Tagarchief: nieuws

E40

Na een druk en bedrukt weekend begon ik deze ochtend vol enthousiasme en energie aan een nieuwe week. File kort na de afrit van Ternat, niets bijzonders dacht ik. En dan plots stond ik stil, echt stil. Hoe lang wacht je om de motor stil te leggen? Beetje bij beetje verstomden de auto’s. Ik opende mijn portier en stapte uit. Niet dat er iets te zien viel, behalve een eindeloze rij stilstaande wagens. Maar ik had al lang zin om eens te wandelen op de autosnelweg.

Over de pechstrook snelden brandweerwagens voorbij. Eén, twee, zes, zeven, … Druppelsgewijs stapten meer mensen uit hun wagen. De file zorgt voor een gespreksonderwerp. Iedereen kent iedereen, of zo lijkt het toch. De vrolijke bouwvakkers staan gezellig te keuvelen op de pechstrook met een manager in maatpak. Een vader plukt bloemen voor zijn dochtertje in de berm. De zon schijnt; de sfeer is gemoedelijk en met momenten zelfs gezellig. Het enige was we nog missen in een fles cava, lacht een jonge man.

Ik wandelen op een af, tussen de wagens door. Blijf af en toe hangen voor een klapke. Slechts weinigen maken zich echt druk. Na de brandweerwagens rijden een colonne zwaantjes aan ons voorbij, gevolgd door de civiele bescherming. We staan ondertussen toch al iets meer dan twee uur stil. Zouden ze straks water en broodjes uitdelen?

En dan plots in de verte zien we wagens keren. De snelweg blijft afgesloten maar wij mogen terug, spookrijden onder politiebegeleiding. Spannend. We zwaaien nog een laatste keer na elkaar en kruipen terug in onze eigen auto. Dan pas begint het lastigste stuk: stapvoets binnendoor tot in Brussel. Op de redactie kijk ik naar de foto’s van het ongeval: één dode en twee gewonden. Slik.

Buren

Tien jaar geleden kochten Bob en ik een leuk herenhuis in het centrum van Gent. Toegeven, de geluidsisolatie was niet ideaal. Bovendien gebruikten wij de gelijkvloers als garage en woonden we op de eerste verdieping, vlak naast hun slaapkamer. Het waren brave mensen en toch zorgde de geluidsoverlast voor de nodige discussies. Wij waren jong, nodigen meermaals per week vrienden uit terwijl zij graag om tien uur wilden slapen. We hebben geprobeerd om een beetje rekening me hen te houden, en ruzie is er dus nooit geweest.

Maar toen hun kinderen in de blok zaten en ze kwamen vragen of wij de komende twee maanden op weekdagen geen etentjes meer wouden organiseren en na tien uur geen televisie meer wouden kijken, vond ik dat toch een stap te ver.

En toen kregen we kinderen. 😉

Uiteindelijk waren zij niet de reden dat we zijn verhuisd maar het speelde wel een rol. Ik herinner me nog goed de dag dat ik hen het nieuws vertelde. Ze vonden het oprecht jammer, zeker toen bleek dat we ons huis hadden verkocht aan een kotbaas. Tja …

Nu wonen we in een ruime villa op een vrijstaand stuk grond. Tijdens de verhuis stonden onze nieuwe buren al voor de deur. Dat “onze” ceder enorm veel naalden verloor en hun dakgoten verstopte. Slik. De boom ging er uit, en we hebben ondertussen een goed contact. Maar ik ben blij met de afstand en de ruimte die zorgt voor een natuurlijke buffer.

Mijn vader woont bij ons in, en er komen hier veel vrienden op bezoek. Samen op vakantie, ook dat vind ik erg gezellig. Ik heb lang thuis gewoond, ook toen mijn mama terminaal was.

Ik hou van mensen rond me heen, maar besef ook hoe moeilijk samenwonen soms kan zijn. Net daarom heb ik me gisteren vreselijk geërgerd aan de berichtgeving rond de klagende (er stond zelfs zure) buurbewoners. Natuurlijk is het een beetje klein om klacht in te dienen tegen kankerpatiënten, alsof die mensen geen zorgen genoeg hebben.

Maar die collectieve verontwaardiging stoort mij. Hoeveel van hen zouden hun zieke ouder in huis nemen? En wat als de vzw nu onderdak zouden bieden aan Romagezinnen, zouden we dan even boos zijn? Die mensen hebben toch ook problemen waar ze niet zelf voor gekozen hebben.

De vraag is niet: doet de vzw goed werk? Hebben die mensen recht op onderdak en verzorging? Neen. De echte vraag is: is die woonblok een geschikte locatie? In het nieuws kregen we beelden te zien van een soortgelijk initiatief waar de buren ‘helemaal geen problemen hadden met hun zieke buren.’ Niemand zegt er bij dat de patiënten daar in een vrijstaande villa wonen, met veel parking voor de deur. De infrastructuur van de woonblokken is helemaal anders. Dat verpleegkundige op pantoffels moeten werken, zegt eigenlijk al genoeg.

De situatie is zoals vaak veel ingewikkelder en genuanceerder. De klagers online uitmaken voor “egoïsten”, ze beschrijven als onmenselijk en hen  zelf kanker toewensen, vind ik misschien  verontrustender als de oorspronkelijke klacht zelf.