Vorig jaar kocht ik een Epson scanner – kopieermachine – printer. Ik was er relatief tevreden van al moet ik toegeven dat ik nauwelijks print. Maar af en toe kan je gewoon niet anders, voor online treintickets bijvoorbeeld of een pasfoto. Plots haperde het ding. Er kwamen strepen op mijn prints en mijn afdrukken waren niet meer leesbaar.
Koop toch gewoon een nieuwe printer, was het advies van bijna iedereen. Ik vond het zonde en dus zocht ik online naar mogelijke problemen én oplossingen. Misschien waren mijn spuitkoppen wel verstopt, gezien mijn beperkte gebruik. Dus bestelde ik reinigingscartridges. Ik nam natuurlijk ook contact op met de verkoper. Als het probleem bij het toestel lag, zouden ze de printer maken. Bij twijfel van mogelijk verkeerd gebruik zouden alle kosten voor mijn rekening zijn. Of ik wel wist dat je een printer nooit volledig mag uitschakkelen? Hum.
Ondertussen zijn we al weken verder maar mijn printer doet het nog steeds niet. En dit weekend heb ik er echt een nodig. Dus bestelde ik uiteindelijk toch een nieuwe. 100 euro inclusief twee inktpakketen en inclusief verzending. Mijn oud model is ondertussen natuurlijk al vervangen door een nieuwe reeks. Die cartridges recupereren gaat dus niet lukken.
Ok, 100 euro is geen fortuin. Als ik mijn oude printer zou laten herstellen zou mij dat alleen aan verzendingskosten al duurder uitkomen. En toch. Ooit was een printer een luxe-item. Zoals veel elektro is het nu een zuiver wegwerpproduct geworden. Vier keer gebruiken en hop naar het stort. Ben ik echt de enigste die dat een beetje decadent vind?