Tagarchief: spoed

Sondestress

Het is een nachtmens, die jongste dochter van mij. En koppig, niet te geloven. Na tweede goede slapers was ik er van overtuigd de toverformule vast te hebben. Maar dat was buiten Flo gerekend. Roepen, huilen, uitbreken, in bed plassen: alle manieren zijn goed om even terug uit bed te mogen. Zondagavond was het weer zo ver. Ze werd heel boos maar ik had weinig zin om haar te laten winnen. En toen sleurde ze haar sonde uit haar neus.

Voor de zoveelste keer trok in de donker met haar naar de spoed. De parking stond vol en ook binnen was het vreselijk druk. Voor mij stond een vader te klagen aan de receptie, dat hij met zijn dochtertje al meer dan een half uur zat te wachten. Het kind zag er niet echt ziek uit maar dat kunnen ze van Flo natuurlijk ook zeggen. Ik zuchtte en verwachtte me aan een lang nacht.

“Dat ik alleen maar een verpleegster nodig had, om de sonde te hersteken”, zei ik aan het onthaal. Nog geen minuut later kwam een verpleegster ons halen, een ambulancierster denk ik. Ze was super vriendelijke en duwde het buisje terug richting maag. Ik was verrukt. Flo en ik waren in totaal geen uur van huis geweest. Zalig.

De volgende ochtend zag Flo erg bleek. En kort na haar sondevoeding gaf ze over. De rest van de dag kwam haar sondevoeding meermaals terug, plus diarree bij. Kan gebeuren, dacht ik al fluisterde er een klein stemmetje in mijn hoofd: dat is toch wel toeval, niet? Maandag bleef ze ziek en die avond belde ik een vriendin vroedvrouw op, of er een verband zou kunnen zijn? Zij raadde me aan met een nieuwe sonde opnieuw eens af te meten, en desnoods zelf de sonde een beetje terug te trekken. Zo gezegd, zo gedaan: ik trok het buisje 6 centimeter terug.

Maar Flo bleef ziek en toen de school deze voormiddag belde, om haar te komen halen, schakelde ik toch de thuisverpleging in. Die kwam tot het besluit dat de sonde – hou u vast- nog 15 centimeter te diep zat.

De dokter doet het soms beter niet

Het is allemaal mijn fout, laten we dat niet vergeten.

Toen ik gisterenavond Flo van bed wou verleggen, kwam de uiteinde van haar sonde klem te zitten. Ik tilde haar uit bed en zo trok ik per ongeluk ik het buisje uit haar neus. Hel. Wat nu? Ik heb even getwijfeld om het er zelf terug in te duwen, maar het leek me toch verstandiger om “snel” naar de spoed te rijden.

In de wachtzaal zaten vijf mensen voor ons. We hebben lang moeten wachten en dan kwam meteen “de dokter” ons halen. “Vertel eens.” Eigenlijk zochten we gewoon iemand die de sonde snel opnieuw kon steken, meer niet. De jonge man, assistent pediatrie, leek onzeker en overspoelde me met vragen waar ik niet kon op antwoorden: hebt u een idee van de dikte van die sonde? En hoe diep zat die in haar maagje?

Uiteindelijk kwam hij toch aanzetten met het nodige materiaal. Hij leek een beetje zenuwachtig, en ik werd het meteen ook. Waar zitten al die verpleegsters? De vorige keren zat dat buisje er op een twee drie in, zonder vragen. Nu leek het een halve ingreep. En dat werd het ook. De sonde ging er in. Flo huilde heel hard en het ding schoot er meteen terug uit. Hij probeerde het nog eens. Zit de sonde nu wel goed? Hij twijfelde, zoog aan het buisje, luisterde, trok het buisje een beetje terug en nog eens en nog eens.

“Ik stel voor dat we foto’s maken om te zien hoe diep ze nu zit.” Mijn moederhart brak. Ik heb enorm veel bewondering voor artsen maar er zijn grenzen. Dat ik het niet goed begreep, dat ze al verschillende sonde gehad heeft en dat er nog nooit foto’s zijn gemaakt. En dat Flo echt al genoeg afgezien heeft.

Even later gaf hij zelf toe dat hij “niet zo veel ervaring had” met het steken van sondes. En dat hij een verpleegster van de intensieve zorgen had gebeld. Die kwam en 2 minuten later zat de sonde er in, op zijn plaats. “Geen probleem hoor, lachte ik toch nog vriendelijke de dokter. Iedereen moet het leren he.”

“Neen dat moet ik niet. Ik moet helemaal geen sondes steken. Ik ben een dokter. Ik moet nadenken over een oplossing voor haar Glut1 probleem.” Als hij mij van die stomme epilepsie kan verlossen, is het hem helemaal vergeven. Maar ik denk toch dat er nog een beetje werk aan de winkel is, al is het maar op communicatief vlak 😉

Het hele avontuur doet me denken aan enkele jaren geleden, toen ik het schitterende idee had om onze (oudere) huisarts te vragen bloed te trekken. Na jaren van probleemloos prikken, bleek ik plots moeilijke aders te hebben 😉

Naar de spoed

Mensen stappen te snel naar de spoed, lees ik in onze weekendkrant. Veel patiënten zouden beter eerst langsgaan bij de huisarts, aldus de orde van geneesheren. Dokters hebben altijd gelijk (een beetje zoals vaders en chefs ;-)) En toch. Ik moet toegeven dat ik zelf ook al verschillende keren naar de spoed ben gevlogen (we kwamen net niet van de grond) en dat ik het morgen (indien nodig) opnieuw zou doen.

Misschien had mijn huisarts mij ook kunnen helpen. Wij wonen naast een huisartsenpraktijk en dat is een echte luxe. Toen Nina na een vaccinatie plots bleek werd en flauwviel, ben ik zonder twijfelen bij de buren binnengestormd. En ook toen Flo tegen de kast viel, heeft de huisarts haar oogje “even snel” genaaid.

Het probleem is dat veel ongevallen ’s avonds of in het weekend gebeuren en dan werken “onze” huisartsen niet. De Gentse huisartsenwachtdienst is verder rijden dan de spoed, en daar moet je ook wachten. Als het dringend is, neem je als ouder bovendien geen enkel risico. Toen Manou als baby van op tafel uit haar wipper viel, en ze niet meteen weende, zijn we dus ook naar de spoed gereden. Of toen ze voor het eerst de valse kroep kreeg. Was me dat even schrikken. Als kersverse mama en medische leek, was ik er echt van overtuigd dat mijn baby’tje aan het stikken was. Of toen dezelfde miss niet eens zo lang geleden een parel even groot als een knikker in haar neus duwde. Ok, ik ben ondertussen al het een en het andere gewoon maar wachten tot maandag zat er toch niet in. Toen we Flo op nieuwjaarsdag voor eerst op de spoed binnenbrachten, dachten de dokters waarschijnlijk ook dat ik overreageerde. Misschien is ze gewoon moe? Hupla: nog eentje voor de statistieken. En kijk: het bleek dan toch ernstig te zijn.

Ouders hebben het moeilijk, dokters ook. Onderbemande diensten, overwerkte dokters en overbezorgde ouders: het leven zoals het echt is, in tegenstelling tot de spannende en sexy werkelijkheid van Grey’s Anatomy 😉