Tagarchief: school

Het M-decreet: de impasse

Krijg je niet één maar twee kinderen met extra zorgen en leerproblemen. Pech, al zie ik mijn kinderen te graag om hen zo negatief te omschrijven. Twee jaar geleden moest ik het CLB al overtuigen van buitengewoon onderwijs voor Nina. Het was vooraf zo duidelijk dat mijn dochtertje het niveau niet zou aankunnen, ik wou haar de faling besparen. Geen leuke beslissing maar ik heb geen seconde spijt van de overstap. Nina gaat met veel plezier naar school en dat goed gevoel is de basis van haar enorme vooruitgang.

Twee jaar later heb ik een deja vu, al lijkt de huidige impasse eerder op een nare droom. .

Mijn jongste dochtertje Flo lijdt een aan zware vorm van epilepsie. Dankzij drie zware medicijnen doet ze geen aanvallen meer maar de epilepsie heeft wel een grote invloed op haar ontwikkeling. Flo is vijf en zit nu in de derde kleuterklas. Twee keer per week krijgt ze kiné, ergo en logo. Desondanks kan ze absoluut niet mee met haar leeftijdsgenootjes. Dankzij een paar uurtje extra GON-begeleiding is de situatie voor haar juffrouw voorlopig leefbaar, maar wat met volgend jaar?

De overstap naar een gewoon eerste leerjaar is onhaalbaar. Daarover zijn de juf, de directrice, de GON-begeleidster, het revalidatiecentrum en ik het alvast eens.

‘Volgens het nieuwe M-decreet moet de school kunnen aantonen dat ze alles heeft geprobeerd om het kind te begeleiden. Enkel als de aanpassingen voor het kind buitensporig zijn, kan er een attest voor buitengewoon onderwijs opgesteld worden.’

De school trekt aan de alarmbel maar ondanks alle extra begeleiding, komen wij voorlopig nog niet in aanmerking voor een attest. We moeten het eerst proberen, aldus het CLB. Crashen dus, in plaats van preventie.

De directrice en de juf zijn nochtans van goede wil maar zonder extra hulp kunnen zij Flo onmogelijk goed begeleiden. Mijn dochter kan zich moeilijk concentreren. Een tekening afmaken duurt vaak te lang, laat staan dat ze volgend jaar in een klas van zesentwintig kinderen vlot gaat leren lezen en schrijven. Dat uurtje GON gaat het verschil niet maken.

Misschien kan ze gewoon een jaartje blijven zitten? De school ziet het niet meer zitten en ik volg hen. Mijn dochter is ziek. Ze heeft een andere, meer individuele begeleiding nodig. Dat gaat binnen een jaar niet anders zijn.

Blijven zitten is geen inclusie. Het eerste leerjaar is onhaalbaar maar zonder attest is ze niet welkom in buitengewoon onderwijs. Zie daar de impasse.

Zonder extra middelen is het M-decreet is niet meer dan een harde korte termijn besparingsmaatregel. Want ik verzeker u: binnen enkele jaren zullen ze opnieuw veel geld moeten vrijmaken om al die gefrustreerde kinderen, leerkrachten en ouders weer op te lappen.

IMG_20140329_120947

Go Belgium

image

Deze ochtend hadden we geen fluovestjes nodig :-). We vielen vanzelf op.

Nina’s directrice had gezegd: als België wint, mag iedereen als duiveltje naar school komen. Bobs rode duivels T-shirt werd met een ceintuur omgebouwd tot een kinderkleedje, met nogal grote decolleté. In haar boekentas verdween een berg supportersbrol.

Zelf heb ik niet zo veel met voetbal. Maar ik hou wel van de WK-gekte. Ook al is het een beetje oppervlakkig, de duivels zorgen toch voor een geweldig samenhorigheidsgevoel. Rijk en arm, oud en jong, mannen en vrouwen: iedereen gaat er in op.

Geen maand geleden stemde één op drie Vlaams; nu dwepen we collectief met de Belgische driekleuren.  Il faut le faire. 🙂

Go Belgium go of vive la Belgique (vive le roi 😉

image

Pasen

Ik lust geen chocolade en dat is geen gril of geheime vermageringstruc. Hoe ongelofelijk dat voor veel vrouwen ook klinkt, ik vind chocolade gewoon niet lekker. En dat is altijd zo geweest.Leuk is anders, zeker als kind. Denk aan verjaardagsfeestjes die steevast gepaard gaan met een prachtige – oh je raadt het al- chocoladeverjaardagstaart. Of Pasen waarbij ik wel mocht meezoeken maar uiteindelijk een pluche knuffel kreeg. 🙂

Pasen heb ik dus een beetje verdrongen. Veel zin om er zondag om zes uur ’s ochtends voor op te staan, had ik niet. ‘Hij is niet geweest’, snikte Nina enkele uren later en ik voelde me even een heel slechte moeder. ‘De paashaas heeft het vreselijk druk lieve schat. Weet jij hoeveel tuinen hij deze ochtend moest bezoeken? Heel erg veel. Hij komt vast nog.’ Sinds ik mama werd, gaat het liegen me steeds beter af 😉

Manou zingt in het koor op school. Dat is leuk en gezellig, al betekent dat het ook dat ze als ongelovig en niet-gedoopt kind een paar keer per jaar verwacht wordt in de kerk. Maar dat Pasen de verrijzenis van Christus viert, ontging haar duidelijk. ‘Dat kan toch niet mama? Mensen die dood zijn, kunnen toch niet opnieuw levend worden?’

‘De Paasmis dat is zingen voor eieren.’ Laten we het daarbij houden 🙂 Toen ze terug kwam van de Paasmis waren de klokken en /of haas ‘toevallig’ ook langs geweest.

Eind goed, al goed. Of niet? Drie minuten na de grote zoektocht was het ruzie. Wie had er nu de meeste eieren? En was het allemaal wel eerlijk? ’s Avonds bleken twee van de drie meisjes geconstipeerd. 😉

Ochtendmens

Ooit was ik een ochtendmens. Ik hou van die zachte zonnestralen, van het geluid van de vogels en van ochtenddauw. Ik hou van een lekker rustig ontbijt terwijl buiten de stad langzaam tot leven komt. Als kind sprong ik vrolijk uit bed, meteen klaarwakker.

En toen kreeg ik drie kinderen, en die iedere dag opnieuw op tijd (en in orde) op school moeten geraken. De ochtendspits vind ik veruit het lastigste moment van de dag. Opstaan, ontbijten, kleren uitzoeken, wassen, tandenpoetsen, haartjes invlechten, boekentassen maken en op tijd op school geraken.

Het grootste probleem zit hem in het tempo. Wij staan om kwart voor zeven op en moeten pas anderhalf uur later de deur uit zijn. Tijd zat, lijkt mij. Maar dan zitten ze aan tafel, alles te doen behalve te eten. Ontbijt is belangrijk; met tweehappen zijn ze er niet van af. Drinken is nog erger.

In de badkamer beginnen we dan aan het dagelijkse kledingdebat. Wat mama kiest, valt noot in de smaak. Maar ook al schijnt de zon, ze mogen echt nog niet in short naar school. No way. En dus onderhandelen we. Tandenpoetsen is ook en vreselijk strijdpunt. Ze proberen het wel maar nooit lang genoeg, nooit proper genoeg. Lang haar is tof maar het verplicht mij wel om iedere ochtend kappertje te spelen.

Aan de wilde haren en de woeste blik van de mama’s aan de schoolpoort te zien, ben ik niet alleen. Nu is mijn vraag dus: vanaf welke leeftijd zouden kinderen voor zichzelf moeten kunnen zorgen? Zelf chocomelk warmen? Zelf pannenkoeken baken, of een boterham smeren of wat het ook is dat ze ’s morgens willen eten? Zelf broekkousen aantrekken? Zelf hun haar fatsoeneren? Alleen tandenpoetsen (proper! zonder dat je het moet vragen en checken)? Zelf hun boekentas maken (en niets vergeten!)? Zelf het uur en het tempo in de gaten houden?

Of hoe lang gaat het nog duren vooraleer ik ’s morgens gewoon rustig kan ontbijten met de krant, vooraleer ik mij in de badkamer alleen nog ga moeten bezighouden met mezelf? 🙂

Trots

Geen enkele ouder kiest graag voor buitengewoon onderwijs. Maar na een half jaar durf ik nu toch luidop te zeggen dat de overstap naar type 8 zowel voor Nina als voor ons een topbeslissing was.

* Iedere week krijgt ze een rapport, met punten zowel op haar gedrag als op haar prestaties. Nina doet het over de hele lijn goed. Wel grappig is dat ze voor haar gedrag in de eetzaal topscores haalt, terwijl ze thuis eerder een lastige eter is.

* ‘Mama? Wanneer ga je mij eens eerst op school afzetten ? Dan kan ik een beetje langer in de opvang blijven.’ Iedere dag vertrekt ze met een grote glimlach en een boekentas vol enthousiasme naar school. En ook al is het niet altijd gemakkelijk, haar motivatie maakt veel goed. ‘Mama? Wanneer gaan we nog eens samen lezen?’ En dat vraagt ze niet alleen ’s avonds maar ook aan tafel tijdens de ochtendspits (* geeuw * ).

* ‘Straks is het oudercontact. Dan heeft mama een gesprekje met jouw juf.’ Ze kijkt me lachend aan. ‘Het zal wel goed zijn hoor. ‘ Aan zelfvertrouwen geen tekort, en de juf was inderdaad heel enthousiast. De wetenschap dat Nina op haar plaats zit zorgt voor een geweldige gemoedsrust.

* Ik probeer mezelf te beschermen tegen initiatieven als oudercomités. Een dag telt nu eenmaal maar vierentwintig uur. Maar ik was nieuwsgierig, en er waren erg weinig kandidaten. En dus besloot ik ‘even’ een handje toe te steken tijdens het Vlammetjesschoolfeest. Driehonderd pannenkoeken warmen, moeilijk is dat niet.

Ik kwam terecht in een heel leuk team, terwijl Nina buiten heerlijk speelde. De rest van ons gezin werd moe, en kreeg koud. Nina en ik bleven nog ‘even’ hangen. Het werd halftien en ik vond mijn tengere fragiele gevoelige dochter nauwelijks nog terug op de donkere speelplaats. ‘Gaan we nu al naar huis?’ Moeder en dochter voelen zich duidelijk helemaal thuis op Salvator 😉

* Net nu ik helemaal overtuigd ben geraakt van buitengewoon onderwijs, willen ze type 8 afschaffen en opnieuw kiezen voor inclusie. Inclusie klinkt tof, zeker voor ouders. Of het voor de kinderen zelf ook zo leuk en gezellig is, hangt grotendeels af van de leerkrachten maar ook van de beschikbare middelen (en net daar wringt het schoentje, toch? ).

* Als mama ben ik trots op al mijn kinderen, niet om wat ze doen maar gewoon om wie ze zijn. Op Nina ben ik extra trots. Omdat ze ondanks haar achterstand toch zo dapper, vrolijk en vol levenslust geniet van het leven. Daar kunnen velen nog iets van leren 🙂

nina

Koor

Het leuke aan een musicalopleiding is de variatie. Manou wil graag én dansen én zingen én toneelspelen én op het podium staan. Na de mislukte auditie ben ik nu dus op zoek naar een alternatief. Gelukkig is het aanbod in Gent groot. Vorig jaar volgende Manou en Nina al dansles in De Ingang, nog steeds een aanrader. Ik heb ondertussen ook een paar toffe toneelscholen gevonden, zoals De Kopergieterij en Larf. En voor zangles kan ze terecht bij Popcollege, en ook de circusplaneet lijkt me leuk. Maar alle groepen zijn ondertussen natuurlijk al begonnen (en volzet).

Waarom zingt ze niet mee in het koor? C. en I. vinden het erg leuk en het is gemakkelijk, zo meteen na school. Manou zit op een katholieke school, ook al zijn wij niet gelovig. Ok, een kerkkoor leek mij niet bijzonder spannend. Maar wie niet waagt, niet wint. Veel kerken doen tegenwoordig hard hun best om een beetje modern uit de hoek te komen.

Bovendien erger ik mij te pletter aan al dat hokjes denken. Methodescholen zijn veel beter en kindvriendelijker dan klassieke katholieke scholen; dure musicalopleidingen zijn leerrijker dan de gemiddelde dans- en turnlessen; enzovoort. Persoonlijk voel ik mij net heel goed op onze katholieke school omdat daar kinderen (en ouders) zitten met heel verschillende achtergronden.

‘Het is super mega tof mama. We gaan zelfs mogen zingen op de Kerstmis. Echt mega wijs!’ Als atheïst is dat even slikken, want dat betekent dat ik op kerstavond mogelijk ook naar de mis ga mogen. Maar een beetje openheid en mildheid kan geen kwaad in deze wereld waar iedereen vooral bezig is met zichzelf. Papa maakte de laatste minuten van de les nog snel een filmpje. De cameradruk zorgde niet meteen voor een topprestatie maar het ziet er wel erg gezellig uit 😉

Brooddoos

Wat steken jullie nog allemaal in de schoolbrooddoos? Ik probeer er variatie in te steken maar dat lukt niet iedere dag even goed.

Boterhammen natuurlijk, of sandwiches.
Heel af en toe een koude pannenkoek, dat vinden ze heerlijk.
Met choco of speculaas of confituur, want vlees dat een halve dag in de klas ligt te gisten vertrouw ik niet.
Kaas steek als rolletje of een babybel. En cornflakes, als snoepje.
Of nootjes en olijven. En Zwan-worstjes vinden ze ook altijd leuk en daar zit toch niet veel vlees in 😉

En jullie? Nog tips?

IMG_20131008_161915

Homescholing

Na al de juichberichten op facebook durf ik het bijna niet meer te schrijven. Maar Manou rapport was niet geweldig. Vooral lezen blijkt een werkpunt. Ik moet toegeven dat wij het voorbije jaar thuis niet zo veel geoefend hebben. Blijkt dat sommige kinderen iedere dag begeleid lezen, sommige tot een boekje per dag. Waar halen zij en hun ouders die tijd? Ik werk vaak laat waardoor Bob er ’s avonds vaak alleen voor staan. Na haar huiswerk heeft Manou bovendien vaak geen zin meer om te lezen. Kinderen moeten toch ook nog kunnen spelen?

Maar alleen op school lezen blijkt duidelijk niet genoeg. Dus namen wij ons voor om de komende maanden een extra inspanning te doen. En echte vakantie zoals in mijne tijd, waarbij we een paar maanden alles vergeten, zit er dus niet in. Ik ben nochtans geen voorstander van al die overijverige ouders en hun extra vakantieboekjes. Maar een ouder moet leren flexibel zijn, ook met zijn of haar principes. En dus gaan wij nu volop voor homescholing, deeltijds wel te verstaan 😉

Strips, samen lezen en vakantieboekjes kleuren onze avonden. Voorlopig vinden zowel Nina als Manou het erg leuk bij juf An en Bob. Of dat lang gaat duren betwijfel ik. En of het op lange termijn iets wezenlijks zal veranderen, is ook onduidelijk. Maar proberen is belangrijker dan slagen 😉

Een geschenk voor de juf

Nog twee weken en dan nemen we opnieuw afscheid van de juffen. Ik vind het leuk om voor de gelegenheid een originele dankuwel in elkaar te knutselen. Op pinterest had ik al een paar ideetjes verzameld tot ik deze week een briefje kreeg van een andere mama, met de vraag om samen te leggen voor een cadeaubon.

Begrijp me niet verkeerd. Ik ken die mama niet goed maar ik vind het wel een tof initiatief. Veel ouders zouden anders gewoon niets doen. Maar zelf vind ik zo een gemeenschappelijke pot of cadeaubon een beetje onpersoonlijk. Eigenlijk maak ik mij die bedenking vaak. Geschenken geven dat gaat toch om energie steken in elkaar met als hoofdvraag: ‘waar kan ik de ander plezier mee doen?’ Het is een zoektocht, een proces. Geven is leuker dan krijgen.

Maar nu zit ik natuurlijk een beetje vast. Het is mij niet om het geld te doen. Ik kan gewoon meedoen met de pot en toch zelf nog een extra geschenk verzinnen. Maar is dat niet te veel van het goede? ‘Streber’ 😉 Of ik kan gewoon bij mijn eerste gedacht blijven en niet meedoen, maar ben ik dan niet een beetje de spelbreker?

Er blijven hoe dan ook twee juffen over. Daar kan ik alvast mee beginnen 😉

Klaspop

dolfje (1 van 1)-15_Fotor_Collage2Al een heel jaar kijkt Manou er naar uit. Hoe langer het duurde, hoe ongeduldiger ze werd. De vrijdagavond ging vaak gepaard met een kort moment van ontgoocheling. “Mama, het was weer niet mijn beurt om Dolfje Weerwolfje mee naar huis te nemen.”

Het leek mij een goede oefening in wachten. Maar de laatste dagen werd ik toch ook een beetje ongerust. Volgende week is het schooljaar gedaan. Iemand moet de laatste zijn maar  misschien is de juf haar vergeten. Misschien is het een misverstand? Of misschien zijn er gewoon te veel kinderen voor te weinig weekends?

Gelukkig was het gisteren zover, en dat net op haar verjaardagsfeest. Manou was apetrots en super blij. Wat zo een klaspop niet allemaal teweeg kan brengen  😉

Over onderwijs

Soms denk ik dat het tof zou zijn om terug naar school te gaan, een halve dag per week of per maand. Geen avondschool over een welbepaald onderwerp maar eerder iets algemeen maatschappelijk, telkens dezelfde groep zoals vroeger . Over de politiek of Israël, over boekhouding of het Europees landbouwbeleid, over opvoeding of depressies, over naaien en pinterest, over elektriciteit en ecologie, over de nieuwe spelling, over de wereld quoi. Die dingen kan je natuurlijk ook allemaal te weten komen als je regelmatig de krant leest. En toch. Iets bijleren is tof. Alleen spijtig dat veel mensen dat pas beseffen lang nadat ze de schoolbanken verlaten. En misschien is dat het grootste probleem van ons huidig onderwijssysteem.

Ik probeer het debat van de voorbije dagen een beetje te volgen maar het is een ingewikkeld en gelaagd verhaal. Iedereen wil nochtans hetzelfde: beter onderwijs. Maar wat is dat?

In de praktijk blijkt dat alles behalve eenvoudig. Overal lees je berichten over het dalend niveau van pas afgestudeerden. Tegelijkertijd kunnen steeds minder kinderen mee met faalangst, schoolmoeheid en stress als gevolg. Leerkrachten lijken nu nochtans liever, opener, socialer en vernieuwender dan vroeger. Waar loopt het dan mis?

Termen zoals ASO, TSO en BSO zouden moeten verdwijnen, alsof het probleem alleen aan de woorden ligt. Neen, het echte pijnpunt ligt volgens mij ingebakken in onze maatschappij zelf. Tegenwoordig is dat het neoliberale model, waarin de moderne illusie heerst dat de mens maakbaar is. ‘Daardoor wordt elk kind een project op zich. En om het te maken moet je uitblinken. De onvermijdelijke keerzijde hiervan is een groeiende groep mensen die zich mislukt voelt.’ Een heel interessant stuk die alle betrokkene politici, leerkrachten en ouders beter eens zouden lezen.

Soms denk ik dat ik geluk heb, geluk bij een ongeluk. De dood van mijn mama was het ergste dat mij op dat moment kon overkomen. Perfect zal mijn leven zonder haar nooit meer worden. Maar ik heb het overleefd. En ondertussen heb ik natuurlijk nog een paar problemen geserveerd gekregen. Soms word ik daar ook moedeloos van maar meestal voel ik me vrij goed. Goed genoeg, klinkt dat saai ?

Natuurlijk maak ook ik me soms zorgen over de toekomst. Als er geen onderscheid meer zou zijn tussen ASO, TSO en BSO, maar slechts één brede eerste graad in het secundair, gaat Nina dan nog wel naar het gewone onderwijs kunnen doorstromen? Gaat er ooit plaats zijn in deze neoliberale maatschappij voor kinderen zoals zij? En als geschoolde leerkrachten en hooggeschoolde politici niet meer weten welke weg we op moeten met onze kinderen, waar zijn wij ouders dan aan begonnen? Of doen we het toch beter zelf, ieder op zich gezellig homescholing?

Laat die onderwijshervorming maar komen, denk ik zo. Ik hou goede herinneringen over aan mijn schoolperiode. De meeste van mijn klasgenoten zijn ondanks alle hormonen en andere perikelen toch goed terecht gekomen. En ASO of BSO, het zijn vaak een paar goede leerkrachten en een handvol leuke vrienden die het verschil maken. Hoe die dames van mij gaan evolueren, dat weet niemand. Ik zou het niet eens willen weten. We zien wel, iedere dag als een spannende verrassing.

Boekentas

Manou heeft dus een nieuwe boekentas nodig. Vorige jaren wachtte ik tot eind augustus voor ik aan mijn zoektocht begon. In de vakantie heb ik wel andere dingen aan mijn hoofd. Tegen dat we ons zin gevonden hadden, bleek alles zo goed als uitverkocht. Dat gaat me dit jaar dus niet overkomen.

En zoals ik al schreef: er is niets mis met Kipling en co maar persoonlijk ik krijg het niet over mijn hart om geld uit te geven aan een model dat ik als zestienjarig al beu was. Het zou een moeilijke bevalling worden, die boekentas, dat wist ik op voorhand. Haar Bakker with Love heeft twee jaar goed dienst gedaan maar nu wou Manou iets groter, ‘met tussenschotten’ en dan nog liefst in het geel of oranje. En zeker geen rugzak.

Papa zocht mee en had vrij snel iets gevonden. Die toffe ruitertassen had ik natuurlijk zelf ook al gezien maar ik vond ze te duur, zo drie keer het budget dat ik voor ogen had. Maar Manou en de papa waren heel overtuigend. Met een beetje geluk heeft ze er lang deugd van. En anders is hij voor mij 😉

boekentas boekentas2

Ruzie

Manou heeft ruzie met haar beste vriendinnetje. Het is nu al een paar weken aan de gang. Even maken ze het goed maar een dag later is het weer mis. Dan is de ene boos, dan weer de andere. “Want ik stond bij die en die, en dan wou zij niet meer naar mij zitten. En nu mag ik met die en die niet meer meespelen. En ze zei dat ze nooit nooit nooit nog mijn vriendin wou zijn. Nooit he mama. Ik wou het goedmaken maar dat wou zij niet. En daarom wil ik vanaf nu liever geen boterhammen meer eten, maar warm.” De laatste weken vloeiend er al veel traantjes aan beide kanten. Zo zonde.

Waarom is vriendschap onder meisjes toch zo vreselijk moeilijk? Ik kan me mijn eigen ruzietjes nog herinneren, altijd pijnlijk en zo verdomd nutteloos. Het heeft iets weg van liefdesverdriet al is vriendschap soms nog moeilijker. Zelfs op mijn leeftijd vind ik langdurige en vooral hechte vriendschappen met vrouwen vaak ingewikkelder dan die van mannen en hun maten.

Met drie dochters wist ik dat dit er zou aankomen. Maar geef toe: het tweede leerjaar, dat is toch erg vroeg.

Twijfels

We waren er uit. Ondanks twee jaar revalidatie zouden we Nina in het type 8 onderwijs inschrijven. Nina is de voorbije jaren al drie keer van school veranderd. Volgend jaar gaat dat hoe dan ook opnieuw gebeuren. Ik wil nu dus goed kiezen. Bovendien is iedereen het er over eens dat Nina heel hard (waarschijnlijk te hard) gaat moeten werken in een gewone grote klassieke school.

Maar om Nina te kunnen inschrijven heb ik een attest nodig van het CLB. Ze voorlopig inschrijven is niet mogelijk. En ondanks het feit dat Nina al twee jaar extra begeleiding krijgt en dat ze in alle zorggroepjes zit, blijkt het verkrijgen van zo een attest een uitdaging. Alsof iemand “misbruik” zou maken van het systeem en zijn kind daar even voor “de lol” zou inschrijven. Dat Nina de nodige test moest ondergaan is logisch. Alleen kinderen met een IQ boven de 89 mogen naar type 8. En dat zowel de juf, het CLB als het revalidatieteam op één lijn moeten zitten, kan ik ook begrijpen.

Maar waarom dat allemaal zo vreselijk lang moet duren? Wij maken iedere dag een volledig nieuwe krant. Soit. De inschrijvingen in Sint Salvator zijn al meer dan een maand bezig. Ik was er als eerste bij, toen. Dat was drie weken geleden. Voorlopig is er nog altijd plaats maar het eerste gesprek met het CLB is pas gepland binnen… twee weken. Sneller kon “echt” niet. En zelfs die dag ga ik waarschijnlijk geen attest krijgen.

Ik hou niet van openstaande dossiers. Al die tijd word ik overspoeld met verhalen, van mensen die ook “een kindje hebben als Nina”. Sommige kozen voor type 8, andere niet. Het probleem is dat mijn Nina natuurlijk nooit helemaal lijkt op hun kind, en dat vergelijken dus moeilijk is. Bovendien is het onderwijs de voorbije jaren erg veranderd. Zo gelooft onze huidige directeur niet meer in overzitten of dubbelen. Je kan mee of je ziet niet op je plaats. Ik hoor ook steeds meer interessante stemmen tegen inclusie. Homogene groepen zijn eerlijker voor iedereen.

En toch groeit er opnieuw een klein twijfelbeestje in mijn hoofd. Als Nina me spontaan vraagt of ik haar ‘schrijfoefeningen’ wil geven . Of ze een volledig klasliedje (of hitje)uit haar hoofd kan nazingen. Of als ze na één keer spieken mijn Ipad-code onthoudt. Het zijn details, dat besef ik wel. Toch heb ik het gevoel dat ze de laatste weken erg veel en snel bijleert.

Zucht. Twijfel. Denk. Kreun. Grrr. Twijfel. Nuja, op dit administratief tempo gaat het probleem zich vanzelf oplossen want dan gaat er in een van beide scholen gewoon geen plaats meer zijn 😉20130505_communieMichiel_TG_217

Jarig

Binnen een maandje is Manou jarig, en net als vorig jaar wil ze graag een leuk feestje.

Vorig jaar, in het eerste leerjaar, nodigden we de volledige klas uit. Altijd pijnlijk vind ik het als die en die wel naar een feestje mogen en toevallig jij niet. Bovendien zijn het vaak dezelfde kinderen die uit de boot vallen. Ondertussen zijn we een jaar verder en plots besef ik hoe weinig Manou is teruggevraagd.

Vriendschap hoeft niet afgewogen te worden. Wij ontvangen ook meer dan we ooit op bezoek gaan. Ik vind dat echt niet erg maar er zijn grenzen. Mensen die twee drie vier vijf keer bij ons komen eten en ons dan terugvragen op restaurant waar iedereen zijn deel betaald, daar ben ik toch te oud voor geworden. Of “we gaan jullie eens terugvragen als het mooi weer is voor een BBQ”. Ooit, als het mooi weer is, alsof wij ons binnen niet kunnen gedragen. 😉 En dan komt dat ‘tuinfeest’ er eindelijk en mogen we ons eigen vlees meebrengen.

Dergelijke vriendschappen blijven niet duren, dat beseft iedereen. Ik heb trouwens steeds minder volk rond mij nodig. Maar bij kinderen ligt dit verhaal toch iets ingewikkelder. “Je wordt 8 jaar dus ik stel voor dat je 8 kindjes uitnodigt. En kies dan vooral de kindjes bij wie jij ook eens welkom was.;-) ” Moeilijk. Haal je een meisjeskliek van 4 uit elkaar? Nodig je één jongen uit? Voor je het weet zit je toch aan de helft van de klas en dan wordt het weer pijnlijk voor de rest.

Tja, goed doen voor iedereen én voor jezelf het is niet gemakkelijk 😉

Communies

Een kerkelijk huwelijk, dat is hard werken. Dacht ik. Dit weekend mocht ik eens eerste communies proberen, en nu weet ik wel beter 😉

Enkele weken geleden belde een juf van het eerste leerjaar mij op, lichtjes in paniek. Ze was dringend op zoek naar een fotograaf voor de eerste communies. Vorig jaren nam een andere mama fotograaf die taak op zich maar die haakte nu af. Ze waren op het laatste moment dus nog op zoek naar iemand. De school ligt me nauw aan het hart. Ik voel me er erg goed, net als Manou trouwens. En ook al ben ik niet gelovig, ik wou het heel graag doen.

Dit jaar deden 58 kindjes hun eerste communie. Een beetje sfeer in de kerk en dan de offerande natuurlijk, dat is wat de ouders verwachten. Moest iedereen zijn eigen fotograaf optrommelen, dan wordt het chaos. De kerk zou nu al afgeladen vol zitten. Ik wist dat het druk zou worden maar eerlijk waar: 58 kindjes, dat is echt veel. En al die ouders verwachten natuurlijk dat hun kind een paar keer op de foto staat. De kinderen zaten in rijen achter elkaar, en er was erg weinig licht in de kerk. Het is lang geleden dat ik nog zo heb gezweet.

‘De vorige fotograaf deed het zus en zo, en wij kregen dit en dat.’ Ik vind het altijd lastig om te moeten concurreren tegen een onbekende collega. Maar het is natuurlijk logisch dat de leerkrachten en de directie vergelijken. Hoeveel foto’s leverde zij af? Bewerkte ze haar foto’, en zo ja hoe hard? Trok zij de hele mis door foto’s of probeerde ze onzichtbaar te werken? Maakte ze veel closen of ging ze eerder voor groepsfoto’s? Legde ze ook de grappige situaties vast of beperkte ze zich tot de klassieke beelden?

Als kind duurde een kerkdienst mij altijd te lang. Deze keer had het gerust een half uurtje langer mogen duren. Ook al ben ik niet katholiek, ik moet toegeven dat het een mooie dienst was. Morgen lever ik 387 foto’s af. Dat is meer dan 2 foto’s per minuut, en dat moet maar genoeg zijn. Alle kinderen staan er op, al kijken sommigen ook de verkeerde richting uit tijdens hét moment van de eerste communie. Ik heb mijn ding gedaan, zonder rekening te houden met mijn voorganger. Na zo veel jaar ervaring kan ik mij dat permitteren, denk ik. Want fotografen zijn als restaurants: smaken verschillen maar steak frieten bestellen bij een Italiaan is hoe dan ook een slecht idee. 🙂

We’re in

Al jaren probeer ik mijn kinderen in te schrijven in de kleuterschool Edugo Lourdes/slotendries. Dat was de eerste school van onze keuze, en bovendien zit Manou daar nu in het twee leerjaar. Voorlopig doen wij iedere ochtend en iedere namiddag twee scholen aan, wat praktisch lastig toch erg is. Met Nina’s type 8-vooruitzichten zou de situatie volgend jaar nog ingewikkelder worden.

Flo staat al jaren op de wachtlijst maar ze hadden mij meermaals duidelijk gemaakt dat de kans op inschrijving klein was. Ik was dus ongelooflijk blij toen de directrice mij gisteren opbelde. Ze zouden twee plaatsen bijmaken speciaal voor broertjes en zusjes. Flo is volgend jaar dus toch welkom. Joepie! Flo kan samen met Manou naar school, naar … de tweede kleuterklas.

Oei. Slik. In januari heb ik Flo door samenloop van omstandigheden doen zakken van het eerste kleuterklas naar het instapklasje. Samen met de juffen en de thuisbegeleidster hebben we net een contactmoment ingepland om te overleggen waar Flo volgend jaar het best thuishoort. Maar tijd om daar op te wachten heb ik nu niet meer. Ik zou Flo volgend jaar echt graag op Lourdes binnenkrijgen, en dat niet alleen uit praktische overweging. Ik ben gewoon heel tevreden over de school, en over de directie. Maar gaat Flo volgend jaar wel meekunnen in een een tweede kleuterklas?

Waarom is mijn leven nooit eenvoudig? Volgens de thuisbegeleidster en de juf zou het een grote stap worden. Familie en vrienden vonden dat ik het beter gewoon kon proberen. Zucht.

Ik besloot om open kaart te spelen met de directrice. Dat Flo een moeilijke periode achter de rug heeft en dat ik niet zeker ben of ze wel gaat meekunnen. “Kleuters tegenhouden doen wij niet. Flo gaat gewoon naar het tweede kleuterklas. Ieder kind is anders, en dat geldt dus ook voor haar. De kleuterjuf houdt daar rekening mee. De klas is beneden en wij kunnen ook nog altijd beroep doen op een zorgjuf. Ieder kind moet de tijd krijgen om te ontwikkelen op zijn of haar eigen ritme. Maak u geen zorgen. We gaan goed voor Flo zorgen. Maar echt doen zakken of tegenhouden doen wij alleen in de derde kleuterklas, als kinderen niet schoolrijp zijn.’

Soms kunnen mensen precies de juiste dingen zeggen. De directrice vertelde mij dit aan de telefoon, gelukkig want anders had ik haar zonder twijfel gekust. We’re in! Flo gaat dus naar de grote school, en meteen naar de tweede kleuterklas. Ik ben blij. Natuurlijk zal het niet altijd gemakkelijk zijn maar mijn gevoel zegt dat dit weer een stap is in de goede richting 😉