Gisteren kreeg ik opnieuw slecht nieuws. Niemand die we persoonlijk kennen. En toch. Vrienden van vrienden en kindje dat de geboorte niet heeft overleefd. Ik denk aan Tessa, en aan het oneindige verdriet van al de ouders. Ik denk aan kanker, aan epilepsie, aan down, aan leerachterstand en ontwikkelingsstoornissen, aan hulpbehoevende ouders, aan vechtscheidingen, aan zware depressies en zelfmoord. Allemaal problemen waar mensen in mijn kleine en beperkte omgeving mee worstelen.
Waar is de tijd dat ik met mijn vriendinnen lachte met de jongens en klaagde over de leerkrachten? We waren een hecht groepje op de middelbare school. Vijftien jaar later is er zo veel veranderd. Wie had ooit gedacht dat het ons zou overkomen?
Op donkere dagen denk ik wel eens dat we “pech” hebben maar dat klopt natuurlijk niet. Bovendien is het de maand van de hoffelijkheid, en mag ik niet klagen. Ik besef ook wel dat wij in een land leven met geweldige medische en niet-medische voorzieningen. Dat het altijd erger kan. En toch. Laat dit een “hoffelijk” hart onder de riem zijn voor al de ouders die meer dan gemiddeld zorgen over zich heen krijgen.