Tagarchief: asiel

Foto van de dag

Klasuitstapjes vind ik altijd wel leuk. Dan leer je de vriendjes (en de juf) van je kinderen een beetje beter kennen. Vandaag trok ik met Manou en de kapoenen van 3A naar The Old Horses Lodge in Laarne, een asiel voor paarden. Om de juf een beetje te ontlasten, nam ik mijn nieuw fototoestelletje mee. Zalig speelgoed en een camera geeft mij bovendien net dat beetje extra vrijheid waar ik zo van geniet. Dit heerlijk kiekje maakte de dag helemaal goed.

wijkschool (1 van 1)-26

 

Le président

Nog geen seconde heb ik spijt gehad van onze beslissing. Een hond is tof, zeker voor mensen met een tuin. Die beetje haren neem ik er graag bij.

Zouden de meisjes hem niet snel beu geraken, net als het konijn? Zou Nina haar angst wel overwinnen? Zou hij Flo’s kuren blijven verdragen? Zouden we niet beter met hem naar de hondenschool gaan? En hoe zouden de kinderen van onze vrienden reageren?

Ondertussen is Tuc al een half jaar een volwaardig lid van ons gezin. Het is ‘ne charel’ en daarom past hij ook zo goed bij ons. Het is een lief beest met heel veel geduld, vooral ten opzichte van kinderen. In het begin waren veel kinderen bang, en dat is een understatement. Het zoontje van vrienden (9 jaar) sprong spontaan op tafel toen hij de hond voor het eerst zag. Anderen durfden de hele dag de zijde van hun ouders niet te verlaten.

Die eerste maanden begon een bezoekje bij ons vaak met traantjes. Maar die tijd is gelukkig voorbij. Ondertussen is het eerder ruzie over wie wanneer en hoe lang met Tuc mag wandelen. 😉 Het cliché dat asielhonden moeilijker opvoedbaar, asocialere of gevaarlijker zouden zijn dan een pup, klopt dus totaal niet.

Maar opvoedkundig is er nog wel een beetje werk aan onze Tuc, zoals jullie kunnen zien. Voor alle duidelijkheid: in de auto zit Tuc op de grond tussen de kinderen hun voeten en niet in een autostoel 😉

IMG_20130820_135751

Een nieuwe hond

Hoe loopt het met jullie nieuwe hond? Is hij braaf? Luistert hij? Hij plast toch niet meer in huis? Een huisdier is geen vak dat je voor een bepaalde periode onder de knie moet hebben hoor 😉 En komt geen examen. Tuc hoort nu bij ons, met zijn goede en zijn minder goede eigenschappen.

Ja, het was aanvankelijk even wennen, zowel voor hem als voor ons. We hebben allemaal veel bijgeleerd, over de roedel en zijn regels. Tuc woonde vroeger waarschijnlijk bij een niet zo lieve oudere man. Mannen op leeftijd vertrouwt hij niet. Voor andere is hij lief en zacht. Er is wel nog een beetje werk aan, maar aan wie niet? Zijn tafelmanieren bijvoorbeeld kunnen beter. Honden die schooien daar kan ik niet zo goed tegen, zeker met drie kleine kinderen in huis. Loopt Flo met een lange vinger in haar hand en floep, plots is haar koekje verdwenen. Dat moet anders.

Ook alleen zijn valt hem nog altijd zwaar. Ook daar moeten we iets aan doen, zeker met onze reis in het vooruitzicht. Verder is Tuc lief en aanhankelijk, een echte knuffelbeer. Voor een jachthond is hij bovendien erg braaf. Hij loopt niet weg, en onze poes maakt zich drukker over zijn aanwezigheid dan omgekeerd.

Onze kinderen beleven veel plezier aan de hond. Wel raar hoe streng ze voor hem zijn. Ook voor de kinderen van onze vrienden, is Tuc een hele aanpassing. Honden zijn duidelijk niet meer zo ingeburgerd als vroeger. De meeste kinderen hebben totaal geen ervaring met huisdieren, zeker niet met honden. Velen weten dus ook niet hoe ze zich moeten gedragen. Een bezoekje bij ons thuis begint tegenwoordig vaak met kleine paniekaanval. Gelukkig is Tuc een rustige en lieve hond waardoor angst snel plaatsmaakt voor gewenning, hopelijk gevolgd door vriendschap.
tuc

Eenzame wolf

Tuc voelt zich al helemaal thuis in ons gezin. Het lijkt soms alsof hij er altijd geweest is.

Het is een super lieve, schattige, zachte en rustige hond. Hij loopt niet weg, slaapt veel en verwacht gelukkig geen al te grote wandelingen. En hij laat zich gewillig bepotelen voor kinderen.

Ondertussen hebben we ook al een paar van zijn scherpe kantjes ontdekt. Om onduidelijke reden eet hij liever konijnenkeutels en kinderstront dan hondenkorrels. En hij is lui. Vooral ’s avonds krijg je hem nauwelijks nog naar buiten. Dan loop ik daar alleen, helemaal zen, terwijl hij al lang terug binnen in zijn mand ligt.

Maar het lastigste is dat hij ’s nachts niet alleen durft te slapen. Overdag is hij onvoorstelbaar braaf, zeker voor zo een jong hondje. Het plan was dat hij in de gang zou slapen, een veilige warme plaats waar hij niets kapot kan bijten. Ik was nauwelijks boven toen ik het vreselijke geluid voor het eerst hoorde. Blaffen is het niet, janken kan je het ook niet noemen. Het heeft meer weg van een oerkreet.

Alsof er een wolf in ons huis vast zat. Het geluid ging door merg en been. “Moah, da beestje. Zo zielig.” Maar na drie slapeloze nachten bleef er van mijn medelijden weinig over. En nu slaapt hij dus -voorlopig- in de living, waar zijn andere baasje vaak tot diep in de nacht naar tv kijkt. 🙂

IMG_20121229_194325

Een hond

xtuk (1 of 1)-12

 

Honden zijn uit, zo lijkt het toch. Als kind ben ik opgegroeid met 2 honden en dat was niet eens zo bijzonder. Veel van mijn vriendjes hadden toen een hond thuis. Toen ik mijn huidige omgeving vertelde over onze plannen, bekeken velen mij raar.

“Alle, een hond? Meent ge dat? Echt?  Jullie reizen toch graag? Neem een poes, dat is gemakkelijker. Die steek je gewoon buiten en trekken hun plan. Poezen brengt ook minder vuil in huis.” In onze vriendenkring heeft zo goed als niemand een hond. Raar.

Ik heb zelf ook even getwijfeld, moet ik toegeven. Met mijn drie madammen heb ik vaak al mijn handen vol. En ik reis echt graag. Een hond brengt modder en haar mee in huis. Gelukkig besef ik nu pas hoe waardevol een huisdier ook is, en niet alleen voor de kinderen.

Iedere ochtend zie ik vanuit ons badkamerraam een oude vrouw wandelen met haar twee hondjes. Ze heeft een looprek en is duidelijk moeilijk te been. Toch loopt ze daar, iedere dag om 8 uur stipt, winter en zomer, soms zelfs in kamerjas.

Ook wij hebben de voorbije dagen enorm veel buiten gelopen, ondanks het slechte weer. ’s Morgens maar ook ’s avond als het donker is. Na drie jaar leer ik mijn omgeving, mijn buurt nu pas echt goed kennen. Die stille rustige wandelingetjes doen mij goed. Tuc’s natte poten op mijn propere vloer neem ik er daarom steeds liever bij.

Mijn gezin ;-)

xtuk (1 of 1)-18 xtuk (1 of 1)-20 xtuk (1 of 1)-21

 

Tuc, zoals de koekjes he, is een onvoorstelbaar brave hond. Ik begrijp niet goed waarom iemand zo een lief beest wegdoet. Hij is proper (nog geen enkel pipi’tje in huis, nul), geduldig met de kinderen (ook al die een beetje hardhandig zijn), bijt niet (ook niet als Flo op hem wil paardrijden), blaft nooit en is heel aanhankelijk. Hopelijk bedenkt de vorige eigenaar zich niet meer. Dat zou hier een klein drama veroorzaken.

Flo was de eerste dag niet wild van de hond. Ze vond de ipad toch leuker 😉 Maar ondertussen is ze helemaal in de ban van onze nieuwe vriend. Voorlopig doen we dus niet veel anders dan wandelen, en ruzie maken over wie de hond mag vasthouden 😉

Welkom Tuc

Deze slideshow vereist JavaScript.

Sinds vandaag hoort Tuc bij ons gezin. Om 3 uur mochten we hem gaan halen. Deze voormiddag trokken we dus naar de dierenwinkel, op zoek naar een nieuwe leiband, hondenshampoo, kakkazakjes en eten.

Tuc stonk vreselijk dus hebben we hem eerst in bad gestoken. Het hondje bleef wonderbaarlijk rustig. Het voelt alsof hij er altijd is geweest.

Twee kleine werkpuntjes: luisteren doet hij hoegenaamd nog niet. Misschien is hij doof; waarschijnlijk  herkent hij zijn naam gewoon nog niet. Het is geen slechte wil, dat kan ik niet geloven 😉

En ook het plassen vlot nog niet zoals het hoort. Ik ben deze avond alleen al 3 keer met hem gaan wandelen. Tuc is een reu, een manneke, maar voorlopig bakent hij zijn territorium nog niet af. Geen druppel pipi kwam er uit. Niets. Na twee dochters met constipatie hebben we nu dus een hond die niet wilt plassen. Ik maak mij geen illusies: morgen ga ik mogen dweilen. Dat zal de pret niet bederven 🙂

Tis beslist

De hele nacht kon ik aan niets anders meer denken. De meisjes wilden er ook niet over zwijgen, en ook Bob was overtuigd.

Maar het dilemma bleef, ondanks jullie tips 😉 Ja, het leek me zielig om die twee honden uit elkaar te halen. Maar een mens moet ook zijn eigen beperkingen kennen en respecteren. En ik weet dat twee voor ons gewoon te veel is. Ik heb al verschillende honden gehad. Ik kén de voor- en nadelen. Wij hebben een grote tuin, met afsluiting. Drie kinderen die niets liever willen dan spelen. En Bob en ik zijn veel thuis. Er is ruimte in ons hart en in ons huis. En toch. Honden zijn zoals kinderen: ze hebben aandacht nodig, veel aandacht. Twee honden dat zou onverstandig zijn, zeker met Flo’s epilepsie en al onze andere medische perikelen in het achterhoofd.

Een hond in huis nemen is een serieuze beslissing. Hem (of haar) terugbrengen of (weer) afstaan vind ik persoonlijk echt not done. Het zou eentje worden of geentje, besloot ik voor mezelf. En dus trokken we met het hele gezin terug naar het asiel. Het leek alsof de splitsing de hondjes minder zwaar viel, al is dat misschien gewoon wishfull thinking. Het mannetje was (ietsepietsie) speelser, vrolijker en tegelijk gemakkelijker.

“De kans dat de we samen kunnen plaatsen is klein. Het asiel zit overvol. Normaal moeten honden hier 14 dagen blijven, om de eerste eigenaar de kans te geven om ze terug te eisen. Ze zitten hier nu al 3 dagen. Ik denk niet dat er nog iemand komt. Als jullie hem willen, kunnen jullie hem morgen komen halen. De volgende 10 dagen blijft de kans wel bestaan dat iemand hem terugeist maar ik stel voor dat we het toch wagen. Het is hier zo vreselijk druk.”

Morgen krijgen we een pleeghond. En we gaan ze dus toch splitsen. Ik kan de wereld niet redden, sus ik mezelf. We helpen een dier uit de miserie. Eentje is beter dan geentje. En ik ben er vast van overtuigd dat het beestje bij ons gelukkig kan worden. Hopelijk vind zijn zusje ook leuke thuis. Wie twijfelde om 2013 te beginnen met een goede daad: hier is jullie kans 😉

De doos

Deze ochtend stonden we om 10 uur al aan het dierenasiel. Bleek dat de deuren pas een half uur later zouden opengaan. Jammer maar geen probleem: recht tegenover het asiel is er een speeltuin. Terwijl ik met mijn dochters voetje van de grond speelde, zag ik een andere duo op weg naar het asiel. In hun handen hadden ze een grote kartonnen doos.

Moeder en dochter, ik zag ze lopen en onbewust voelde ik dat er iets niet klopte. Ze dumpten de doos voor de poort en wandelen meteen terug weg. Als een pijl rende ik ze achterna. Ik had ze gemakkelijk kunnen inhalen maar onderweg begon ik na te denken: wat kon ik doen? Ze aanspreken? Ze fotograferen? Ze tegenhouden? Uitschelden? Wie was ik? Wat wist ik over de doos, en over de inhoud? Ik vermoedde het ergste maar was ik wel zeker?

De twijfels namen het van me over. Zou het echt? In de doos zaten kleine gaatjes. Ik maakte de tape voorzichtig los en zag drie kleine poesjes zitten.

Wie doet er nu zoiets? Het kind was geen 12 jaar oud. Welke moeder gaat ’s morgens even een paar jonge poesjes dumpen? Wat een vreselijk voorbeeld. Pas op. Poezen kweken sneller dan konijnen, dat besef ik wel. Enkele jaren geleden namen wij ook een aangespoelde poes in huis, zonder goed te weten of het beest wel gesteriliseerd was. En het duurde even voor we er mee naar de dierenarts trokken. Het had ons ook kunnen overkomen. Iedereen maakt fouten.

En toch zou ik het nooit over mijn hart krijgen om hulpeloze dieren zomaar te dumpen. Ik zou mijn uiterste best gedaan hebben om ze te plaatsen, via vrienden of kennissen. En in het slechtste geval waren we misschien ook in het asiel terechtgekomen. Maar dan zou ik de beestjes toch persoonlijk gaan afgeven, uit respect voor de medewerkers van het asiel en uit respect voor het leven. Het is een kwestie van manieren, denk ik, en vooral van verantwoordelijkheid nemen.

Op zo dagen verlies ik mijn geloof in de goede inborst van mensen. Misschien is het wel typisch voor onze tijdsgeest. “Iedereen voor zich. Laat anderen het maar oplossen. Zolang het mij maar geen geld kost, ben ik tevreden.” En ik? Ik stond er bij en keek er naar. Stom. Stom. Stom. Ik had iets moeten doen, ook al weet ik nog altijd niet goed wat.

IMAG2121

Verscheurende keuze

Het plan was om in de lente een hondje aan te schaffen. Ik ben opgegroeid met honden en hou daar heel mooie herinneringen aan over. Honden hebben een helende invloed op een gezin. En we kunnen wel een positieve vibe gebruiken.

Bob en ik hebben ondertussen al een hele studie achter de rug, op zoek naar het meest geschikte ras: kindvriendelijk, rustig, gemakkelijke opvoedbaar en niet te groot. We kwamen bij bij een cocker spaniel.

Ondertussen gaan we regelmatig wandelen met honden uit het asiel. De meisjes vinden dat geweldig. En daar zaten ze dus, vandaag. Ik had ze meteen gezien: 2 prachtige jonge cockers. We hebben een wandeling gemaakt met het teefje, zo een lief beestje. Ze wou aanvankelijk niet mee. Het was de eerste keer dat ze buiten mocht en ze treurde om haar “maatje”. Maar verder was ze perfect: mooi, rustig, lief, aanhankelijk, trekt niet, blaft niet, enzovoort.

Een hond uit het asiel vind ik moreel en ethisch een veel betere keuze dan een gekweekte pup. En dit is toch een onvoorstelbaar toeval. Kan je die twee jonge hondjes, broer en zus, waarschijnlijk uit hetzelfde nest, wel uit elkaar halen? Moeilijk. Maar als ik eerlijk ben vind ik twee hondjes toch een beetje veel van het goede.

Twee honden is veel. Wat als Flo weer opgenomen moet worden? Of we op reis gaan? Eentje gaan we wel kwijt geraken, bij familie of vrienden. Maar twee? Maar ze uit elkaar halen, lijkt mij zo wreed. Wat nu?

Wandelen met de hond

Een hondenmens ben ik, altijd geweest. Ik heb nochtans veel verschillende huisdieren gehad, van konijnen en hamsters tot vogels en schildpadden. En ja, een poes heeft zo zijn voordelen. Maar geen enkel ander dier heeft me zo veel liefde en vriendschap geschonken als mijn honden. Vier liefdes waren het. Onze laatste hond, een super lieve berner sennen, is enkele jaren geleden overleden.

Mijn meisjes zijn een beetje bang van honden en dat vind ik bijzonder jammer. Daarom trokken wij zaterdag richting citadelpark, waar je kan gaan wandelen met een eenzame hond uit het asiel. Het concept is geweldig. Wie geen plaats of ervaring heeft, kan op die manier toch kennismaken met de geneugten van zo een viervoeter. Wie twijfelt om er een te adopteren kan er eens proefdraaien. En de asielhonden ontspannen op die manier even uit hun troosteloze hokken.

Manou was alvast razend enthousiast. Ze kreeg er maar geen genoeg van. En zelf vond ik het ook net iets te leuk. Mijn verstand zegt dat het de moment niet is voor een puppytje. Maar ik geef toe: het kriebelt 😉