Ik wil, ik wil, ik wil, …. Ze wilt een ijsje en een nieuw jurk, popcorn van in de cinemawinkel en een fiets met versnellingen. Ze wilt op vakantie, naar de sneeuw én naar de zon; en een eigen pony.
‘Wie gaat dat allemaal betalen? Weet je wel wat dat allemaal kost? Besef je wel hoe lang mama daar moet voor werken?’ Mijn eigen ouders ontsnapten uit mijn mond. Slik.
Leren omgaan met geld is alles behalve evident, zelfs niet voor sommige volwassenen. Of zakgeld het verschil maakt, weet ik niet. Maar het is een waardevolle poging zolang je meer doet dan je kinderen regelmatig wat extra geld toe te stoppen. Zakgeld is geen synoniem voor spaargeld. Het bedrag moet evenredig zijn met mogelijk uitgaven. Meteen uitgeven of alles oppotten is niet bijzonder leerrijk. Denk aan Monopoli: te veel of te weinig geld verpest het spel.
Vier euro per week leek mij een eerlijk startbedrag, want terugschroeven zit er niet in. Cool, vond Manou. Tot ik er haar vertelde dat ze vanaf nu ook bepaalde kosten zelf zou moeten betalen. Het tussendoortje tijdens de musicalles bijvoorbeeld, al kon ze natuurlijk ook gewoon een koekje uit de kast nemen. Kerstgeschenkjes en ook niet noodzakelijke extraatjes zoals die bubbelkauwgom aan de kassa van het grootwarenhuis of ritje op de kermis.
We zijn ondertussen twee weken bezig. De eerste vier euro zitten nog mooi opgeborgen in haar portefeuille. Gisteren trokken we samen naar de H&M. ‘Oh mama, kijk eens wat een leuk hondenhandtasje. Dat zou een super leuk cadeautje zijn voor onder de kerstboom, voor Floowie.’ Kostprijs 14 euro. ‘Oei.’
Het leven is duur. Dat heeft ze meteen begrepen. Maar je eerste zakgeld uitgeven aan een geschenkje voor je kleine zus, dat kon ik niet laten schieten. De geste is goud waard en dus heb ik haar een klein beetje gesponsord.
Morgen is het kerstmarkt, op beide scholen. Eens zien hoe ver ze zal lopen met haar resterende vier euro. 🙂