Tagarchief: klompvoet

New boots

Dat ze zo dapper is, mijn lieve grote dochter.

Even, recapituleren: Manou is geboren met klompvoetjes, twee stuks en van het hardnekkige soort. Na x aantal gipsjes, speciale schoenen en een zware operatie staan haar voetjes nog altijd niet helemaal recht. Zolang ze schoenen draagt, valt het gelukkig nauwelijks op. Alleen klaagde ze de laatste tijd regelmatig van pijn. Lange wandelingen kosten haar veel moeite maar dat vond de orthopedist van het UZ ‘normaal’.

Na lang twijfelen besloot ik toch te gaan voor een tweede opinie. Blijkt dat er wel nog van alles kan gebeuren om haar voetjes in de juiste vorm te laten groeien, of om ze iets meer steun te geven. De steunzolen hebben we al , deze week kwamen nu dus ook de spalkjes toe.

Of ze dat wel zou zien zitten, zo spalkjes?, vroeg de nieuwe orthopedist. Op negenjarige leeftijd kunnen kinderen hard zijn maar op welke leeftijd niet?. Ze moet ze dragen terwijl ze naar televisie kijkt, wat Manou helemaal niet erg vindt. Dat ze de botjes volgende week ook regelmatig op school zal moeten dragen, vindt ze voorlopig ook nog geweldig. Wat ben ik trots op mijn sterke meid (al hou ik zelf stiekem een heel klein beetje mijn hart vast. Want voro perstkoppen is dit toch een open doel.)

IMG_20140822_090435(1)

Daar gaan we weer

‘Tja. Mooie voeten heeft ze niet. Maar hebt u echt zin om haar opnieuw te opereren?’

Niemand heeft ‘zin’ in een operatie, hij, zij en ik niet. Toch bleef ik met twijfels zitten. Manou klaagt regelmatig van pijn in haar knieën en onderbeentjes. Lange wandelingen vallen haar zwaar wat tijdens schooluitstapjes en op kamp toch voor moeilijke situaties zorgt.

En speciale schoenen had ze ook niet echt nodig, aldus de orthopedist. Maar gewone schoenen vinden met de lengte van een maat 28 en de breedte van een 32 vond ik niet evident. Skateschoenen kwamen nog het meest in de buurt. Maar elegant is anders, en bieden die wel genoeg steun?

Een tweede mening vragen kan verhelderend zijn, ook op medisch vlak. Het UZ is een fabriek waar alle zware gevallen samen komen. Wat is een beetje pijn in de beentjes in vergelijking met volledig verlamming? Ik begrijp dat en toch. Als ouder ben je gefocust op je eigen kind, en maar goed ook. Dus maakte ik toch een afspraak bij een andere orthopedist, eentje waar je wel binnen de maand een afspraak kan maken.

Dat ze nog jong en extreem lenig (lees flexibel) is. En dat er dus wel veel gedaan kan worden zonder scalpel. Op maat gemaakte schoenen en steunzolen bijvoorbeeld maar ook onderbeenspalken, iets wat voor een kind van negen toch al een stuk minder evident is. Ik probeer het te bekijken als een beugel: leuke en ongemakkelijk maar op lange termijn misschien toch de moeite waard.

En gelukkig is mijn dappere en sterke Manou voorlopig nogal enthousiast, al was het maar door de extra aandacht. Dus gaan we er (weer) voor. Voor de zoveelste keer werden er gipsafdrukken gemaakt van beide beetjes én voetjes. En deze week ga ik alvast op zoek naar nieuwe schoenen waar haar splinternieuwe rode steunzooltjes in passen.

‘Oh klompvoetjes. Maak u vooral geen zorgen, lachten ze bij haar geboorte. Dat is tegenwoordig zo rechtgezet.’ Ik zie ze het nog zeggen. Ondertussen zijn we negen jaar verder…

20140711_162814

Teenstukje

Even terug in de tijd. ‘Haar voetjes staan een beetje scheef’, fluisterde Bob me kort na de bevalling toe. Volgens de artsen moest ik me vooral geen zorgen maken. Met een beetje kiné zou dat vanzelf goed komen. Dat eerste jaar trokken wij met baby Manou dus iedere dag opnieuw naar een groepspraktijk in de buurt. Maar veel veranderde dat niet en dus werden haar voetjes ingegipst, voor een maandje. Er volgde een fixatieplankje, een kleine operatie en nog een paar gipsen. In de eerste kleuterklas besloot de orthopedist om haar beentjes dan toch door te zagen en te roteren. Later moesten die spillen er natuurlijk ook weer uit.

Helemaal recht staan haar voetjes nog altijd niet maar het gaat, letterlijk en figuurlijk. Alleen heeft ze een beetje last van een contraire teen, een terugkruip-teen zoals wij hem noemen. De orthopedist van het UZ stuurde ons door naar een prothese-expert in Wetteren. Na lang wachten kreeg Manou een eerste ‘stukje’. Dat was geen succes. Geen uur later lagen beide kanten van haar teentje volledig open. En dus belandde de bruine constructie enkele dagen of weken later in de vuilnisbak.

Iedere dag rij ik in onze straat voorbij een ‘voetcenter’. Als ze mij in het UZ niet kunnen helpen, kan ik beter niet te veel verwachten van een ‘gewone’ pedicure of ‘podologe’. Dacht ik. Maar ik maakte toch een afspraak voor een verzorging, want dat kunnen die voetjes van mijn prinsesje wel gebruiken. Niets zo vies als schimmeltenen en schuurenkels. Tijdens de behandeling liet ik me overhalen om het nog eens te proberen. Wie niet waagt, niet wint.

Ondertussen draagt Manou haar teenstukje al een maand, met succes. Tot vorig weekend alvast want toen bleek ons kleine bruine vriendje plots verdwenen. Turn- en zwemlessen zijn op dat vlak gevaarlijk. Maar fouten maken mag, dat is zo ongeveer ons familieslogan aan het worden. En dus lieten we (met plezier) een nieuw exemplaar maken. Haar teentje gaat er alvast op vooruit, en voor-uit is beter dan onder-uit 😉

kamer (1 van 1)

Allergisch

Gezondheid, geluk en geld, ze zijn niet evenredig verdeeld.

Manou is geboren met klompvoetjes, wat na twee ingrepen eigenlijk geen grote beperking meer betekent. Ze gaat gewoon naar school, draagt gewone schoenen en doet gewoon mee tijdens de turnles. Haar voetjes zijn wel kleiner en fragieler waardoor hard lopen of lange wandelingen voor haar net iets moeilijker zijn. Sporten zoals atletiek, voetbal of ballet zijn dus ook niet echt evident. In theorie kan ze natuurlijk gewoon meespelen maar altijd achteraan de groep bengelen, vind natuurlijk niemand leuk.

Manou wou paardrijden, een sport waar ik als kind ook veel plezier aan beleefd heb. Ideaal, dacht ik. Ze doet het nu al een jaar, met veel plezier. In het begin kreeg ze les van een jong meisje uit de buurt, op de weide. Manou was enthousiast en leerde snel. Deze zomer vertrok ze met Kazou op paardrijkamp en zat meteen in de sterkste groep. Vorig week nog ging ik online op zoek naar een leuke manege in de buurt, zodat ze vanaf dit jaar ook echt iedere week kan meerijden in een groepsles.

Maar Manou loopt al een hele tijd moe, en verkouden. Ik dacht aan onze volle vakantie-agenda, of aan een vuile bacterie. En ja, als ze weer eens niesde na een paardrijles grapte ik soms dat ze misschien wel allergisch zou zijn aan paarden. Ondanks de flixotide ging de verkoudheid niet over. Er werd bloed getrokken bij de huisarts, met de nodige drama. En nu blijkt dat Manou echt allergisch is.

Wie van ons twee zou nu het meest ontgoocheld zijn? Diep ik mij kan en wil ik het maar niet geloven. Het is zo zonde. Natuurlijk zijn er nog leuke sporten, en misschien bestaan er zelfs middeltjes om de symptomen te onderdrukken. Woensdag heb ik alvast een afspraak met onze vaste kinderarts. En toch blijf ik het sneu vinden voor haar. Fysiek heeft ze zich altijd moeten weren, door haar klompvoetjes. En ondanks al haar inspanningen en volharding blijft ze fysiek minder sterk dan haar leeftijdsgenootjes. Paardrijden vond ze leuk; het was haar ding.

Manou is een doorbijtertje, sterk en veerkrachtig. ‘Nog een geluk dat ik niet allergisch ben aan Tuc he mama?’ Ik ben niet bijgelovig maar ik stel toch voor dat we het lot niet te hard tarten 😉

IMG_20130616_111535

Uit de oude doos

 

 

 

Voor een interview over “mijn drie zorgkindjes” zocht ik deze avond naar een reeks foto’s uit de “oude” doos. De bovenste 2 beelden zijn van Manou, met haar klompvoetjes en de onderste is van Nina tijdens een van haar longontstekingen.

Gek dat een mens daar foto’s van maakt. Toch ben ik heel erg blij met deze beelden. Ze roepen zo veel herinneringen op, ook mooie. Bij het zoeken dacht ik voor de zoveelste keer: wat gaat de tijd snel. Een mama kan nooit te veel foto’s maken.

Het interview verschijnt volgend weekend, denk ik, in Het Nieuwsblad magazine.

Lichamelijke opvoeding

Manou had een goed rapport. Ik ben erg trots op haar want het was geen gemakkelijke periode.

Toch is er dat detail. Turnen: technisch geeft de turnjuf haar twee voldoendes en één onvoldoende. Manou’s inzet is wel goed, zeer goed zelfs. Kijk: dat kan ik nu echt moeilijk begrijpen. Manou is geboren met klompvoetjes en is hierdoor motorisch een stuk minder sterk. De juf weet dat.

Hoe kan een kind van zes jaar “zeer goed haar best doen” en toch “onvoldoende” krijgen voor turnen?

En dan is er ook nog het zwemmen. In de zwemles (op woensdag) haalden ze, tegen mijn verwachtigen, 500 meter. En op school zit ze op het niveau: zwemmen met een plankje = voldoende. Dat verschil is toch immens?

“Het is maar turnen”, hoor ik mensen zeggen. “Maak u daar niet druk over.” Persoonlijk vind ik turnen helemaal niet minderwaardig, en dus ook niet minder belangrijk. Bovendien begrijp ik het gewoon echt niet.

Morgen is het oudercontact maar dat is naturlijk met de gewone juf. Moet ik haar daar over aanspreken of zou ik beter rechstreeks naar de turnjuf stappen?