Tagarchief: depressie

Eclips

Als ik me grieperig voel, wacht ik eerst een paar dagen. Vaak gaat het vanzelf over. Maar als de hoofdpijn of koorts aanhoudt, ga ik naar de dokter. Voor mijn mentale gezondheid redeneer ik net zo. Enkele weken geleden maakte ik een afspraak maakte bij Eclips, het centrum voor geestelijke gezondheidszorg in Gent. Niet dat ik aan de rand van de afgrond sta, of depressief ben. Toch voel ik dat de boog net iets te vaak heel gespannen staat.
Jij? In t-h-e-r-a-p-i-e? Het is een beladen woord voor een acht gesprekken (en dat is het maximum waar ik recht op heb, want anders is dat jamemr genoeg schandalig duur). De blikken van kennissen verraden hun achterdocht. Misschien vinden ze vooral mijn openheid raar. Daarom schrijf ik het hier nog eens neer, om het taboe misschien een klein beetje te doorbreken. Hulp vragen is geen schande, integendeel.

Het leven is niet altijd gemakkelijk. De combinatie van (meer dan) voltijds werken, drie zorgkindjes en een partner een dik medisch dossier, een kangoeroewoning, school, naschoolse activiteiten, vrienden, hobby’s, reizen, … Soms is het gewoon heel erg veel. Dan loop ik moe, lastig en prikkelbaar. Is dit nu wat ik wil? Ben ik goed bezig? Ga ik dit ritme wel volhouden?.

Net als bij een gewone dokter weet ik vaak op voorhand hoe het gesprek zal lopen, en wat ze zullen voorschrijven. Toch is het goed om even stil te staan, om al je frustraties te ventileren en jezelf in vraag te stellen. Ik zie trouwens veel mensen rond mij die ook deugd zouden hebben van een helpend hand, een objectief luisterend oor, een heldere en eerlijke kijk op de situatie en op jezelf. Relaties die langzaam verzuren, vrouwen die overlopen van complexen, ouders die hun scheiding overcompenseren, mannen en vrouwen die vluchten in hun werk of in een affaire en al die eenzamen.

Soms wou ik dat ik beter was. Geduldiger (ten opzichte van mijn kinderen), liever (voor mijn vrienden), zachter (voor mijn lief), rustiger, slimmer en tegelijkertijd ook milder met mezelf.

Een eigen huis, een plek onder de zon,
en altijd iemand in de buurt die van me houden kon.
Toch wou ik dat ik net iets vaker,
Iets vaker simpelweg gelukkig was.
Het gesprek heeft me doen beseffen dat de medische omstandigheden toch doorwegen, én dat we het al bij al zo slecht nog niet doen. Het heeft me ook heeft me ook gemotiveerd om iets leuks voor mezelf in te plannen, een oplaadmoment. Dat ga ik binnenkort dus ook doen, samen met deze leuke madam.

Prestatie

Een nacht heb ik wakker gelegen van de auditie, en mijn blogbericht zorgde voor nog meer commotie. Dat Manou niet mag meedoen is jammer, meer we vinden wel iets anders. Ondertussen is er ook een overleg geweest met kamer58, wat hen siert. Ik hoop dat ze het volgend jaar anders aanpakken zodat er geen kinderen nog zo ontgoocheld en met een deuk in hun zelfbeeld naar huis terugkeren. Maar hiermee is het incident voor mij wel gesloten.

Wat mij meer verontrust is de onderliggende maatschappelijke tendens. De prestatiemaatschappij deint steeds verder uit en de kloof tussen winnaars en verliezers wordt alsmaar groter. Gewoon je best doen is niet meer goed genoeg, zelfs niet voor een vrijblijvende naschoolse activiteit.

Een leerkracht probeerde mij gisteren nog te overtuigen van dergelijke selectieprocedures en audities. ‘Uit ervaring weet ik dat ouders een school (of sportclub) met goede resultaten een goede school vinden. En door het maken van een selectie vooraf kan je gemakkelijk goede resultaten boeken. Ik ben altijd een gemiddelde leerkracht geweest tot er plots enkele super getalenteerde leerlingen in mijn klas zaten. Plots kreeg ik een uitstekende reputatie. Onterecht natuurlijk maar zo redeneren veel mensen. Meer nog: minder begaafde leerlingen zullen zelf vaak denken dat het probleem bij de leerkracht ligt, terwijl begaafde kinderen doorgaans gemotiveerder en dankbaarder zijn. Daarom is het als leerkracht/trainer gewoon leuker om met goede leerlingen te werken.’

Het doel is duidelijk belangrijker dan het leerproces. Zucht. Ben ik overgevoelig voor dergelijke uitspraken omdat mijn meisjes net iets meer zorg vragen dan gemiddeld? Ligt het probleem misschien dan toch bij mij?

Ik ben heel trots op mijn drie dochtertjes, ook al zijn het geen hoogvliegers. En ik heb totaal geen probleem met een gezonde competitie en rangschikkingen. Toch stel ik me vragen bij die steeds hoger liggende lat en onderliggende ratrace.

‘Kinderen zijn gereduceerd tot vaatjes, waarin ik dagelijks van bovenaf opgelegde informatie moet stoppen en daarnaast dien ik onmiddellijk de korte termijn resultaten te registreren’, schrijft een kleuterjuf in haar ontslagbrief. Waar is de tijd dat kinderen nog mochten spelen en fouten maken. Nu wil iedereen de best zijn, overal en in alles. Dat is toch niet haalbaar? Mensen en zelfs kinderen worden opgedeeld in winnaars en verliezers. Depressies en zelfmoorden nemen epidemische vormen aan en toch blijven we de druk opvoeren. Niemand durft te klagen (ik heb het gedaan en geweten ;-)), niemand wil uit de boot vallen.

Als jonge verstandige hoogopgeleide creatieve en artistieke mensen Manou al op voorhand afwijzen, wat gaat het dan geven voor Nina en Flo? Gaan zij wel hun plaats vinden in deze harde maatschappij? Of zouden we niet beter verhuizen naar een onbewoond eiland?