Tagarchief: sport

Op kamp

flobloso (1 van 1)-2 flobloso (1 van 1)-3 flobloso (1 van 1)

Flo op sportkamp? Alleen? Echt?

Flo’s motoriek en evenwicht zijn niet geweldig. Maar een zomerkamp is altijd een goed idee, en niet alleen als opvangalternatief.

De voorbije jaren waren we erg tevreden van de sportkampen in de Wolfput, van de stad Gent. Geen gekke thema’s of springkastelen; niets spectaculairs behalve een paar enthousiaste monitoren. En mensen maken het verschil.

Vandaag sloten we de leuke week af met een korte show. Flo huppelde uit de maat 🙂 maar uitbundig mee. Een half uurtje later trok ze me mee de tuin in: ‘Mama? Gaan we het spel van de Rode Duivels spelen?’ In mijn tijd heette dat nog gewoon ‘voetbal’ 🙂

Run baby run

14d6819361087528c1e87b29dd65385a

Wie had er ooit gedacht dat ik graag zou lopen? Als tiener droomde ik tijdens de lessen L.O. van een duik in het vervuilde coupurewater om toch maar een klein stukje van het traject af te snijden.

En nu loop ik dus wekelijks, geheel vrijwillig. Het is zelfs zo ver gekomen dat ik overweeg om mee te doen aan zo een hippe stadsloop. 😉 Deze geweldige omslag is volledig te wijten aan een paar toffe ‘partners in crime’.

Na de geboorte van Flo bleek lopen de enigste sport waar ik ooit (of toch de komende tien jaren) nog tijd zou voor vinden. En een mens moet toch iets doen om zijn conditie een klein beetje op peil te houden (al klinkt ‘houden’ een beetje te optimistisch gezien ik voordien eigenlijk ook niets deed).

Vol goede moed en met een mp3-speler vol opzwepende hitjes begon ik een eigen versie van start to run, weliswaar zonder Evy. Een kwartiertje bleek meer dan genoeg om mijn schuldgevoel te sussen.

En toen vroeg een mama me aan de schoolport of ik geen zin had om met hen mee te lopen? Zo samen lopen, ik zag dat eigenlijk niet zitten. Ik dacht mijn muziek nodig te hebben voor het ritme, en zou bovendien nooit met hen meekunnen. Maar ik wou natuurlijk niet onbeleefd zijn: ‘Leuk idee maar vandaag pas toevallig niet. Misschien komen we elkaar eens tegen?’

En natuurlijk kwamen we elkaar tegen. Oostakker is een dorp. Met een oortje vrij probeerde ik hen bij te houden. We geraakten aan de praat, en voor ik het goed besefte waren we een half uurtje bezig. Ondertussen spreken we wekelijks af (soms meer) via facebook, allemaal schoolpoortmama’s. Ik neem nog steeds mijn mp3-speler mee, voor de schijn want meestal stoort de muziek me. We lopen 5 kilometer, soms 10 kilometer. Het is altijd gezellig en de tijd vliegt.

Eigenlijk ben ik dus vooral een meeloper 😉 en dat bevalt me wel.

Rugpijn

Back-pain
Wie pijn heeft moet … bewegen, hoe contradictorisch dat ook lijkt.

Ik weet niet meer hoe het begon, maar hoef niet lang na te denken bij de oorzaken. Onderrugpijn is een beroepsziekte voor fotografen, en voor mama’s. De bijtende en zeurende pijn straalde snel uit naar mijn bovenbenen en voor ik het besefte, zat ik letterlijk vast.

Rugpijn is een epidemie. Iedereen lijkt er last van te hebben. Ik werd overspoeld door allerhande tips: draag platte schoenen, koop een Nasa matras, verander je houding, buig anders, maak een afspraak bij de kinesist, werk aan je buikspieren, ga naar een osteopaat, koop een zitbal, slik aclofenac en vooral: blijf bewegen.

Waar is de tijd dat zieke mensen gewoon de raad kregen om te rusten? Lekker lui in de zetel naar dagtelevisie kijken. Meer heb ik vaak niet nodig. Maar het was me niet gegund. Pijn of niet, ik moest en zou sporten. Joggen bleek echt niet aan de orde, zelfs niet na twee Dafalgans Forte.

En dus trok ik naar de fitness met mijn oude half vervallen tienbeurtenkaart. Een beetje fietsen en een kwartiertje sauna zou me goed doen, dacht ik. En het gaf me een excuus om een hele dag in platte sportschoenen te dragen in plaats van mijn mooie hakken. Eerlijk? Ik voelde me een uur later helemaal niet beter. Maar gelukkig trok de pijn enkele dagen vanzelf weg.

Ondanks alles geloof ik wel in die nieuwe bewegingsgod. Onderschat de therapeutische kracht van een halfuurtje joggen niet. Fitnessen blijft oersaai, ondanks Discovery Channel en Dr Phil. Ik heb gelukkig ‘nog slechts’ zes beurten te gaan .. 😉

Allergisch

Gezondheid, geluk en geld, ze zijn niet evenredig verdeeld.

Manou is geboren met klompvoetjes, wat na twee ingrepen eigenlijk geen grote beperking meer betekent. Ze gaat gewoon naar school, draagt gewone schoenen en doet gewoon mee tijdens de turnles. Haar voetjes zijn wel kleiner en fragieler waardoor hard lopen of lange wandelingen voor haar net iets moeilijker zijn. Sporten zoals atletiek, voetbal of ballet zijn dus ook niet echt evident. In theorie kan ze natuurlijk gewoon meespelen maar altijd achteraan de groep bengelen, vind natuurlijk niemand leuk.

Manou wou paardrijden, een sport waar ik als kind ook veel plezier aan beleefd heb. Ideaal, dacht ik. Ze doet het nu al een jaar, met veel plezier. In het begin kreeg ze les van een jong meisje uit de buurt, op de weide. Manou was enthousiast en leerde snel. Deze zomer vertrok ze met Kazou op paardrijkamp en zat meteen in de sterkste groep. Vorig week nog ging ik online op zoek naar een leuke manege in de buurt, zodat ze vanaf dit jaar ook echt iedere week kan meerijden in een groepsles.

Maar Manou loopt al een hele tijd moe, en verkouden. Ik dacht aan onze volle vakantie-agenda, of aan een vuile bacterie. En ja, als ze weer eens niesde na een paardrijles grapte ik soms dat ze misschien wel allergisch zou zijn aan paarden. Ondanks de flixotide ging de verkoudheid niet over. Er werd bloed getrokken bij de huisarts, met de nodige drama. En nu blijkt dat Manou echt allergisch is.

Wie van ons twee zou nu het meest ontgoocheld zijn? Diep ik mij kan en wil ik het maar niet geloven. Het is zo zonde. Natuurlijk zijn er nog leuke sporten, en misschien bestaan er zelfs middeltjes om de symptomen te onderdrukken. Woensdag heb ik alvast een afspraak met onze vaste kinderarts. En toch blijf ik het sneu vinden voor haar. Fysiek heeft ze zich altijd moeten weren, door haar klompvoetjes. En ondanks al haar inspanningen en volharding blijft ze fysiek minder sterk dan haar leeftijdsgenootjes. Paardrijden vond ze leuk; het was haar ding.

Manou is een doorbijtertje, sterk en veerkrachtig. ‘Nog een geluk dat ik niet allergisch ben aan Tuc he mama?’ Ik ben niet bijgelovig maar ik stel toch voor dat we het lot niet te hard tarten 😉

IMG_20130616_111535

Elektrische fiets

Vorige week verkochten we ons retroscootertje. Ik rij nochtans graag met de brommer. Maar sinds januari vallen alle 125 cc brommers onder de categorie ‘moto’, en is beschermkledij (botten, leren jas, broek en handschoenen) verplicht. Voor echte moto’s waar je de autosnelweg mee op gaat, vind ik dat begrijpelijk. Maar wij kochten onze scooter vooral om op mooi dagen snel het centrum in te rijden, wat met de wagen steeds moeilijker lukt. En die 125 cc had gewoon iets meer kracht dan het scootertje waar ik als zestienjarige mee reed.

Maar als de zon schijnt heb ik helemaal geen zin om lederen handschoenen, een beschermjas, een lange broek en botten te dragen. En dus verkochten we onze Sym met als plan om een gelijkaardige B-klasse scooter aan te schaffen. Die rijden iets minder snel maar meer dan een helm moet je er niet op dragen 😉

Waarom koop je geen elektrische fiets? Ik moet toegeven dat ik totaal geen fietser ben. Laat mij een uur goed doorstappen, met plezier. Maar fietsen vind ik vaak vreselijk vermoeiend en saai. Ik moet er wel bij vertellen dat ik een leuke maar heel erg zware fiets heb. Misschien is dat het probleem. Hoe dan ook: of het gaat mij vaak te traag of ik ben na een kwartier doodop. Ik fiets mijn kinderen iedere dag naar school (afstand van ongeveer een kilometer) maar daar stopt het ook. En die ene brug is op sommige dagen nog te veel aan. Dan kon je net van onder de douche en voel je je meteen al weer vuil.

Nu Bob fysiek zo veel last heeft, leek een elektrische fiets mij plots toch niet zo een slecht idee. En onze oma is net aan het revalideren van een knieoperatie waardoor we die van haar even mogen uitproberen.

Vrijdag stond een restaurantbezoekje op het programma in het centrum van Gent, en ook al was mij een lift aangeboden: ik ging met de fiets. Ik had al veel gelezen over elektrische fietsen maar de rit overtrof mijn verwachtingen. En nu begrijp ik ook waarom zo veel oudere mensen er me vallen ;-).  Het gaat lekker snel vooruit zonder veel (lees geen) moeite. En het geeft je toch een sportief gevoel. Zo een elektrische fiets is wel niet zo cool als een brommer maar he, dat heeft ouder worden zeker? 😉

 

IMG_20130906_194822

Sportkamp

Omnisport, dat betekent alles en niets. Een sporthal voor als het regent, een grasveld bij mooi weer, een doos basis sportmateriaal en een paar enthousiaste moni’s: meer stelt zo een sportkamp van de stad Gent eigenlijk niet voor. Maar mijn meisjes vinden het telkens opnieuw geweldig. En wij dus ook 😉

Want hoe leuk ik mijn kinderen ook vind, die paar uur rust doet deugd. Flo gaat voor de eerste keer mee. Vanaf drie jaar stond er op de site en voor eens heb ik die leeftijdsgrens in mijn voordeel genomen. Natuurlijk besef ik dat Flo nog erg jong is, en dat ze veel aandacht en extra zorg vraagt. Maar dat is thuis ook zo. Een weekje zullen die monitoren wel overleven.

Op dag twee hield ze een striptease op de speeltuin. En gisteren vond ze haar sportschoenen plots niet meer leuk. Of ze volgende week opnieuw op kamp komen, vroeg de begeleidster Nina. Neen? Het meisje kon haar opluchting nauwelijks verbergen. 😉 Gelukkig vindt Flo het kamp erg leuk, en is ze ’s avonds goed moe.

Nieuwe buren

Ik ben een grote fan van de Decathlon, zeker voor de kinderen maar ook voor mezelf. Niet dat ik zo veel aan sport doe 😉 Maar ik hou wel van betaalbare kledij dat tegen een stootje kan. En ze verkopen er ook zo leuke gadgets en verjaardagsgeschenkjes, van zwemgerief en buitenspeelgoed tot warme handschoenen en kleurrijke zaklampjes.

Jammer voor mij maar gelukkig voor mijn portemonnee moet ik er voorlopig best ver voor rijden, naar Antwerpen of Brugge. Maar daar komt dus verandering in. Decathlon gaat zich niet naast de Ikea maar wel naar de Weba vestigen. En dat is achter mijn hoek, op loopafstand als het ware.

Danger 😉 decathlongent.JPG.h380.JPG.568

Volgens leeftijd

Zaterdag was het weer zover. Dan probeerde zoals veel Gentenaars mijn kinderen in te schrijven voor een zomersportkamp. De race begon om 9 uur en ik heb me ooit laten wijsmaken dat je meer kans maakt via de telefoon. Het doel was om mijn drie meisjes samen in te schrijven voor een weekje in juli in de Wolfput, een sporthal hier in de buurt.

Om 9.40 geraakte ik eindelijk binnen. Voor Manou was er al geen plaats meer. Voor het kamp “omnisport voor kleuters” was er wel nog plaats. Ik besloot om Nina en Flo toch in te schrijven.

– Maar ik zie hier dat Nina in 2006 geboren is.”
– Nina zit in de derde kleuterklas. Mijn dochter is motorisch een beetje achter. Ontwikkelingsstoornissen, begrijpt u?
– Maar ze is van 2006. Ik kan ze dus niet inschrijven voor een kleuterkamp.
– Vorig jaar schreef ik ze in volgens leeftijd en na een halve dag sukkelen moest ze toch van groep zakken. Hetzelfde gebeurde trouwens ook tijdens de zwemles van de stad Gent. Dat dit niet zo leuk is voor haar. Nina is een jaar ouder dan haar klasgenootjes en toch is ze nog altijd de kleinste. Waarom zou ik hierover liegen?
– Ik begrijp het maar ik kan haar niet inschrijven. Ik zal Nina op de reservelijst zetten.

Er was dus plaats; ik was op tijd en toch heb ik Nina niet kunnen inschrijven. Pech. Ik vind wel iets anders en toch baal ik, uit principe.

Kinderen worden altijd en overal opgedeeld volgens leeftijd. Ze moeten ergens een grens trekken, ik begrijp dat wel. Maar voor Nina is het een verloren zaak. Ze was amper 41 centimeter bij de geboorte. Dat is 10 centimeter kleiner dan haar zus Flo. Die achterstand gaat ze nooit meer inhalen. Iedereen groeit. Hoe goed zij ook vooruit gaat, andere kinderen groeien ondertussen ook.

Al lachend beweer ik soms dat Nina’s geboortedatum beter zouden vervalsen. Een jaartje minder, daar zou niemand aan twijfelen. Nina kan zelfs gemakkelijk voor een 4-jarige doorgaan. De werkelijkheid is moeilijker. Wie Nina voor het eerst ziet, gelooft meestal niet dat ze al 6 is.

Later die dag belde de sportdienst terug. Of ik 5 minuten tijd had voor een tevredenheidsenquête. “You’re kidding right?”

Naschoolse activiteiten

Zowel Manou als Nina zijn motorisch niet zo sterk. Dat is op zich geen groot probleem. De meeste volwassenen doen het niet beter. Maar het vermoeilijkt wel mijn zoektocht naar een leuke buitenschoolse activiteit.

Zoals altijd draait alles om en goed en gezond evenwicht.

Enerzijds vind ik dat kinderen tijd moeten overhouden om gewoon te spelen. Er is niets mis met gezellig rommelen op je kamer, vriendinnetjes uitnodigen, knutselen met de zussen of buiten een kamp bouwen tot de zon onder gaat. Zo ben ik ook opgegroeid. Maar tijden veranderen. Kinderen spelen minder buiten, zeker niet in de winter en al helemaal niet met de kinderen van de buren op straat. En voor mij moeten ze niet per se sporten maar uren voor de tv of de ipad hangen, vind ik niets.

Dan verkies ik een leuke én zinvolle naschoolse activiteit. De combinatie van leuk en zinvol blijkt weliswaar niet zo evident. Bij veel sportclub draait het vroeg of laat toch om prestaties. Voetbal, tennis, ballet, turnen: wie niet meekan, hoort er zelden bij. Zelfs het zwemmen kreeg snel zo iets heel serieus. Anderzijds heb je ook bewegingslessen, vrij klimmen en allerhande dansreeksen genre flamenco en co. Leuk maar soms net iets te vrijblijvend en individueel

Het zou natuurlijk ook gemakkelijk zijn moesten mijn meisjes zelf een uitgesproken en liefst toch betaalbare voorkeur hebben. Ik ben geen grote voetbalfan, maar het lijkt mij gemakkelijk zo een zoon die niets anders wil. Jammer genoeg ken ik meer kindjes die er helemaal geen hobby’s op na houden. Veel 10-jarigen weten gewoon niet meer wat gekozen voor hun verjaardag of kerstmis omdat ze eigenlijk niet meer spelen, behalve dan op de ipad of computer. Tijdens communieshoot vraag ik het regelmatig. “Wat doe jij graag? Heb je hobby’s? Wat interesseert je? Wat speel je graag?” Je zou versteld staan van het aantal jonge kinderen dat mij raar aankijkt. “Niets.”

In afwachting van een uitgesproken passie zoek ik dus actief mee naar een leuke hobby voor mijn kroost. Voorlopig vinden ze clipdance “wel leuk” en ook al ben ik niet helemaal overtuigd, het is veel beter dan “niets doen”.

Lichamelijke opvoeding

Manou had een goed rapport. Ik ben erg trots op haar want het was geen gemakkelijke periode.

Toch is er dat detail. Turnen: technisch geeft de turnjuf haar twee voldoendes en één onvoldoende. Manou’s inzet is wel goed, zeer goed zelfs. Kijk: dat kan ik nu echt moeilijk begrijpen. Manou is geboren met klompvoetjes en is hierdoor motorisch een stuk minder sterk. De juf weet dat.

Hoe kan een kind van zes jaar “zeer goed haar best doen” en toch “onvoldoende” krijgen voor turnen?

En dan is er ook nog het zwemmen. In de zwemles (op woensdag) haalden ze, tegen mijn verwachtigen, 500 meter. En op school zit ze op het niveau: zwemmen met een plankje = voldoende. Dat verschil is toch immens?

“Het is maar turnen”, hoor ik mensen zeggen. “Maak u daar niet druk over.” Persoonlijk vind ik turnen helemaal niet minderwaardig, en dus ook niet minder belangrijk. Bovendien begrijp ik het gewoon echt niet.

Morgen is het oudercontact maar dat is naturlijk met de gewone juf. Moet ik haar daar over aanspreken of zou ik beter rechstreeks naar de turnjuf stappen?

Bewegingsschool

Sport is belangrijk, zeker voor kinderen. Het is een goede gewoonte die ik als ouder aan mijn kinderen wil meegeven, net zoals tanden poetsen, gezond eten en beleefdheid. Maar welke sport kies je dan? Manou en Nina zijn motorisch niet bijzonder sterk, terwijl veel sportclubs zich net richten op competitie. Zwemmen? In veel clubs betekent dat baantjes trekken, zo snel en zo veel mogelijk. Ballet leek mij ook al zo serieus.

De overstap naar het eerste leerjaar bezorgt Manou al genoeg (gezonde) stress. Als buitenschoolse activiteit was ik dus eerder op zoek naar iets leuk, iets ontspannend, iets speels en indien mogelijk iets dat ze met haar zusje(s) kan doen. Toevallig kwamen we uit bij “De Bewegingsschool” in Oostakker. De volleybalclub organiseert er de zaterdagvoormiddag een soort vrij turn- en klim- en speluurtje.

“Het doel van de bewegingsschool” is de algemene ontwikkeling van het kind te bevorderen. Elk kind heeft behoefte aan beweging, en beleeft daar ook plezier aan. Door middel van beweging zal de gezondheid, de motoriek en de menselijke ontplooiing van het kind bevorderd worden.”

Zowel Manou als Nina als Flo vinden het geweldig. Niets moet, alles mag. Het lijkt een beetje op een alternatieve binnenspeeltuin, zonder glijbaan en zonder frietjes maar wel stukken gezelliger. De opbouw verandert iedere week en de begeleiding is erg vriendelijke. Een aanrader!

Als het kriebelt moet je … vooral veel geduld hebben

Sporten is gezond, dat weet iedereen. Daarom besloot ik mijn meisjes deze zomer eens in te schrijven in een sportkamp. Twee maanden thuis spelen is te lang, al behoren wij tot de weinig ouders die kampen niet gebruiken als veredelde kinderopvang. De Stad Gent organiseert iedere vakantie meerdere sportkampen in verschillende sportclubs, zelfs in Oostakker. De kampen zijn bovendien erg goedkoop, in vergelijking met privé-initiatieven. Ik wist van vorig jaar dat het een kwestie is van snel inschrijven, en zaterdag was het zover.

Mijn vader zou “er voor gaan”. Vanaf 9 uur konen enkel Gentenaars inschrijven. De rest moet wachten tot maandag. Om stipt 9 uur begon hij te bellen voor 2 verschillende kampen. Pas tegen 11.30 slaagde hij er uiteindelijk in om Manou en Nina in te schrijven voor een van beide opties. Het tweede kamp was ondertussen al volzet.

We zijn binnen; ik heb geen recht om te klagen. En toch vind ik de hele sportgedoe van de overheid een beetje vicieus: enerzijds slaan ze je dood met voorlichtingsfolders over sport: “als het kriebelt, moet je sporten enz”. Maar als je ze dan gelijk geeft, en je probeert in te schrijven blijkt er toch geen plaats. Zo probeer ik Manou ook al maanden in te schrijven voor zwemles maar ik sta al verschillende lessenreeksen op de wachtlijst. Geen wonder dat veel ouders en hun kinderen (en niet eens alleen kansarmen) er gewoon nooit aan beginnen.