Door haar klompvoetjes kan Manou niet zo goed snel lopen. En Nina is op motorisch vlak ook niet meteen een groot talent, om nog maar te zwijgen over Flo. Turnen leek mij dus niet meteen iets voor hen. Een beetje te klassiek, prestatiegericht en competitief, dacht ik. Maar in mijn zoektocht naar een nieuwe naschoolse activiteit ontdekte ik toch een paar niet te onderschatten voordelen: er is plaats, Manou en Nina kunnen hetzelfde uur les volgen, het is betaalbaar, vlakbij én we mochten een lesje gratis proefdraaien.
In de gang al werd Nina bijna platgekust door een paar oud-kleuterklasgenootjes. Wat leuk dat Nina ook komt. De les was nog niet begonnen en Nina had dus al beslist: ik wil turnen. Ook Manou kwam een paar vriendinnetjes tegen. Oostakker is op dat vlak toch een beetje een dorp. Je komt overaal dezelfde mensen tegen. Manou is erg lening, en bovendien zo een typisch meisje dat altijd en overal handstand of rad doet. Of ze geen zin had om na het uurtje basisturnen ook nog airtrack te volgen?
Airwat? Ik geef toe dat ik het ook heb moeten googelen. Het airtrackgroepje is kleiner en et niveau ligt dus iets honger. Radslag, overslag, handstand, flikflak en nog van die toestanden. Met blozende wangen zag ik Manou het beste van zichzelf geven. Als ze het leuk vinden kan ik daar moeilijk tegen zijn, nietwaar?
‘Ik wil ook turnen.’ Vorig jaar twijfelde ik nog over volledige schooldagen, laat staan dat ik nagedacht heb over een naschoolse hobby voor onze kleine kapoen. Iedere nieuwe activiteit gaat ook altijd gepaard met een heel gedoe. Dan moet ik de begeleiders briefen over haar epilepsie en over de noodmedicatie. Overbescherming is gemakkelijker, maar ook gevaarlijker. En besloot ik het toch een kans te geven. Tussen ons, ik zag haar niet meteen in de rij lopen of koprollen, letterlijk en figuurlijk. Maar ik kreeg ongelijk want ze deed het geweldig, en met haar stralende glimlach pakte ze de juffen helemaal in.
Woensdag wordt dus turndag voor het hele gezin. Alle hup 😉