Iets meer dan vier jaar geleden kochten wij een groot oud huis. Het is zo een huis waar je werk aan hebt, ook al hadden we dat niet meteen door. Volgens de makelaar was het instapklaar, tot wou stofzuigen en de stroomkast ontplofte.
Batibouw en co, het is echt niets voor mij. Had mij toen gezegd dat wij jaren zouden verbouwen, ik was gaan lopen. Maar ondertussen hebben we dus toch heel wat gedaan, of eerder laten doen. Je begint met dubbel glas en voor je het weet ben je vertrokken.
Deze week was onze badkamer aan de beurt. ‘Maar alles werkt toch?’ Op zich scheelde er niets aan de badkamer behalve dat ze versleten en gedateerd was. De vorige eigenaars hadden het geweldige idee om vast tapijt te leggen maar met drie kinderen was dat niet meteen een optie. Zwarte tegels en bloemenbehang, het klinkt misschien nog retrohip maar dat was het beslist niet.
Weet hij wat dat kost een nieuwe badkamer? Zoals alles in de bouwsector veel te veel. En dus lieten we onze breekplannen voor wat ze waren, en gooiden het over een andere boeg: schilderen. We hebben alles, maar dan ook echt alles, opnieuw geschilderd. Tegels, bad- en douchekuip tot over het lelijke bloemetjesbehang op de kasten en op het plafond. Voor een oud huis zoals het onze, met veel details, hoekjes en kantjes en oude warme elementen, ga ik voluit voor wit. Alleen voor de vloer kozen we voor kurk, tegen de koude voeten.
En zo hebben we dus een nieuwe oude badkamer. Ik ben blij. Op naar het volgende project (en tegen dat we rond zijn kunnen we opnieuw beginnen ;-))