Enkele dagen geleden botste ik op Radio 1 op het zoveelste debat over opvoeding. Wegzappen, dacht ik bij mezelf. Maar het was te laat. Ik kon het niet laten en bleef luisteren. Ik heb veel gezucht, en toch ook een paar dingen bijgeleerd.
“Mijn ouders sloten mij op in een donkere kelder maar ik heb daar geen trauma aan overgehouden.” Right. Leuk voor u, denk ik dan, maar ik zou de techniek toch niet meteen aanprijzen. Of die mama van één brave en gezonde zoon die zweert bij een strengere aanpak en meer structuur. Zucht.
Zelf geloof ik niet in al die opvoedingstips. Meer nog. Ze maken mij onzeker en net daarom vermijd ik ze. Staat er op de cover zo een of andere bv met een kleuter én een nanny én een poetsvrouw die mij eens gaat vertellen hoe het wel moet. Het enige wat ik de voorbije jaren geleerd heb, is dat ieder kind anders is en dat je als mama dus maar beter niet te veel regels en principes kan hebben. Elk kind heeft een andere aanpak nodig en dat geldt niet alleen voor zorgkinderen.
Een goede opvoeding (volgens mij maar wie ben ik he?) is het beste in je kind naar boven halen. Nina bijvoorbeeld, is een gevoelig en zelfs een beetje een angstig kind. Haar moet ik eerder pushen terwijl ik haar zusje Flo constant moet inperken of er gebeuren ongelukken. Dus neen, ik ben niet consequent. Manou en Nina slapen al van bij de geboorte in hun eigen bed in een eigen kamer, terwijl Flo nu al maanden tussen ons in ligt. Flo mag koekjes eten als ontbijt, de rest niet.
Dat vinden de meisjes niet eerlijk maar he, het leven is niet eerlijk. Daar moeten ze ook leren mee omgaan. Onrecht, frustratie en verdriet, dat zijn ook belangrijke levenslessen. Niet? 😉