, was dat even slikken. Niemand ziet zijn kind graag sukkelen. Geen enkele ouder stuurt zijn kind met plezier naar het buitengewoon onderwijs, het BLO van vroeger. En toch kozen we, tegen het advies van het CLB in, voor type 8-onderwijs. Je uiterste best doen om (in het beste geval) met de hakken over de sloot te geraken, ik wou het haar niet aandoen. Schoolmoeheid leek ons een te groot risico.

‘Waarom zou je het niet gewoon proberen? Je kan toch altijd nog naar het buitengewoon afzakken?’ Buitenstaanders begrijpen het vaak niet. Kiezen voor geluk in plaats van voor prestatie, het is een beetje tegen de tijdgeest. Nina leert nu met veel plezier lezen en schrijven, samen met zeven andere ‘specialekes’. Ze gaat buiten-gewoon graag naar school en blinkt van zelfvertrouwen.

‘Alleen als het gewoon onderwijs meer rekening houdt met gehandicapte kinderen, zullen die kinderen minder nood hebben aan buitengewoon onderwijs’, schrijft Gauthier De Beco in de krant (DS 3 september). En, zo is hij overtuigd, ‘bij voldoende middelen, volgt de rest wel vanzelf’. En net daar wringt het schoentje.

Inclusie is ook in mijn ideale wereld de enige juiste keuze. Maar binnen ons huidig onderwijssysteem houd ik toch mijn hart vast. Veel gewone scholen hebben totaal geen idee van wat hen te wachten staat volgend jaar, als het M-decreet van kracht wordt. Dat bepaalt dat kinderen met een beperking in theorie ‘recht’ hebben op gewoon onderwijs. Het is een mooi en ambitieus ideaal, maar over de concrete uitwerking is nauwelijks nagedacht. Want de ene beperking is de andere niet. Slechthorende kinderen vragen een geheel andere aanpak dan iemand met dyslexie of autisme. En die kennis leer je niet op in één infoavond. Inclusie begint eigenlijk al in de opleiding van de leerkracht.

En van veel extra middelen voor de gewone scholen is er voorlopig ook geen sprake, integendeel. Scholen kampen nu al met financiële problemen. Geld voor kleinere klassen, aangepast didactisch materiaal en infrastructuur is er gewoon niet. En met een deeltijdse zorgjuf en een rolstoelvriendelijk toilet gaan we er niet geraken. Erger nog: het M-decreet heeft veel weg van een besparing op het buitengewoon onderwijs: hoe minder kinderen erheen trekken, hoe beter, lijkt het wel.

Echte inclusie vraagt veel extra begeleiding, veel extra materiaal en dus ook veel extra geld. Zonder al die zaken zullen die zogenaamde ‘aangepaste leerdoelen’ gewoon synoniem staan voor ‘de lat lager leggen’. Onderwijs heeft niet als doel om kinderen bezig te houden, maar wel om ze te laten groeien, elk binnen de eigen mogelijkheden. Kinderen met extra zorgnoden dumpen in gewone klassen, dat is geen inclusie. Je hoeft geen pedagoog te zijn om te voorspellen wat er allemaal kan misgaan: pestgedrag en schoolmoeheid met een totaal afhaken als gevolg. En wat dan?

Moesten we beginnen met gewone leerlingen op gewone scholen ook daar daadwerkelijk op te vangen, in plaats van ze massaal door te sturen naar logopedisten en andere naschoolse therapie. En pas dan kunnen we misschien beginnen praten over de echte inclusie van zorgkinderen.

schoolfeestninax-24-van-24

Trouw

trouw (1 van 1)

– Juf M. trouwt. We gaan straks samen naar het feestje. Je mag een bloemetje voor haar kopen, en ze zal een mooie jurk aan hebben.
– Gaan we naar een feestje? Van juf M. ? Voor haar verjaardag?
– Niet voor haar verjaardag maar omdat ze trouwt. Ze gaat er uit zien als een prinses, met een mooi wit kleed.
– En dan krijgt ze een bloemetje voor haar verjaardag? Of is het bloementje voor de prinses?
– De juf wordt de prinses, omdat ze trouwt.
– Trouwt ze voor haar verjaardag?

Tja …

trouw (1 van 1)-2

 

Op kamp

flobloso (1 van 1)-2 flobloso (1 van 1)-3 flobloso (1 van 1)

Flo op sportkamp? Alleen? Echt?

Flo’s motoriek en evenwicht zijn niet geweldig. Maar een zomerkamp is altijd een goed idee, en niet alleen als opvangalternatief.

De voorbije jaren waren we erg tevreden van de sportkampen in de Wolfput, van de stad Gent. Geen gekke thema’s of springkastelen; niets spectaculairs behalve een paar enthousiaste monitoren. En mensen maken het verschil.

Vandaag sloten we de leuke week af met een korte show. Flo huppelde uit de maat 🙂 maar uitbundig mee. Een half uurtje later trok ze me mee de tuin in: ‘Mama? Gaan we het spel van de Rode Duivels spelen?’ In mijn tijd heette dat nog gewoon ‘voetbal’ 🙂

Interessant leesvoer: Iedereen wil toch weerbare kinderen die hun talenten ontwikkelen?

Maanden geleden las ik dit stuk al in De Morgen. Met de zomervakantie in mijn achterhoofd, de periode bij uitstek waarin veel ouders (ook ik soms) zich in tien plooien voor hun kroost, deel ik het graag nog eens met jullie.

Ik zie ze overal. Ouders die ’s morgens boterhammen met choco smeren voor hun kinderen, ook al zijn die ondertussen 16. Mama’s en papa’s die hun kroost overal met de auto naartoe brengen. Die natte handdoeken en zwempakken systematisch blijven ophangen. 

Waarom doen we dat eigenlijk? Ik erger me blauw aan dat gepamper van kinderen alsof ze eeuwig kleuter blijven. Ze worden er alleen maar lui van. Straks willen ze allemaal ook nog een partner die hen blijft bedienen. Zo geraken we er nooit natuurlijk met die evenwichtige taakverdeling tussen ouders.

Ieder heeft zo zijn idee over opvoeding. Voor mij is het: kinderen helpen om hun talenten te ontdekken, en ze zelfredzaam en weerbaar genoeg maken om die te ontwikkelen zodat ze later gelukkig worden.

Je kunt kinderen niet verwijten dat ze voor de gemakkelijkste weg kiezen. Het is aan ons, ouders, om grenzen te stellen. En het is aan hen om die grenzen te overschrijden en te verleggen. Zo worden ze groot. Je moet ze dingen laten proberen, fouten laten maken, tegen de muur laten lopen, zo af en toe.

Van professor Elke Geraerts leerde ik dat de beste remedie tegen depressie en burnout veerkracht is. Ervoor zorgen dat je weerbaar bent in moeilijke situaties en snel weer opstaat en verder gaat. Het goede nieuws is dat je dat kunt leren, al van kindsaf, maar alleen als je af en toe faalt of een probleem tegenkomt.

Van Elke Jeurissen in De Morgen.

Voor de juf

De dochters hadden weinig zin om te knutselen, en dus verzonnen we iets anders.

* Bedankt om me te laten groeien, of zonnebloemen voor Flo’s juf:

IMG_20140627_184938

* Twee pretpakketten voor de juffen van Manou en Nina, met allerhande lekkere extraatjes zoals verse kruiden, mosterd en sausjes, hartige en zoete hapjes én natuurlijk het zelfgemaakte rapport. IMG_20140627_155348

IMG_20140627_160219

Omdat ze het verdienen 🙂

Ziek

IMG_20140624_102457

Een ongeluk komt nooit alleen.

Na een late shift op het werk, vond ik mijn jongste zwetend in haar bedje. Koorts gevolgd door een aanval, en twee uur later kotste ze ons bed onder.

Om half zeven hing ik al aan de telefoon met Skoebidoe, op zoek naar opvang. ‘Voor vandaag mevrouw? En hebt u wel een doktersbriefje in huis?’ Gelukkig vonden ze ondanks alles toch iemand om me uit de nood te helpen zodat ik vandaag toch ‘mag’ gaan werken.

Schoolfeest

schoolfeestninax (24 van 24) schoolfeestninax (17 van 24) schoolfeestninax (14 van 24) schoolfeestninax (13 van 24) schoolfeestninax (11 van 24) schoolfeestninax (2 van 24)

Heel soms maak ik me zorgen om het M-decreet, om de toekomst in het algemeen. Gaat mijn kleine gevoelige Nina haar weg vinden in deze prestatiemaatschappij?  En wat gaat er worden van al die kinderen die net iets anders zijn?

Maar dan is het schoolfeest, in Salvator. Dan zie ik ze spelen, lachen en dansen. Buitenstaanders mogen denken wat ze willen. Critici zal je altijd hebben. Misschien wordt het niet gemakkelijk, maar mijn gevoel zegt toch: het komt goed.

(En nog eens super bedankt aan alle sponsors, voor de tombola. )

Afscheid

Volgende week is het zover; dan nemen mijn meisjes afscheid van hun juf. En omdat wij dit jaar maar liefst drie keer met ons gat in de boter zijn gevallen, werk ik aan leuke afscheidsgeschenkjes.

Veel juffen zitten niet te wachten op nog een koffiemok. Dat lesgeven toch gewoon hun job is, en dat niet iedereen een cadeau kan betalen besef ik ook. Toch blijft dat afscheid een bijzonder moment. Mijn meisjes vragen veel extra zorgen. Een extra bedanking is het minste wat ik maar vooral mijn kinderen kunnen doen.

De vraag blijft: wat geven we de juf? Te dure geschenken zijn nergens goed voor. Iets zelfgemaakt is leuker, al vind ik Flo’s tekening, of de ruwe strepen op papier, misschien een beetje zwak.

Wat hebben we de voorbije jaren al gedaan?

Een Pinterest-inspiratieboekje:

inspiratieboekje-1-of-1

Snoep:

inspiratieboekje-1-of-1-2

Bloemen (echt en van papier):

bedankt-1-of-1-2geschenkjejuf-1-van-1-4

Nog leuke ideetjes: zelfgemaakte tissuedoos, zelfgemaakte pennenzak (maar veel zin om te naaien heb ik niet),  confituur of iets uit de keuken, een plantje (bedankt dat je me liet groeien), enzovoort.

Waar ik dit jaar aan werk:

Een rapport voor de juf:

IMG_20140619_134254

Op Manous verjaardagsfeestje zijn we begonnen aan een vriendschapsboekje van alle leerlingen, maar dat is nog ver van af.

En verder ben ik nog een beetje zoekend: niet te duur, niet te moeilijk, niet te tijdrovend.

Tips zijn dus nog altijd welkom. 🙂

Go Belgium

image

Deze ochtend hadden we geen fluovestjes nodig :-). We vielen vanzelf op.

Nina’s directrice had gezegd: als België wint, mag iedereen als duiveltje naar school komen. Bobs rode duivels T-shirt werd met een ceintuur omgebouwd tot een kinderkleedje, met nogal grote decolleté. In haar boekentas verdween een berg supportersbrol.

Zelf heb ik niet zo veel met voetbal. Maar ik hou wel van de WK-gekte. Ook al is het een beetje oppervlakkig, de duivels zorgen toch voor een geweldig samenhorigheidsgevoel. Rijk en arm, oud en jong, mannen en vrouwen: iedereen gaat er in op.

Geen maand geleden stemde één op drie Vlaams; nu dwepen we collectief met de Belgische driekleuren.  Il faut le faire. 🙂

Go Belgium go of vive la Belgique (vive le roi 😉

image

Loombandjes

IMG_20140617_154627

Ons WK-stickerboek is amper half gevuld en daar is de nieuwe rage al: loombandjes. Armbandjes maken voor je BFF (en voor jezelf of je mama ;-)), dat is toch veel leuker dan shoppen en plakken.

Je kan er trouwens meer van maken dan enkel armbadjes, zie ik op pinterest. Niet dat mijn lieve dochter daar het geduld voor heeft.

Trouwens: je moet ze nog wel te pakken krijgen, die bandjes. In de Fun, Action, Carrefour en Zeeman waren ze alvast uitverkocht.

Bissen

Dinsdag stond teamoverleg op het programma. De juf, de directie, CLB en het revalidatiecentrum zouden zich buigen over de vraag of Flo volgend schooljaar naar de derde kleuterklas mag. Ook al ‘moest’ ik niet aanwezig zijn, ik wist dat het zou spannen en nam een dag verlof.

Dat Flo een achterstand heeft, beseffen wij al lang. Dat ze vier jaar gaat kleuteren, ligt ook zo goed als vast. Toch trok ik naar het overleg met de overtuiging dat Flo beter volgend jaar kon bissen, want ‘in een derde leren ze toch meer’. En ik was niet van plan mij te laten ompraten.

Maar … “Il n’y a que les imbéciles qui ne changent pas d’avis”, of alleen domme mensen veranderen niet van gedacht.

Omdat Flo soms het niveau van de groep niet haalt, haakt ze vaak op voorhand af. Ze speelt wel met andere kinderen maar neemt nooit de leiding om dezelfde reden. Verhaaltjes van een kwartier duren haar te lang. Tekenen, knippen, gezelschapspelletjes: met begeleiding lukt het wel maar in een grote klas is dat natuurlijk niet altijd haalbaar.

Laten we ze nog een jaar zwoegen en afhaken, of zoeken we nu al naar een oplossing? De juf van de derde kleuterklas zat mee aan tafel, en was erg enthousiast. En ik? Ik kantelde. Want een kind moet zich goed voelen, om volluit te kunnen leren. En wie loopt er nu graag op de toppen van zijn tenen?

Flo wordt omringd door een geweldig team van professionele, gemotiveerde en oprecht lieve mensen. Dat heeft het overleg alvast bewezen. De vraag of Flo in september in de tweede of derde kleuterklas zal zitten, vind ik plots minder relevant.

IMG_20140519_151116

Lentefeest

In de kleuterklas was Nina overtuigd ‘gelovig’. Kindje Jesus was haar vriend, wat natuurlijk niet zo uitzonderlijk is op een katholieke school. Nina wou kost wat kost haar eerste communie doen, ook al is ze niet gedoopt. Maar wij laten de meisjes zelf kiezen en begin dit jaar verwittigde ik dus de juffrouw. Geen probleem: indien nodig kon Nina gewoon gedoopt worden tijdens dezelfde dienst. Handig.

En net toen iedereen zich verzoend had met deze onverwachte godsdienstige wending, veranderde mijn dochter van gedacht: ‘ik wil het lichaam van Christus niet opeten. Ik lust dat niet, zo een hostie.’ Zuiver op basis van smaak al dan niet aansluiten bij de Rooms Katholieke kerk leek mij een beetje oppervlakkig maar Nina was niet meer te overtuigen.

En dus vieren we zondag haar lentefeest.

Sommige mensen vinden communies en lentefeesten een verplicht nummertje, lees ik ind e krant vandaag. Ik niet. Ik hou van feesten. Iedere gelegenheid is goed om af te spreken met de mensen om wie je geeft. En de overstap van kleuter naar lager onderwijs vlijkt mij een mooie reden. Kinderen worden zo snel groot, toch?

Nina kijkt enorm naar uit naar haar feest. Al maanden telt ze af: ‘hoeveel keer moet ik nog slapen? Nog 45 keer? Maar dat is nog zooo lang …’ Mu is het dus eindelijk bijna zover. Nog precies 4 dagen (2 eigenlijk want donderdag en zaterdag moet ik werken) heb ik om alles klaar te krijgen. Spannend 😉

IMG_20140527_101355(1)

Panini

578

Ouderschap is een eindeloze oefening in geduld, én in principes overbood gooien.

Ik zie het me nochtans nog zeggen, dat ik nooit of te nimmer zou meedoen aan die flauwekul. Extra dozen wasproduct kopen voor een pakje stickers, daar begin je toch niet aan?

Maar toen werd mijn dochter uitzinnig bij het krijgen van zo een pakje gratis Carrefour-stickers. En toevallig had oma die week ook boodschappen gedaan. We waren vertrokken.

Een week later zat er een gratis Paniniboek bij De Gentenaar. Blijkt dat de Carrefourstickers niet eens passen in het officiële Panini WK-boek. U raadt het al: we sparen ondertussen dubbel; twee Panini-stickerboeken over … voetbal.

Na de nieuwe man, zie hier een nieuwe generatie voetbalminnende vrouwen (in spe) 😉 Bye bye Barbie, hier zijn de Rode Duivels 😉

Red eens een vogeltje

‘Mama? Wat heeft Tuc in zijn bek?’

IMG_20140519_151004

In het gras ligt een jong gekwetst duifje. Ik til het op maar een groot stuk van zijn pluimen blijven op de grond liggen. Zijn vleugeltje is zwaar toegetakeld. Wat nu?

‘Verlos het beest uit zijn lijden’, was het eerste dat in me opkwam. Maar hoe doe je dat? ‘Gooi het dier tegen de muur. Verdrink het. Knip, hak of ruk zijn kop er af’, waren de tips uit mijn nabije omgeving.

Hum. Mijn hart voor dieren kromp in elkaar. Het vogeltje keek me met grote ogen aan, zonder zich te verroeren. Slik. Als het diertje moest doodgaan, dan zou dat vanzelf ook gebeuren, dacht ik. De natuur verwacht niet dat ik een vogel tegen de muur smak.

We maakten een zacht nestje en plaatsen ons vogeltje op de vensterbank, in de schaduw én hoog genoeg zodat moordenaar Tuc er niet meer bij kon. Later op de avond, op een terras in Gent, kwam het vogelasiel ter sprake. Goed plan, dacht ik, al werd mij tegelijkertijd ook duidelijk dat zo een gewond beestje op een vensterbank een vogel voor de kat was, letterlijk. En dus spurtte ik met de fiets naar huis, om het vogeltje voor een tweede keer te redden. Nog een geluk dat onze poes genoeg eten krijgt, en zich maar zelden in de buurt van de hond (en de vensterbank) vertoont.

Deze ochtend gooide ik mijn planning om voor mijn nieuwe vriendje, en reden we naar het vogelasiel in Merelbeke. Dat mensen zich belangeloos inzetten voor zo kleine en kwetsbare dieren als tortelduifjes vind ik aandoenlijk en hoopgevend.

Moraal van het verhaal: wie het klein niet eert, is het grote niet weert.
En ook: gooi nooit een vogeltje tegen de muur.

Wie helpt?

Ik bedel niet graag maar het doel heiligt de middelen:

zoals jullie al weten gaat mijn dochtertje Nina gaat sinds begin dit jaar naar I.V.I.O. Salvator, een bijzondere school waar normaal begaafde kinderen met een leerstoornis zoals dyslexie, dyspractie, discalculie, … terecht kunnen.

Omdat dit een kleine school is met kleine klasjes, en wij deze kinderen ook enkele extra’s gunnen organiseert het oudercomité (waar ik sinds kort ook lid van ben ;-)) elk jaar een groot tuinfeest. De opbrengst gaat integraal naar de kinderen.

Omdat een mens nu eenmaal niet kan blijven eten en drinken om geld in te zamelen, organiseren we ook grote tombola, en hiervoor ben ik dus nog op zoek naar prijzen. Wie van jullie werkt op een marketingafdeling en heeft zo nog een aantal spullen liggen die niet meer gebruikt worden, oude promotiepakketten of relatiegeschenken van vorige acties? Waardebons mogen natuurlijk ook altijd. Heb je zelf niets liggen maar ken je wel iemand die me zou kunnen helpen?

Bij een gulle actie wil ik zelfs eens een promotieblogberichtje schrijven.

Oh wie heeft zo een groot hart? 😉