Ik: Een short is een short. Dat is handig om mee te spelen. Met een rok of kleedje zien de jongens uw onderbroek.
Zij: Het is een jongensshort. *pruil*
Ik: Een jongen heeft dat ooit aangedaan. En dan? Jongens zijn veel stoerder dan meisjes. Het is een leuke short. Vind je niet?
Zij: Neen *zucht pruil*
Ik: Het is de short van uw neefje, Remi! Uw held. Zal ik hem zeggen dat je zijn short lelijk vindt?
Zij: NEE! Het is een mooie short maar voor jongens. Iedereen gaat mij uitlachen.
Ik: Uitlachen? Wat een stomme reden. Kinderen die u uitlachen zijn dom. Als je daar rekening gaat mee houden, ga je veel kleren niet meer mogen dragen. Er staan bloemen op. Kan perfect voor een meisje.
Zij: Nee. Ik wil niet. Ik wil een kleedje. Ik wil geen short en zeker geen jongens short. * pruil in het driedubbele kwadraat*
Ik: * Zucht* Ik vind het kinderachtig maar doe vooral uw zin. Trek maar een kleedje aan maar niet komen zagen als ik de vlekken er niet meer uitkrijg.
Manou draagt alleen maar kleedjes. Niets anders.
Nina houdt niet van kleedjes. Die wil alleen korte of lange leggings aan.
En Flo? Die wil het liefst helemaal geen kleren aan. Dat is ook geen gezicht maar veruit de goedkoopste toegeving.