
Als kind was ik een grote dierenliefhebber. Honden, konijnen, hamsters, vogels, kippen, pauwen, duiven. Het was bij ons thuis een halve dierentuin. Als puber kocht ik nog een berner sennen, tegen alle adviezen in. Bob en ik hebben veel plezier beleefd aan dat beest maar eerlijk: op het einde was ik opgelucht. Dieren vragen veel aandacht. We woonden toen in het centrum van Gent, een huis zonder tuin en zaten met twee kleine kinderen. Veel emotionele ruimte was er gewoon niet over.
Plots leek het houden van honden me zelfs een beetje raar. Ik heb zo mijn bedenkingen bij mensen die hun huisdier overdreven pamperen. Zo een hond is gewoon een substituut. Als kind adoreerde ik mijn honden maar eigenlijk hunkerde ik gewoon naar een broer of zus. Als priller twintiger behandelde ik mijn hond als een soort kind maar nu ik echt mama ben weet ik: een hond is geen kind. Je kan best gehecht geraken aan zo een dier maar het is en blijft een beest.
Geen hond meer voor ons, dacht ik toen. We zouden verre reizen doen met de kinderen en met een hond is dat toch altijd een gedoe. Maar met Flo zit zo een verre reis er niet meteen nog in. Bovendien heeft Manou het erg lastig. Voor haar lentefeest wil ze doodgraag een eigen konijn. Goede idee, een dwergkonijntje is schattig, kost geen geld en zal haar innerlijke onrust misschien gedeeltelijk opvangen. Zelf zie ik dat ook wel zitten, zo een schattig konijntje.
Dieren hebben bovendien een erg goede invloed op Floke. Ze is nooit te moe om de kippen eten te geven. Alsof dieren haar rustig maken, aandachtig en gefocused. Een konijn zal het dus worden en binnen enkele maanden of jaren heel misschien ook een hond. Welk ras is mij nog niet duidelijk. Bovendien wil ik wachten, zien hoe Flo evolueert. Maar moest iemand jonge tamme dwergkonijntjes op overschot hebben: laat zeker iets weten. Die beestjes kweken ha ja als konijnen . Als ik er eentje kan redden van een onvermijdelijke dood, dan doe ik dat graag.