Tagarchief: onderwijs

Er is een op-lossing, of toch niet?

Het M-decreet, eigenlijk had ik er liever niets over geweten maar ik ben noodgedwongen een halve expert. Een beetje zoals de epilepsie van mijn dochter.

Na mijn verhaal (hier en later in de krant) werd ik overspoeld door reacties. Honderd getuigenissen voor en tegen inclusie. Ik werd ook opgebeld door de school, en door het CLB. Er kwam een nieuw overleg met alle betrokken partijen (lees de school, CLB, het revaidatiecentrum en de Gon-juf). ‘Flo’s geluk is de enige prioriteit’, zeiden ze in koor. Toch? En er was er een oplossing, aldus het team.

Hoera…?

Even recapituleren: Flo lijkt aan een complexe vorm van epilepsie. Hierdoor haalt ze het niveau van haar leeftijdsgenootjes niet. Ze zit nu in een derde kleuterklas maar een gewone eerste leerjaar lijkt onhaalbaar. Zelfs met een paar uur GON per week, gaat ze nooit meekunnen met haar leeftijdsgenootjes.

Flo kan meer maar ze verdrinkt in de grote groep. De school is van heel goede wil maar leerkrachten hebben ook hun beperkingen, en in een klas van 26 kinderen is er niet veel ruimte voor individuele begeleiding.

Ik heb destijds al een kind moeten ‘redden’ uit het diepe water. Nina verdronk ook, en voelt zich nu een stuk beter in type 8. Waarom? Omdat haar juf veel geduld en begrip heeft, en omdat ze nu leerstof op maat krijgt. En ook, misschien vooral, omdat ze in een klein klasje zit. Acht kindjes in plaats van zessentwintig, een wereld van verschil. Zo eenvoudig is het.

Hetzelfde probleem stelt zich nu dus opnieuw voor Flo. IQ rond de 80, onder het gemiddelde is maar eens dramatisch. Alleen haakt ze af in een grote groep. Onderpresteren noemen ze dat.

Maar er is een oplossing. Eén dus veel keuze hadden we niet. Hou u vast: Flo zakt volgend jaar, en gaat terug naar de tweede kleuterklas. Blijven zitten was logischer geweest maar de groep zal daar nog groter zijn dan nu. Klassen van 29 kleuters. Dat mogen we haar niet aandoen, aldus het team. Maar in de tweede kleuterklas zitten zo veel kindjes dat de directrice bereid is om van twee reuzeklassen er drie te maken, met één ‘klein’ klasje van 15 kindjes.

Flo gaat er gelukkig zijn. Ze zal voor het eerst in haar leven de beste van de klas zijn. En het allebelangrijkste: ze zal in een kleiner klasje zitten. Volgend jaar zal de overstap naar een gewoon eerste leerjaar nog moeilijker liggen waardoor ik ‘mijn goesting’ zal krijgen’, lees het CLB zal dan wel een attest voor buitengewoon onderwijs (moeten) te schrijven.

Hoe hard in de inspanning van alle betrokken partijen waardeer, toch slaag ik er niet in om vreugde te voelen bij het horen van het plan. Flo moet twee jaar zakken om in een kleiner klasje in gewoon onderwijs te zitten. Iederen doet zijn best maar een echte lijn zit er toch niet in dit hele M-decreet project. Scholen en CLB doen wat ze kunnen, elk op een totaal verschillend manier. Is dit nu inclusie?

Een vriendin staat in het instapklasje. 28 peuters zitten in haar klas sinds de paasvakantie. 28 unieke minimensjes. Slimme, verlegen en wilde kinderen, anderstalige, kansarme en rijke, kinderen met twee mama’s, of vier ouders, en soms ook een paar half broertjes en zussen. Zo veel kinderen, zo veel verhalen en één enkele juf moet uit elk van hen het beste halen? Die twee maanden vakantie, ze mogen het hebben. Ik zou het niet kunnen.

Ik ben geen onderwijsexperte maar volgens mij is het hele decreet is een farce. Wat kinderen met en zonder beperking echt nodig hebben is gemotiveerde leerkracten en kleinere klassen. Enkel in groepen van pakweg twaalf kunnen zowel hoogbegaafde als kinderen met een fysieke of sociale beperking zich te volle ontwikkelen. Denk ik.

(Ai, dat gaat geld kosten hoor ik critici al denken. Buitengewoon onderwijs, overvolle revalidatiecentra, anti-pestprogramma’s, psychologische begeleiding vanaf 5 jaar en ouders met een burn out: dat kost toch ook allemaal geld? )

Heel soms kom ik nog ouders tegen die niet weten waar ik het over heb. Het M-decreet, heeft dat iets met verkeersveiligheid te maken? Eigenlijk wil ik er ook niets meer mee te maken hebben.

evamoutonpix

Het M-decreet: de impasse

Krijg je niet één maar twee kinderen met extra zorgen en leerproblemen. Pech, al zie ik mijn kinderen te graag om hen zo negatief te omschrijven. Twee jaar geleden moest ik het CLB al overtuigen van buitengewoon onderwijs voor Nina. Het was vooraf zo duidelijk dat mijn dochtertje het niveau niet zou aankunnen, ik wou haar de faling besparen. Geen leuke beslissing maar ik heb geen seconde spijt van de overstap. Nina gaat met veel plezier naar school en dat goed gevoel is de basis van haar enorme vooruitgang.

Twee jaar later heb ik een deja vu, al lijkt de huidige impasse eerder op een nare droom. .

Mijn jongste dochtertje Flo lijdt een aan zware vorm van epilepsie. Dankzij drie zware medicijnen doet ze geen aanvallen meer maar de epilepsie heeft wel een grote invloed op haar ontwikkeling. Flo is vijf en zit nu in de derde kleuterklas. Twee keer per week krijgt ze kiné, ergo en logo. Desondanks kan ze absoluut niet mee met haar leeftijdsgenootjes. Dankzij een paar uurtje extra GON-begeleiding is de situatie voor haar juffrouw voorlopig leefbaar, maar wat met volgend jaar?

De overstap naar een gewoon eerste leerjaar is onhaalbaar. Daarover zijn de juf, de directrice, de GON-begeleidster, het revalidatiecentrum en ik het alvast eens.

‘Volgens het nieuwe M-decreet moet de school kunnen aantonen dat ze alles heeft geprobeerd om het kind te begeleiden. Enkel als de aanpassingen voor het kind buitensporig zijn, kan er een attest voor buitengewoon onderwijs opgesteld worden.’

De school trekt aan de alarmbel maar ondanks alle extra begeleiding, komen wij voorlopig nog niet in aanmerking voor een attest. We moeten het eerst proberen, aldus het CLB. Crashen dus, in plaats van preventie.

De directrice en de juf zijn nochtans van goede wil maar zonder extra hulp kunnen zij Flo onmogelijk goed begeleiden. Mijn dochter kan zich moeilijk concentreren. Een tekening afmaken duurt vaak te lang, laat staan dat ze volgend jaar in een klas van zesentwintig kinderen vlot gaat leren lezen en schrijven. Dat uurtje GON gaat het verschil niet maken.

Misschien kan ze gewoon een jaartje blijven zitten? De school ziet het niet meer zitten en ik volg hen. Mijn dochter is ziek. Ze heeft een andere, meer individuele begeleiding nodig. Dat gaat binnen een jaar niet anders zijn.

Blijven zitten is geen inclusie. Het eerste leerjaar is onhaalbaar maar zonder attest is ze niet welkom in buitengewoon onderwijs. Zie daar de impasse.

Zonder extra middelen is het M-decreet is niet meer dan een harde korte termijn besparingsmaatregel. Want ik verzeker u: binnen enkele jaren zullen ze opnieuw veel geld moeten vrijmaken om al die gefrustreerde kinderen, leerkrachten en ouders weer op te lappen.

IMG_20140329_120947

Zakgeld

Ik wil, ik wil, ik wil, …. Ze wilt een ijsje en een nieuw jurk, popcorn van in de cinemawinkel en een fiets met versnellingen. Ze wilt op vakantie, naar de sneeuw én naar de zon; en een eigen pony.

‘Wie gaat dat allemaal betalen? Weet je wel wat dat allemaal kost? Besef je wel hoe lang mama daar moet voor werken?’ Mijn eigen ouders ontsnapten uit mijn mond. Slik.

Leren omgaan met geld is alles behalve evident, zelfs niet voor sommige volwassenen. Of zakgeld het verschil maakt, weet ik niet. Maar het is een waardevolle poging zolang je meer doet dan je kinderen regelmatig wat extra geld toe te stoppen. Zakgeld is geen synoniem voor spaargeld. Het bedrag moet evenredig zijn met mogelijk uitgaven. Meteen uitgeven of alles oppotten is niet bijzonder leerrijk. Denk aan Monopoli: te veel of te weinig geld verpest het spel.

Vier euro per week leek mij een eerlijk startbedrag, want terugschroeven zit er niet in. Cool, vond Manou. Tot ik er haar vertelde dat ze vanaf nu ook bepaalde kosten zelf zou moeten betalen. Het tussendoortje tijdens de musicalles bijvoorbeeld, al kon ze natuurlijk ook gewoon een koekje uit de kast nemen. Kerstgeschenkjes en ook niet noodzakelijke extraatjes zoals die bubbelkauwgom aan de kassa van het grootwarenhuis of ritje op de kermis.

We zijn ondertussen twee weken bezig. De eerste vier euro zitten nog mooi opgeborgen in haar portefeuille. Gisteren trokken we samen naar de H&M. ‘Oh mama, kijk eens wat een leuk hondenhandtasje. Dat zou een super leuk cadeautje zijn voor onder de kerstboom, voor Floowie.’ Kostprijs 14 euro. ‘Oei.’

Het leven is duur. Dat heeft ze meteen begrepen. Maar je eerste zakgeld uitgeven aan een geschenkje voor je kleine zus, dat kon ik niet laten schieten. De geste is goud waard en dus heb ik haar een klein beetje gesponsord.

Morgen is het kerstmarkt, op beide scholen. Eens zien hoe ver ze zal lopen met haar resterende vier euro. 🙂

Varken_Bor232

Buitengewoon onderwijs is helaas nog vaak de beste optie

Zegt nog eens haar gedacht over dat nieuwe M-decreet, in de krant van vandaag 😉

Toen enkele jaren geleden bleek dat mijn dochtertje Nina iets minder snel leerde dan haar leeftijdsgenootjes, was dat even slikken. Niemand ziet zijn kind graag sukkelen. Geen enkele ouder stuurt zijn kind met plezier naar het buitengewoon onderwijs, het BLO van vroeger. En toch kozen we, tegen het advies van het CLB in, voor type 8-onderwijs. Je uiterste best doen om (in het beste geval) met de hakken over de sloot te geraken, ik wou het haar niet aandoen. Schoolmoeheid leek ons een te groot risico.

‘Waarom zou je het niet gewoon proberen? Je kan toch altijd nog naar het buitengewoon afzakken?’ Buitenstaanders begrijpen het vaak niet. Kiezen voor geluk in plaats van voor prestatie, het is een beetje tegen de tijdgeest. Nina leert nu met veel plezier lezen en schrijven, samen met zeven andere ‘specialekes’. Ze gaat buiten-gewoon graag naar school en blinkt van zelfvertrouwen.

‘Alleen als het gewoon onderwijs meer rekening houdt met gehandicapte kinderen, zullen die kinderen minder nood hebben aan buitengewoon onderwijs’, schrijft Gauthier De Beco in de krant (DS 3 september). En, zo is hij overtuigd, ‘bij voldoende middelen, volgt de rest wel vanzelf’. En net daar wringt het schoentje.

Inclusie is ook in mijn ideale wereld de enige juiste keuze. Maar binnen ons huidig onderwijssysteem houd ik toch mijn hart vast. Veel gewone scholen hebben totaal geen idee van wat hen te wachten staat volgend jaar, als het M-decreet van kracht wordt. Dat bepaalt dat kinderen met een beperking in theorie ‘recht’ hebben op gewoon onderwijs. Het is een mooi en ambitieus ideaal, maar over de concrete uitwerking is nauwelijks nagedacht. Want de ene beperking is de andere niet. Slechthorende kinderen vragen een geheel andere aanpak dan iemand met dyslexie of autisme. En die kennis leer je niet op in één infoavond. Inclusie begint eigenlijk al in de opleiding van de leerkracht.

En van veel extra middelen voor de gewone scholen is er voorlopig ook geen sprake, integendeel. Scholen kampen nu al met financiële problemen. Geld voor kleinere klassen, aangepast didactisch materiaal en infrastructuur is er gewoon niet. En met een deeltijdse zorgjuf en een rolstoelvriendelijk toilet gaan we er niet geraken. Erger nog: het M-decreet heeft veel weg van een besparing op het buitengewoon onderwijs: hoe minder kinderen erheen trekken, hoe beter, lijkt het wel.

Echte inclusie vraagt veel extra begeleiding, veel extra materiaal en dus ook veel extra geld. Zonder al die zaken zullen die zogenaamde ‘aangepaste leerdoelen’ gewoon synoniem staan voor ‘de lat lager leggen’. Onderwijs heeft niet als doel om kinderen bezig te houden, maar wel om ze te laten groeien, elk binnen de eigen mogelijkheden. Kinderen met extra zorgnoden dumpen in gewone klassen, dat is geen inclusie. Je hoeft geen pedagoog te zijn om te voorspellen wat er allemaal kan misgaan: pestgedrag en schoolmoeheid met een totaal afhaken als gevolg. En wat dan?

Moesten we beginnen met gewone leerlingen op gewone scholen ook daar daadwerkelijk op te vangen, in plaats van ze massaal door te sturen naar logopedisten en andere naschoolse therapie. En pas dan kunnen we misschien beginnen praten over de echte inclusie van zorgkinderen.

schoolfeestninax-24-van-24

Zeeklassen

Vorig week vertrok Manou op zeeklassen. Omdat ik maandag moest werken, kon ik pas laat ’s avonds aan haar valies beginnen. De timing had beter gekund. Maar veel heeft een kind niet nodig op kamp, suste ik mezelf. Vorige zomer gebruikte ze maar drie onderbroeken op acht dagen. 🙂 Bovendien stond er in de begeleidende brief dat ze haar valies zelf zou moeten dragen. We zouden ons dus beperken.

Manou had er wel zin in, maar dat was niets in vergelijking met de spanning die ’s morgens op de speelplaats hing. Sommige kinderen klampten zich vast aan hun ouders, of misschien was het omgekeerd.

‘Mama? Heb je mijn fototoestel mee?’
‘Euh. Neen. Maar de juf zal vast en zeker veel foto’s maken. En ik zie dat er klasgenootjes genoeg zijn met een camera. Jij gaat daar toch geen tijd voor hebben.’

Zucht. Pruillip. Het stond nog zo op de brief.

‘Mama? Heb je jullie adres (en dat van oma, mijn meter en nog een paar mensen) op een lege gefrankeerde enveloppe geschreven?
‘Euh. Neen. Ik vond gisterenavond geen postzegels meer. Je gaat maar vier dagen weg.’

Drama.

De papa reed snel nog naar huis om haar cameraatje, waar ze uiteindelijk geen enkele foto mee maakte.
Haar briefje stak ze in de enveloppe van haar beste vriendinnetje, een ingenieuze zet vind ik persoonlijk.

Mama bleek de voorbije week een stuk minder goed georganiseerd. Want niet alleen zouden de kinderen brieven opsturen naar hun ouders, en werd ook verwacht dat wij hen eentje zouden terugschrijven.

Eerlijk: ik heb er aan gedacht maar als een echte ploetermoeder heb ik gewoon geen tijd gevonden. Maar aan schuldgevoelens doe ik niet mee. dat helpt niemand vooruit. Een beetje ontgoocheling hoort er bij, en is mogelijks zelfs gezond.

‘Het was heel leuk maar ik ben toch blij om weer thuis te zijn’, zei ze toen ze vrijdag doodmoe in mijn armen viel. Over de briefjes werd niets meer gezegd. Ik knuffelde haar, lang en hard, en glimlachte voldaan.

Heerlijk vind ik het, die zeeklassen. Leerrijk, voor het hele gezin 😉

5677707_orig 6679235_orig

Mailen

Email

Of ze een eigen emailadres mocht? Tja. Ik ben niet bang van het grote boze internet, al is het maar omdat ik er zelf een hele dag in rond dool. Bovendien vind ik het belangrijk dat kinderen leren omgaan met nieuwe media, en wil ik graag bij dat leerproces betrokken zijn (al is het maar om zelf ook bij te blijven). Bovendien is typen een goede spellingsoefening. 😉

En dus maakte in een gratis adres aan, en nodigde oma’s en opa’s, meters en peters uit om Manou een mailtje te sturen. Vanaf nu mail ik dus ’s avonds van op de redactie dus naar mijn dochter. En zij antwoordt mij, het liefst met een onscherpe en korrelige Ipad-foto. De berichtjes blijven buitengewoon kort maar toch erg schattig. En trots dat ze is.

Voor Facebook vind ik ze nog te jong, al zie ik steeds meer profielen verschijnen van vierde jaars. Een eigen mailadres, facebookaccount of gsm: het is toch vaak groeps- en schoolgebonden. elf geloof ik trouwens meer in mate, in verstandig gebruik en in veel open communicatie meer dan in een verbod. Zolang ik haar vriendje mag zijn (en haar paswoord mag kennen) ben ik tevreden 😉

Zitten jullie kids kinderen al online? En vanaf welke kleeftijd zou je het overwegen?

Nieuwjaarsbrieven

nieuwjaar (1 van 1)

* Nieuwjaarsbrieven zeggen vaak meer over de juf dan over het kind.
* Het hele gezin kende Nina’s brief volledig van buiten nog voor het nieuwe jaar, zo vaak wou ze hem voordragen.
* Manou kon haar eigen geschrift nauwelijks nog lezen en Flo gaf geen enkel teken van herkenning bij het horen van haar eigen versje (en dus luisterende we nog maar een paar keer naar Nina’s gedichtje).
* Het aantal gegadigden neemt ieder jaar toe. Mama en papa; meters, peters, oma en opa’s en de méme (overgrootmoeder). En dan zijn Bob en ik niet eens gescheiden.
* We maakten het onszelf gemakkelijk. Manou schreef er vier zelf. De extra exemplaren werden gewoon gekopieerd. Het gaat uiteindelijk toch om de boodschap, nietwaar?
* Mijn meisjes vinden voordragen leuk, en het is een leerrijke oefening in spreken voor een groep. Dus ik ben een fan van het concept.
* Voor het eerst is Manou zich bewust van haar nieuwjaarscentje. ‘Dat is mijn geld. Ik heb dat verdiend. Ik mag daar dus mee kopen wat ik wil. Ik wil een Furby!’ Niets tegen Furby ’s maar spelen kinderen daar echt mee? Persoonlijk vind ik het decadent veel geld voor wat het is (maar spreek me gerust tegen). En dus zijn we het nieuwe jaar begonnen met een serieus gesprek over geld en over wat hoeveel waard is en over de zin (en onzin) van sparen. 😉
* Mijn eigen nieuwjaarsbrief lag na onze reis ook klaar: de belastingafrekening en het was niet in ons voordeel 😦

Lezen

‘Manou leest met veel intonatie. Thuis leest ze waarschijnlijk veel verhaaltjes. Je voelt dat ze opgaat in het verhaal en dat is leuk. Maar voor de leestest moet ze vooral rijen woordjes lezen, op tijd.’

Gezellig samen lezen voor het slapengaan mag natuurlijk nog altijd. Maar vanaf nu moeten we vooral met de chronometer woorden papegaaien.

Manou heeft een super lieve juf, met veel gezond verstand en relativeringsvermogen. Maar ook zij moet het leerplan volgen. En soms zit die er toch een beetje naast, als je het mij vraagt.

Terug naar school

De eerste schooldag vind ik vaak een beetje overroepen. Dan overleeft iedereen op spanning en adrenaline. De tweede ochtend is doorgaans lastiger (en ik vergat meteen al een turnzak ;-)). Maar ondertussen zit iedereen weer volledig op schoolritme.

* Manou is opnieuw met haar gat in de boter gevallen. Zo een leuke juf. En het zal nodig zijn want tijdens het infoavond overliep ze met de ouders het leerplan en het derde leerjaar lijkt mij een zwaar jaar.

* Ook Floke is goed en vrolijk van start gegaan, in de tweede kleuterklas. Ik vreesde een beetje voor de grote overstap na een jaartje in het instapklasje maar de lieve en begripvolle juf maakt alles goed. Flo rende de eerste dag zonder afscheidszoen meteen de klas in en kwam blij thuis. Toen ik haar deze middag vroeg of ze niet liever thuis een middagdutje zou doen, knikte ze hevig van neen. “Ik naar school! Naar juf Mar- Jó- Leín!’ Een betere start had ik me niet kunnen inbeelden.

* En Nina? Nina is vol enthousiasme gestart op haar ‘kleine school’. Geweldig vind ze het er, haar woorden. Zes kindjes zitten er in haar klas, drie meisjes en drie jongens. Ze mogen veel buitenspelen, de juf is altijd lief en ze gaat nooit huiswerk hebben. Dat was haar verslag van na haar eerste dag. Manou kleurde even groen van jaloezie. Een ding is zeker, Nina gaat er heel gelukkig zijn. Nu nog hopen dat het team het onderste uit de kan haalt zodat er later genoeg keuze mogelijkheden overblijven.

* Ook ik ben goed van start gegaan. We zijn iedere ochtend mooi op tijd en dus zonder veel stress met de fiets vertrokken. Ik heb een goed gevoel bij de leerkrachten en voel me op beide scholen ook zelf echt thuis. Niet dat ik zo echte schoolpootmoeder ben maar ik vind het wel leuk om ’s morgens een paar geleden gezichten tegen te komen. Goedemorgen. Turnzak bij? (Niet dus ;-). Alles goed? Klaar voor het dictee? Gaan jullie zondag ook naar het feestje?

Er bij horen, ik geniet daar van. Het is een raar en ongrijpbaar gegeven. Soms is het er, soms niet. Ondanks alles voelde ik me thuis op ons concentratieschooltje, en ook op de grote school van Manou zat de sfeer meteen goed. En dat terwijl ik mij vorig jaar vaak geen houding wist te geven bij Nina en Flo, en zelfs op eigen oude school (toen we nog in het centrum woonden) vond ik moeilijk mijn draai. Het is ook niet heel belangrijk. Ik ben niet op zoek naar nieuwe beste vrienden maar een warm contact zo ’s morgens vroeg aan de schoolpoort, het is toch een leuke manier om de dag te beginnen.

Terug naar school

Het was druk in de Action deze ochtend, vooral in de rayon van de papierwaren. Binnen twee weken begint het schooljaar weer, naar het schijnt. 😉 En toch begrijp ik het niet helemaal. Wat kopen die mensen dan?

Ok, Manou heeft enkele maanden geleden ook een nieuwe boekentas gekregen. Haar oude exemplaar was echt versleten. De rugzakjes van de kleine zusjes zien er nog goed genoeg uit. Maar ok, een extraatje om je kinderen te motiveren kan ik ook best begrijpen. Het schooljaar beginnen met een nieuwe pennezak bijvoorbeeld, lijkt mij niet overdreven. Maar verder zou ik het echt niet weten . Tegenwoordig krijgen kinderen op school toch al hun boeken, schrijfgerief en schriften?

En begrijp me niet verkeerd: ik ben niet eens zo een grote voorstander van dat gratis verhaal. Iedereen weet dat dat kinderen kosten met zich meebrengen. Als u het mij vraagt: die schoolrekening valt bijzonder goed mee in vergelijking met onze dokterskosten. En onderwijs is belangrijk. Ik heb daar best iets voor over. Bovendien ben ik niet overtuigd dat gratis onderwijs voor iedereen wel zo sociaal is (maar dit terzijde).

Het grootste voordeel van het gratisverhaal is dat scholen nu beter nadenken over wat ze echt nodig hebben. Als tiener moesten wij vaak kweetnie hoeveel atomaschriften kopen waar we achteraf nauwelijks in werkten (en die liggen nu dus nog altijd te verstoffen in mijn kast).

Ondertussen vliegt de vakantie voorbij. Nog twee weken en het is zo ver. Het wordt een spannend moment voor iedereen: Flo springt van het instapklasje naar de tweede kleuterklas. Manou hoopt op een leuke leerkracht, en de vraag blijft of we haar leesachterstand voldoende hebben kunnen bijbenen. Nina start in type 8. En mama, die gaat opieuw tijd hebben om ’s morgens lekker eens te gaan lopen 😉

Homescholing

Na al de juichberichten op facebook durf ik het bijna niet meer te schrijven. Maar Manou rapport was niet geweldig. Vooral lezen blijkt een werkpunt. Ik moet toegeven dat wij het voorbije jaar thuis niet zo veel geoefend hebben. Blijkt dat sommige kinderen iedere dag begeleid lezen, sommige tot een boekje per dag. Waar halen zij en hun ouders die tijd? Ik werk vaak laat waardoor Bob er ’s avonds vaak alleen voor staan. Na haar huiswerk heeft Manou bovendien vaak geen zin meer om te lezen. Kinderen moeten toch ook nog kunnen spelen?

Maar alleen op school lezen blijkt duidelijk niet genoeg. Dus namen wij ons voor om de komende maanden een extra inspanning te doen. En echte vakantie zoals in mijne tijd, waarbij we een paar maanden alles vergeten, zit er dus niet in. Ik ben nochtans geen voorstander van al die overijverige ouders en hun extra vakantieboekjes. Maar een ouder moet leren flexibel zijn, ook met zijn of haar principes. En dus gaan wij nu volop voor homescholing, deeltijds wel te verstaan 😉

Strips, samen lezen en vakantieboekjes kleuren onze avonden. Voorlopig vinden zowel Nina als Manou het erg leuk bij juf An en Bob. Of dat lang gaat duren betwijfel ik. En of het op lange termijn iets wezenlijks zal veranderen, is ook onduidelijk. Maar proberen is belangrijker dan slagen 😉

TEDx

IMG_20130622_095557IMG_20130622_135744 TED is zalig, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik er niet toe kom om op regelmatige basis naar hun filmpjes te kijken. En net daarom boekte ik kaarten voor TEDx, in Gent.

’48 euro voor een hele dag? Dat is wel veel geld.’
Goedkoop is anders maar eigenlijk vind ik de prijs best wel meevallen. Investeren in jezelf is altijd waardevol. In België zijn we gewoon verwend. Er bestaan hier zo veel gesubsidieerde opleiding- en leervormen dat we niet meer beseffen wat onderwijs echt kost. En een real-life voordracht ervaar ik altijd anders dan op tv. Die bedenking maak ik me trouwens ook vaak bij comedy.

Zoals altijd zaten er goed en minder sterke voordachten tussen. Het enthousiasme van Nic Balthazar blijf ik aansteking vinden, in tegenstelling tot de weinig vernieuwende monoloog van Marleen Temmerman.

Inspirerend vond ik de vraag van Agnes Nairn. ‘Sluit u ogen en denk aan jezelf als kind. Het is een geweldig leuke dag. Je bent aan het spelen en maakt veel plezier.’ Open je ogen: waar ben je nu? 80 % van de volwassenen verbeeld zichzelf buiten. Als je dezelfde vraag nu aan kinderen stelt, denkt bijna 40 % aan een pretpark type Disneyland of Walibi (zonder speedypass ;-)). Slik

Ook leerijk was ik de voordracht van Pierre Pirard, een CEO die zijn carrière opgaf om leerkracht te worden in een concentratieschool in Molenbeek. Volgens hem maken verwachtingen het grote verschil. Leraars die veel verwachten, krijgen gelijk (en omgekeerd werkt het jammer genoeg ook zo). Een mooie les zeker met Nina in mijn achterhoofd.

Deze boeiende dag eindigde met een gezellige receptie waar we alle die nieuwe kennis lekker weer wegspoelden. Een aanrader 😉

20130623_121153_resized20130623_121208_resized

Over onderwijs

Soms denk ik dat het tof zou zijn om terug naar school te gaan, een halve dag per week of per maand. Geen avondschool over een welbepaald onderwerp maar eerder iets algemeen maatschappelijk, telkens dezelfde groep zoals vroeger . Over de politiek of Israël, over boekhouding of het Europees landbouwbeleid, over opvoeding of depressies, over naaien en pinterest, over elektriciteit en ecologie, over de nieuwe spelling, over de wereld quoi. Die dingen kan je natuurlijk ook allemaal te weten komen als je regelmatig de krant leest. En toch. Iets bijleren is tof. Alleen spijtig dat veel mensen dat pas beseffen lang nadat ze de schoolbanken verlaten. En misschien is dat het grootste probleem van ons huidig onderwijssysteem.

Ik probeer het debat van de voorbije dagen een beetje te volgen maar het is een ingewikkeld en gelaagd verhaal. Iedereen wil nochtans hetzelfde: beter onderwijs. Maar wat is dat?

In de praktijk blijkt dat alles behalve eenvoudig. Overal lees je berichten over het dalend niveau van pas afgestudeerden. Tegelijkertijd kunnen steeds minder kinderen mee met faalangst, schoolmoeheid en stress als gevolg. Leerkrachten lijken nu nochtans liever, opener, socialer en vernieuwender dan vroeger. Waar loopt het dan mis?

Termen zoals ASO, TSO en BSO zouden moeten verdwijnen, alsof het probleem alleen aan de woorden ligt. Neen, het echte pijnpunt ligt volgens mij ingebakken in onze maatschappij zelf. Tegenwoordig is dat het neoliberale model, waarin de moderne illusie heerst dat de mens maakbaar is. ‘Daardoor wordt elk kind een project op zich. En om het te maken moet je uitblinken. De onvermijdelijke keerzijde hiervan is een groeiende groep mensen die zich mislukt voelt.’ Een heel interessant stuk die alle betrokkene politici, leerkrachten en ouders beter eens zouden lezen.

Soms denk ik dat ik geluk heb, geluk bij een ongeluk. De dood van mijn mama was het ergste dat mij op dat moment kon overkomen. Perfect zal mijn leven zonder haar nooit meer worden. Maar ik heb het overleefd. En ondertussen heb ik natuurlijk nog een paar problemen geserveerd gekregen. Soms word ik daar ook moedeloos van maar meestal voel ik me vrij goed. Goed genoeg, klinkt dat saai ?

Natuurlijk maak ook ik me soms zorgen over de toekomst. Als er geen onderscheid meer zou zijn tussen ASO, TSO en BSO, maar slechts één brede eerste graad in het secundair, gaat Nina dan nog wel naar het gewone onderwijs kunnen doorstromen? Gaat er ooit plaats zijn in deze neoliberale maatschappij voor kinderen zoals zij? En als geschoolde leerkrachten en hooggeschoolde politici niet meer weten welke weg we op moeten met onze kinderen, waar zijn wij ouders dan aan begonnen? Of doen we het toch beter zelf, ieder op zich gezellig homescholing?

Laat die onderwijshervorming maar komen, denk ik zo. Ik hou goede herinneringen over aan mijn schoolperiode. De meeste van mijn klasgenoten zijn ondanks alle hormonen en andere perikelen toch goed terecht gekomen. En ASO of BSO, het zijn vaak een paar goede leerkrachten en een handvol leuke vrienden die het verschil maken. Hoe die dames van mij gaan evolueren, dat weet niemand. Ik zou het niet eens willen weten. We zien wel, iedere dag als een spannende verrassing.

Het vonnis

Een uur moeten aanhoren wat je kind allemaal niet kan, echt leuk is anders. Niet dat ik veel nieuws te verwerken kreeg. De tests spreken elkaar bovendien vaak tegen. Dan is ze weer heel taalvaardig, heeft ze een hoog verbaal IQ terwijl ze in een andere test net niet beschikt over voldoende woordenschat. En ze kan zich moeilijk concentreren, vergeet snel. Behalve liedjes en versjes want die kan ze dan wel buitengewoon goed vasthouden. 

En de ouders zouden haar dus graag naar een type 8-school sturen? Klein misverstandje want leuk vinden wij dat niet. Maar ik ben niet blind. Ondanks twee jaar revalidatie zit Nina in alle zorggroepjes. ‘Misschien moet ik de vraag anders formuleren. Geloven jullie dat Nina zes jaar gewoon onderwijs gaat aankunnen? Het liefst zou ik hier overtuigd worden.’

Toen zaten we vrij snel op dezelfde golflengte. Ik was wel blij te horen dat Nina een heel uitgesproken type 8-profiel heeft, een leerstoornis en geen algemene achterstand. Ook op vlak van sociale vaardigheden doet ze het erg goed, geen introversie of leermoeheid, geen auti-kenmerken.

Volgende week maandag moet ons dossier nog wel voorkomen voor een of andere raad. En pas dan krijg ik een voorlopig document. Daar kan ik haar wel al mee inschrijven maar de administratieve molen is nog niet voorbij. Volgende week hoop ik op een afspraak met de directie.

Lichtpuntje aan het einde van het verhaal: Nina is erg enthousiast. In tegenstelling tot kinderen die moeten zakken omdat het echt niet meer gaat, kijkt Nina uit naar de nieuwe speciale school. ‘Mama, wanneer lag ik nu eindelijk eens gaan kijken?’ Wij hebben van in het begin open met haat gepraat, over de verschillende type scholen. En ook al wou ze graag met haar zussen zitten, toch verkoos ze de rustige school met kleine klasjes.

Twijfels

We waren er uit. Ondanks twee jaar revalidatie zouden we Nina in het type 8 onderwijs inschrijven. Nina is de voorbije jaren al drie keer van school veranderd. Volgend jaar gaat dat hoe dan ook opnieuw gebeuren. Ik wil nu dus goed kiezen. Bovendien is iedereen het er over eens dat Nina heel hard (waarschijnlijk te hard) gaat moeten werken in een gewone grote klassieke school.

Maar om Nina te kunnen inschrijven heb ik een attest nodig van het CLB. Ze voorlopig inschrijven is niet mogelijk. En ondanks het feit dat Nina al twee jaar extra begeleiding krijgt en dat ze in alle zorggroepjes zit, blijkt het verkrijgen van zo een attest een uitdaging. Alsof iemand “misbruik” zou maken van het systeem en zijn kind daar even voor “de lol” zou inschrijven. Dat Nina de nodige test moest ondergaan is logisch. Alleen kinderen met een IQ boven de 89 mogen naar type 8. En dat zowel de juf, het CLB als het revalidatieteam op één lijn moeten zitten, kan ik ook begrijpen.

Maar waarom dat allemaal zo vreselijk lang moet duren? Wij maken iedere dag een volledig nieuwe krant. Soit. De inschrijvingen in Sint Salvator zijn al meer dan een maand bezig. Ik was er als eerste bij, toen. Dat was drie weken geleden. Voorlopig is er nog altijd plaats maar het eerste gesprek met het CLB is pas gepland binnen… twee weken. Sneller kon “echt” niet. En zelfs die dag ga ik waarschijnlijk geen attest krijgen.

Ik hou niet van openstaande dossiers. Al die tijd word ik overspoeld met verhalen, van mensen die ook “een kindje hebben als Nina”. Sommige kozen voor type 8, andere niet. Het probleem is dat mijn Nina natuurlijk nooit helemaal lijkt op hun kind, en dat vergelijken dus moeilijk is. Bovendien is het onderwijs de voorbije jaren erg veranderd. Zo gelooft onze huidige directeur niet meer in overzitten of dubbelen. Je kan mee of je ziet niet op je plaats. Ik hoor ook steeds meer interessante stemmen tegen inclusie. Homogene groepen zijn eerlijker voor iedereen.

En toch groeit er opnieuw een klein twijfelbeestje in mijn hoofd. Als Nina me spontaan vraagt of ik haar ‘schrijfoefeningen’ wil geven . Of ze een volledig klasliedje (of hitje)uit haar hoofd kan nazingen. Of als ze na één keer spieken mijn Ipad-code onthoudt. Het zijn details, dat besef ik wel. Toch heb ik het gevoel dat ze de laatste weken erg veel en snel bijleert.

Zucht. Twijfel. Denk. Kreun. Grrr. Twijfel. Nuja, op dit administratief tempo gaat het probleem zich vanzelf oplossen want dan gaat er in een van beide scholen gewoon geen plaats meer zijn 😉20130505_communieMichiel_TG_217

We’re in

Al jaren probeer ik mijn kinderen in te schrijven in de kleuterschool Edugo Lourdes/slotendries. Dat was de eerste school van onze keuze, en bovendien zit Manou daar nu in het twee leerjaar. Voorlopig doen wij iedere ochtend en iedere namiddag twee scholen aan, wat praktisch lastig toch erg is. Met Nina’s type 8-vooruitzichten zou de situatie volgend jaar nog ingewikkelder worden.

Flo staat al jaren op de wachtlijst maar ze hadden mij meermaals duidelijk gemaakt dat de kans op inschrijving klein was. Ik was dus ongelooflijk blij toen de directrice mij gisteren opbelde. Ze zouden twee plaatsen bijmaken speciaal voor broertjes en zusjes. Flo is volgend jaar dus toch welkom. Joepie! Flo kan samen met Manou naar school, naar … de tweede kleuterklas.

Oei. Slik. In januari heb ik Flo door samenloop van omstandigheden doen zakken van het eerste kleuterklas naar het instapklasje. Samen met de juffen en de thuisbegeleidster hebben we net een contactmoment ingepland om te overleggen waar Flo volgend jaar het best thuishoort. Maar tijd om daar op te wachten heb ik nu niet meer. Ik zou Flo volgend jaar echt graag op Lourdes binnenkrijgen, en dat niet alleen uit praktische overweging. Ik ben gewoon heel tevreden over de school, en over de directie. Maar gaat Flo volgend jaar wel meekunnen in een een tweede kleuterklas?

Waarom is mijn leven nooit eenvoudig? Volgens de thuisbegeleidster en de juf zou het een grote stap worden. Familie en vrienden vonden dat ik het beter gewoon kon proberen. Zucht.

Ik besloot om open kaart te spelen met de directrice. Dat Flo een moeilijke periode achter de rug heeft en dat ik niet zeker ben of ze wel gaat meekunnen. “Kleuters tegenhouden doen wij niet. Flo gaat gewoon naar het tweede kleuterklas. Ieder kind is anders, en dat geldt dus ook voor haar. De kleuterjuf houdt daar rekening mee. De klas is beneden en wij kunnen ook nog altijd beroep doen op een zorgjuf. Ieder kind moet de tijd krijgen om te ontwikkelen op zijn of haar eigen ritme. Maak u geen zorgen. We gaan goed voor Flo zorgen. Maar echt doen zakken of tegenhouden doen wij alleen in de derde kleuterklas, als kinderen niet schoolrijp zijn.’

Soms kunnen mensen precies de juiste dingen zeggen. De directrice vertelde mij dit aan de telefoon, gelukkig want anders had ik haar zonder twijfel gekust. We’re in! Flo gaat dus naar de grote school, en meteen naar de tweede kleuterklas. Ik ben blij. Natuurlijk zal het niet altijd gemakkelijk zijn maar mijn gevoel zegt dat dit weer een stap is in de goede richting 😉

Zo kweek je een modelkind

Dit weekend zag ik dit heerlijk artikel hangen in de speelhoek van vrienden. Ik hou van lijstjes, ze maken de wereld zo lekker eenvoudig en overzichtelijk. En natuurlijk staan ook dit lijstje vol clichés maar anderzijds telt het stuk me ook gerust. Het geeft een richtlijn.

Ik hecht belang aan de sociale vaardigheden van kinderen, niet alleen de mijne 😉 Het gaat om kleine dingen zoals ‘alstublieft, dank u wel maar ook om respect hebben ten opzichte van volwassenen, groeten bij aankomst en dankbaar zijn’. En ook al zullen alle ouders het hier wel over eens zijn, toch valt het vaak op hoe anders gezinnen hun klemtonen leggen.

Wat sommige weglachen, vind ik er dan weer ‘onbeleefd’ en omgekeerd (waarschijnlijk). Zo hou ik wel van mondige kinderen. Ze mogen eerlijk tegen mij zijn en gezellige meepraten. Ik kan ook goed tegen lawaai, en onnozel doen. Maar bij aankomst vind ik het wel belangrijk dat ze oprecht en beleefd groeten, en ook aan dankbaarheid hecht ik veel belang.

Hoe dan ook: deze manieren zouden alle kinderen voor hun negende verjaardag onder de knie moeten hebben. We hebben dus nog even tijd. 🙂 Voorlopig zitten we redelijk op dreef, denk ik, al zullen we aan puntje 3, 17, 18, 19, 24 en 25 toch nog een beetje moeten werken. En vooral puntje 16 vind ik zelf heel erg belangrijk.

16 ‘Het is hier maar saai.’ Dat zal je nog vaak denken in je leven. Verveling is echter geen reden om keet te schoppen. Hou je rustig bezig en laat anderen hun ding doen. 

Dit zou werklijstje voor veel volwassenen kunnen zijn 😉