Tagarchief: revalidatiecentrum

Van dossier naar dossier

Gisteren schreven we Nina in op Sint-Salvator. Het was een moeilijke beslissing en  ingewikkelde papierslag. Tijdens het laatste overleg leek iedereen overtuigd. Een paar dagen later had het CLB-team ‘de pro en contra-argumenten nog eens op een rijtje gezet, en velen geloofden toch in de mogelijkheid voor Nina om gewoon onderwijs te volgen.’ Interessant hoe mensen van op afstand het oordeel van experts op het veld toch in twijfelen trekken. En echt zeker ga ik waarschijnlijk nooit zijn maar mijn beslissing stond vast.

Bovendien moet ik Nina’s type 8-dossier nu even laten rusten want op tafel ligt alweer een nieuw hangijzer. Morgen wordt Flo namelijk voor het eerst in het revalidatiecentrum verwacht. De neuroloog had me aangeraden haar ontwikkeling te laten testen. Veel zin om naar het COS te gaan, had ik niet. En al doet Flo het de laatste maanden erg goed, het leek mij toch zinvol om eens objectief na te gaan hoe het nu gesteld is met haar na al die aanvallen.

Je kind laten testen, is altijd een risico. Wie zoekt, die vindt. Zo eenvoudig is het. Taalbegrip, uitspraak, motorische ontwikkeling, sociale vaardigheden, concentratie, IQ, … Er zal altijd wel één aspect zijn waarin een kind onder het gemiddelde scoort. Het grote voordeel is dat ik ondertussen de nodige ervaring heb en dus goed kan relativeren.

Zo verliep het intakegesprek lekker vlot en snel. Been there, done that. En Flo voelt zich de laatste maanden erg goed. Ze is vrolijk en lief, gaat graag naar school en leert veel bij. En zo vier vrijdagen één op één aandacht, ze gaat daar nog van genieten ook dat spook 😉

IMG_20130528_091412

Leerstoornissen

Nina is een speciaal kindje. Ze was extreem klein bij de geboorte en ook nadien vlotte het eten niet echt. Toen Nina 6 maanden was zag ze er uit als een pasgeboren baby’tje. Die achterstand haalt ze wel in, zei de pediater. Maar dat is nooit gelukt. Nina liep op alle vlakken achter en dat is nog steeds zo. Binnen een paar weken wordt ze 6 maar ze ziet er nog uit als een kleuter. En kinderen worden jammer genoeg altijd vergeleken met leeftijdsgenootjes.

Nina zit nu in de derde kleuterklas, nadat ze haar eerste al eens opnieuw moest doen. Twee keer per week krijgt ze kiné en ergo. Dit schooljaar is er op of er onder. Op het einde van het jaar gaat de juf en de begeleiders van De Steijger moeten beslissen of Nina gewoon onderwijs aankan. Volgens het revalidatiecentrum is Nina een meisje met “berpekte mogelijkheden en een complex en multidisiplinair ontwikkelingsstoornis”. Ik weet niet goed wat ik me daarbij moet voorstellen, noch op korte noch op lange termijn.

Leerstoornissen, het lijkt wel de ziekte van het moment. Toen ik jong was kende ik niemand extra begeleiding nodig had of naar buitengewoon onderwijs moest. Nu moet zelf de zoon van onze kroonprins naar BO, of dan toch een sjieke vorm er van.

Dit weekend stond er een boeiend artikel in ons weekblad over kinderen met leerstoornissen, en welke invloed deze stoornissen hadden op hun verder leven. Alleen jammer dat ze enkel succesvolle (oud)leerlingen van die elitie Eurekaschool aan het woord lieten, mensen met dyslexie die later toch naar de universiteit gaan.

Het probleem is dat veel kinderen niet precies in één vakje thuishoren. Veel van die specialekes zoals onze Nina zijn bijzonder op verschillende vlakken. En dan vraag ik me vaak af: hoe loopt het leven voor die buitengewone gewone (dus niet zo overdreven begoede) kinderen? Een artikel over hoeveel procent van die kinderen uiteindelijk wat doet later, zowel qua job qua hobby’s als wat betreft vrienden en relaties, had ik boeiender gevonden.

Ps: uw waar gebeurde – zelf meegemaakte ervaringen over het onderwerp zijn hier natuurlijk altijd welkom. Dan schrijf ik dat stukje gewoon zelf 😉