Op de academie dweepten velen met Apple. Ik niet. Fotografen die niet op mac werkten, namen zichzelf niet au serieux vonden ze. Ik was het daar niet mee eens. Zuinig en vooral kritisch als ik ben, zag ik de meerwaarde niet. Sterker nog: hoe meer zij mij probeerden te overtuigen, hoe harde ik me verzette. Een pc met dezelfde capaciteiten kost nu eenmaal minder, veel minder. En mijn photoshop draaide probleemloos, zeker in het begin.
Want zo ging dat bij mij. Ik kocht een degelijke computer en even was ik heel enthousiast. Lekker slim en zuinig, dacht ik. De pret bleef nooit lang duren. Ik gebruik die dingen nu eenmaal heel intensief. Na zes maanden begon mijn computer te vertragen, en af en toe liep hij vast. Misschien zat ik met een virus? Ik ben geen grote downloader en ik kocht altijd een degelijk antivirusprogramma. Misschien moest ik gewoon defragmenteren? Wat ik ook deed, mijn pc bleef vertragen en uiteindelijk schakelde ik de hulp een van een geekvriendje. Het resultaat was altijd hetzelfde: we moesten herformateren, lees alles wissen. Hel.
Na een vijftal computers en een dozijn flessen wijn als bedanking aan de geekvriend, kocht ik op een avond in een opwelling een iMac. Ik kan me dat moment nog heel goed herinneren. Ik was zo gefrustreerd maar vijf minuten na mijn bestelling begon ik al te twijfelen. Had ik nu niet veel geld door het raam gegooid? Was mijn computer echt niet meer te redden? Kon ik wel werken met een Mac?
De Mac werd thuis geleverd en bleef minstens een maand ongeopend in de doos staan. Ik had na een paar noodstops mijn oude computer gereanimeerd, en stelde de overstap dus toch weer uit. Drie jaar later staat diezelfde iMac nog altijd op mijn bureau. Hij doet het nog altijd even goed als toen, ook al staat hij nu bomvol foto’s. Het was even aanpassen maar van computerstress heb ik sindsdien helemaal geen last meer. Ik wil nooit of te nimmer meer terug. “Once you go mac, you never go back.” Het is een cliché maar voor computer geef ik mij toch gewonnen.
Ondertussen kocht ik zelfs een zwaardere lees nog duurdere versie (omdat fotobestanden ook altijd maar zwaarder worden) en ook al baal ik een beetje dat er niet eens een cd-speler in zit: ik heb geen spijt. Apple is niet alleen een heel mooi toestel, je koopt voor een, groot stuk ook gemak, zekerheid en dus ook emotionele rust.
Voor mezelf kocht ik dus ook zonder twijfelen een ipad, waar ik heel tevreden van ben. Maar toen de kinderen bleven zagen voor een tablet, werd ik even overspoeld door twijfels. Kon ik voor hen niet beter een goedkope android tablet kopen? Zo gezegd, zo gedaan. Dat schijfje ligt hier, en het werkt. Maar je moet een beetje geduldiger zijn, zowel met vinden van leuke apps, het laden van de spelletjes als met het uitvissen van waar wat staat. Vanaf 12 maanden kan elk kind werken met een Ipad: duw, duw, duw en als het niet lukt: home. Simpel. Android is toch een beetje een ander verhaal. De fake tablet ligt hier dus te verstoffen. De goedkope slechte koop.
En nu had ik dus een nieuwe gsm nodig. Ik heb onvoorstelbaar lang getwijfeld. Tevreden als ik ben van mijn iMac vroeg ik mij af of ik toch niet beter voor een Iphone zou gaan? Maar ik moest ook toegeven dat ik erg tevreden was van mijn HTC. Lastig. Uiteindelijk hakte ik na een week stressen de knoop door. Het werd een Samsung S3 mini. Prijs kwaliteit leek mij dat een eerlijk toestel,. Aan het tempo dat ik gsm’s laat vallen, speel ik maar beter op zeker. En 600 euro vind ik toch net iets te veel geld voor een gsm. En hoe overtuigd ik ook ben van mijn iMac’s, ik laat me niet graag in een hokje duwen.