Ze zat zo mooi op de bank, toen ik haar ’s middags op school ging afhalen. Op het menu stond prefablasagne, haar lievelingsgerecht. Ze begon er vol enthousiasme aan. Halfweg voelde ik dat er iets mis was. Ik kan het moeilijk uitleggen. Ouders beschikken over een soort zesde zintuig. Te druk is niet goed maar te stil is ook verdacht. Ze zat daar zo bleek, te staren naar haar halflege bord. Ze knipperde met haar oogjes en viel toen slap, in slaap in mijn armen. Mijn hart sloeg meteen op hol.
Flo doet het goed. Bijna twee maanden is ze nu al aanval vrij. Ik ben ongelofelijk blij. Maar echt voorbij is ons avontuur nog niet. Flo moet regelmatig eten, zodat ze altijd genoeg suiker binnenkrijgt. En ze slikt ook nog altijd veel medicamenten, die allemaal bijwerkingen hebben: haar evenwicht is nog altijd niet in orde, ze is heel snel moe, soms overactief en stoer, dan weer prikkelbaar en klein.
Volgende week hebben we opnieuw een date met de neuroloog. Ik kijk er naar uit.