Vier weken revalideerde Bob in Melsbroek. Vier weken stond ik er dus zo goed als alleen voor. Het leek mij vooraf praktisch een heel moeilijke puzzeloefening, gezien ik meestal laat werk, in Brussel, en de scholen al om half vier uit zijn. Welke werkende ouder kan er nu in hemelsnaam om drie uur dertig aan de schoolpoort staan? Zelfs naschoolse opvang kon mijn probleem niet oplossen aangezien ik half zes ook niet haal. Bovendien blijft er dan zo weinig tijd over om gewoon te spelen.
Maar moeilijk gaat ook. Het lijkt mijn levensmoto te worden. En er is niets mis met hulp vragen. De oppasdienst van de mutualiteit bracht me in contact met een super lieve vrijwilligster die ons een paar dagen per week uit de nood hielp. Eigenlijk is dit bericht een ode aan haar, en aan de dienst oppas+ van de CM. Mensen die zich belangeloos inzetten van anderen, ik vind dat bewonderenswaardig. Dankzij Sabine kon ik ‘gewoon’ gaan werken en moesten mijn meisjes geen enkele keer nablijven.
Een maand is natuurlijk niet te vergelijken met het echte leven van een alleenstaande moeder. Toch viel het me op hoe snel je went aan dat nieuwe ritme. Vooral ’s morgens vond ik het druk. Ook lastig bleek het ontbreken van een klankbord, een beslissingspartner. Een of twee uur turnen op woensdag? Hoeveel geld geef je mee voor de inzamelactie? Moeten we voor Flo ook kijken voor een naschoolse activiteit? Gaan we ze laten inenten? Nina haar muur moet herschilderd worden; heeft Manou dan ook recht op een nieuw kleurtje? Niet dat ik dat alleen niet kan beslissen maar met twee kom je toch tot een beter en genuanceerder besluit.
Mijn meisjes hebben hun papa hard gemist. Zijn pijn is nog niet weg maar de ‘padres familias’ is terug en iedereen is dat blij hij ’s morgens opnieuw lekker verse pannenkoeken kan bakken. 🙂