Gezondheid, geluk en geld, ze zijn niet evenredig verdeeld.
Manou is geboren met klompvoetjes, wat na twee ingrepen eigenlijk geen grote beperking meer betekent. Ze gaat gewoon naar school, draagt gewone schoenen en doet gewoon mee tijdens de turnles. Haar voetjes zijn wel kleiner en fragieler waardoor hard lopen of lange wandelingen voor haar net iets moeilijker zijn. Sporten zoals atletiek, voetbal of ballet zijn dus ook niet echt evident. In theorie kan ze natuurlijk gewoon meespelen maar altijd achteraan de groep bengelen, vind natuurlijk niemand leuk.
Manou wou paardrijden, een sport waar ik als kind ook veel plezier aan beleefd heb. Ideaal, dacht ik. Ze doet het nu al een jaar, met veel plezier. In het begin kreeg ze les van een jong meisje uit de buurt, op de weide. Manou was enthousiast en leerde snel. Deze zomer vertrok ze met Kazou op paardrijkamp en zat meteen in de sterkste groep. Vorig week nog ging ik online op zoek naar een leuke manege in de buurt, zodat ze vanaf dit jaar ook echt iedere week kan meerijden in een groepsles.
Maar Manou loopt al een hele tijd moe, en verkouden. Ik dacht aan onze volle vakantie-agenda, of aan een vuile bacterie. En ja, als ze weer eens niesde na een paardrijles grapte ik soms dat ze misschien wel allergisch zou zijn aan paarden. Ondanks de flixotide ging de verkoudheid niet over. Er werd bloed getrokken bij de huisarts, met de nodige drama. En nu blijkt dat Manou echt allergisch is.
Wie van ons twee zou nu het meest ontgoocheld zijn? Diep ik mij kan en wil ik het maar niet geloven. Het is zo zonde. Natuurlijk zijn er nog leuke sporten, en misschien bestaan er zelfs middeltjes om de symptomen te onderdrukken. Woensdag heb ik alvast een afspraak met onze vaste kinderarts. En toch blijf ik het sneu vinden voor haar. Fysiek heeft ze zich altijd moeten weren, door haar klompvoetjes. En ondanks al haar inspanningen en volharding blijft ze fysiek minder sterk dan haar leeftijdsgenootjes. Paardrijden vond ze leuk; het was haar ding.
Manou is een doorbijtertje, sterk en veerkrachtig. ‘Nog een geluk dat ik niet allergisch ben aan Tuc he mama?’ Ik ben niet bijgelovig maar ik stel toch voor dat we het lot niet te hard tarten 😉
