Opvoeding is eigenlijk een heel filosofisch thema. Boeken lezen over het onderwerp doe ik – net daarom misschien – zelden. Maar ik denk er wel heel vaak over na omdat ja, ik het – zoals iedereen- goed wil doen.
Dat is het uitgangspunt: optimitisch en idealitisch als ik ben, geloof ik dat de meeste westerse ouders het echt (bijna) allemaal goed willen doen. Vergis u niet: ook bij Nina op school, waar de meeste ouders een stuk lager op de sociale ladder staan, doet iedereen heel erg zijn best.
En toch zie ik veel verschillen. Strenge ouders, beschermede ouders, aan- en afwezige ouders enzovoort. Pas op: ik vel geen oordeel. Het doel is bij veel ouders relatief gelijklopend: geluk, aangevuld met een paar opties die gaan van onafhankelijk, succesvol, sociaal enz.
Hoe is de vraag: hoe help je je kinderen best? Door ze veel liefde te geven? Door het goede voorbeeld te tonen? Door ze te beschermen? Door ze te stimuleren?
In theorie gaan veel ouders met al deze stellingen akkoord. De realiteit vraagt om keuzes, die we heel vaak onbewust maken. Zo kleed ik mijn meisjes nog te vaak zelf aan, zeker wat broekkousen betreft enzo niet omdat dat de beste manier is maar gewoon omdat ik geen gedlud heb om te wachten en/of omdat ik het karakter niet heb er een half uur vroeger voor op te staan.
Op andere gebieden leg ik de lat dan wel weer hoger: ze hebben altijd alleen geslapen, in hun eigen kamer en op tijd; en nu vind ik ook dat ze alleen moeten stappen en tuutjes zijn voor baby’s. Dat ik het mezelf met deze regels niet altijd makkelijk maak, is zeker.
Maar hoeveel van zijn principes zijn ook niet onbewust voortgevloed uit mijn eigen leven, mijn eigen ritme: ik vind een babysit van tijd tot tijd gezond en leerrijk. Ik ben er van overtuigd dat ouders -vooral mama’s dan- naast hun job en hun gezin er ook nog een eigen leven zouden moeten op nahouden. Ouders die hun kinderen overal meenemen, die alleen nog naar de lunchgarden gaan eten en op vakantie steevast kiezen voor de meest kindvriendelijk formule: ik ben van de overtuiging dat we op lange termijn – hun kinderen daar helemaal geen cadeau mee doen. En borstvoeding is geen echt excuus. Ik geloof dat echt maar bewezen is zoiets natuurlijk niet. En misschien denk ik zoiets wel omdat het mij als werkende mama ook uitkomt.
Opvoeding is een taboe: iedereen praat er over maar echt elkaar helpen en er samen over nadenken doen we niet. Erger nog: ik ken gezinnen waar het – volgens mij- fout loopt, waar kinderen te weinig andacht krijgen, of net veel te veel om gezond te zijn en toch zeg ik daar niets over. Het is te moeilijk te ingewikkeld te pijnlijk: verschillende kinderen vragen een verschillende aanpak dus als mama van drie kan ik moeilijk voor iedereen goed doen. En als enig kind heb ik – dat recht heb ik want ik weet over wat ik het heb – een negatieve mening over enige kinderen.
De vraag van vandaag: wat is / doet een goede ouder, in een zin? Volgens mij? Hij of zij laat het beste wat een kind in zich heeft bloeien.