Categorie archief: type8

Trots

Als kleuter was Nina bang van water. Het heeft een volledig jaar geduurd voor ze aan de rand van het zwembad durfde te zitten. Ze ging nochtans graag in bad, maar zwemmen dat was anders. Te groot, te koud, te eng.

Vandaag kwam Nina trots thuis met haar diploma van 400 meter. ‘Ik kon nog verder hoor mama’, glunderde ze.

Facebook zal de komende dagen overspoeld worden met tevreden ouders die graag het slaagpercentage van hun kinderen delen. Het is hun gegund, maar zelf zeggen dergelijke cijfers mij eigenlijk niet zo veel. 80 of 90 %, het blijft relatief. 400 meter is voor het ene kind een opwarmertje, voor het ander een topprestatie.

Eigenlijk ben ik altijd trots op mijn kinderen, los van wat ze presteren. Maar het is schoon om ze te zien groeien. 🙂

image1

Reacties

flomia

Overspoeld word ik door reacties, nog steeds. En dat doet me veel plezier. Want natuurlijk twijfelde ik tijdens het schrijven van mijn vorig bericht. Is Flo geen uitzondering, een alleenstaand geval? Of erger: overreageer ik, als bezorgde mama? Maar hoe uniek mijn dochter ook is, ze is duidelijk niet het enige kind dat tussen de mazen van het M-decreetnet valt.

Ik heb alle mails en berichten met veel aandacht gelezen. Veel (te veel) vergelijkbare verhalen, veel steun en ook een paar interessante kritische commentaren. Ik lijst ze voor jullie even kort op:

Een boeiende visie waar regelmatig aan terugdenk, van Hans:

Ik las met aandacht het artikel in de krant en het verdriet me.
Hier staan we voor de steeds terugkerende malaise in ons Vlaams onderwijs en dat is  het gebrek aan informatie. 95 % van de leerkrachten begrijpt de term inclusie niet en interpreteert het M decreet niet juist en dat is jammer.

Er is geen enkel reden om haar kind niet in het gewoon onderwijs te laten verder gaan. Wie dat beweert maakt van de school nog steeds een leerKazerne en geen leerThuis.
Dat betekent een plaats waar kinderen gepusht worden om allen samen op hetzelfde moment dezelfde eindstreep te behalen. Dit kan niet de bedoeling zijn van een leerplek.

Inclusie betekent nu net niet dat je met allerlei middelen een kind op hetzelfde moment aan dezelfde  eindstreep brengt. Ontwikkelingsgericht werken is de kern van inclusie. Het decreet is geen kwestie van besparen maar  een gegeven dat komt uit de rechten van de mens. Er heel wat scholen die met succes kinderen  inclusief opnemen in tegenstelling tot geïntegreerd onderwijs … wat betekent dat je een kind met man en macht door sleuren en trekken  dezelfde eindstreep doet behalen dan de anderen (wat natuurlijk een pijnlijke illusie is).

Hans, ik ben het helemaal met je eens ook al komen we tot een andere eindconclusie. In mijn ideale wereld ontwikkelt ieder kind zich op zijn of haar eigen tempo. Maar deze mooie idealistische theorie staat haaks op ons huidig onderwijsmodel. Leerdoelen per schooljaar is daar het ultieme bewijs van. Ik zie slimme kinderen die goede punten halen zonder enige inspanningen, terwijl anderen  meermaals per week bijles volgen (bij een logopediste) met als enigste doel de goede studenten bij te benen.

Drie jaar geleden haalde mijn oudste dochtertje een onvoldoende voor turnen ondanks een negen voor inzet. Het kind is geboren met klompvoetjes. Ze kan gewoon niet beter. Op de school van de neefjes worden de rapporten nog steeds per rangschikking afgeroepen: Jantje staat op nummer één met 92 %. Applaus. Op nummer twee staat Jonas met 89 % enzovoort. Je zal maar de laatste van de klas zijn … De kloof tussen dergelijk onderwijsklimaat en een leerTHUIS is oneindig groot. Misschien moeten we beginnen met gewone gezonde kinderen op hun tempo te begeleiden. En als dat lukt, kunnen we er misschien denken aan inclusie.

Ook ‘interessant’ was de visie van Alain, hoe pijnlijk ik deze ook vind. Alain zegt luidop wat meer mensen stiekem denken.

Verantwoordelijkheid bij anderen leggen is de gemakkelijkste oplossing, echter de minst duurzame. Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kind, niet de maatschappij/overheid. Ondersteuning van de maatschappij wordt niet langer als gunst, als duw in de rug gezien, maar als een recht.

Wat Flo betreft kunnen we ook kijken hoeveel de overheid reeds meer investeerde in het meisje in vergelijking met leeftijdgenootjes: terugbetaling medische onderzoeken/medicatie epilepsie, terugbetaling therapie in reva, loon gon-leerkracht en clber, de infrastructuur en vorming van deze diensten.

Hoeveel kan/durf je nog vragen aan de overheid?

Alain. Niet alleen hebben wij een heel andere kijk op de maatschappij, en op de zwakkeren en zieken onder ons. Maar ook al kiezen we voor economische efficiëntie, ook dan hebt u ongelijk. Op korte termijn lijkt het M-decreet namelijk een interessante besparing. Op lange termijn vrees ik voor nog veel meer kosten. Stel Flo gaat in september naar het eerste leerjaar, in gewoon onderwijs. Ze kan zich moeilijk concentreren. In de kleuterklas haalt ze het einde van een verhaaltje zelden. Haar aandacht verslapt en ze gaat lopen, voorlopig richting speelhoekjes. Volgend jaar zal ze een volledige dag moet stilzitten. Zonder pessimistisch te willen zijn: twee weken geef ik het. Dan gaat er iemand afhaken: de juf of Flo.

En zelfs al houden ze het langer vol. Kinderen laten aanmodderen in gewoon onderwijs, dat gaat onvermijdelijk wreten aan hun motivatie en eigenwaarde. Net daarom ben ik er van overtuigd dat kinderen best zo snel mogelijk de juiste begeleiding krijgen. Dat kan in theorie ook in gewoon onderwijs maar niet zonder extra middelen. Want elk verloren jaar kost geld. En op lange termijn ben je als maatschappij beter af met gelukkige laaggeschoolden dan ongelukkige ongeschoolden.

Onderwijs is geen gunst Alain, het is een recht ook voor mijn dochter.

In tegenstelling tot wat u schrijft, neem ik dus wel mijn verantwoordelijkheid. Met mijn verhaal steek ik mijn nek uit, voor mijn dochter maar ook voor andere kinderen zoals zij. Omdat het systeem niet op punt staat, en ik als belastingbetaler daar ook inspraak in heb. Omdat we nu een lek verdoezelen waarvan iedereen op voorhand weet dat het binnen enkele jaren opnieuw zal lekken maar dan met extra waterschade.

Natuurlijk had ik liever drie gezonde kinderen gehad. Ik eet gezond, rook niet en heb alle mogelijk prenatale tests ondergaan. Willen of niet: kinderen zoals Flo zullen er altijd zijn. Hen goed begeleiden is niet alleen onze morele plicht, het is ook de beste investering voor later.

Ook aandoenlijk waren de briefjes van enkele BUSO leerlingen.

Beste mevrouw,

Ik begrijp het zelf niet waarom Flo niet naar BLO mag gaan. In het gewoon onderwijs
kunnen ze niet zo goed voor ons zorgen. Met vriendelijk groeten A.

Dag mevrouw,
Ik vind het eigenlijk niet zo goed dat Flo in het gewoon onderwijs zit.
Ik heb zelf in het gewoon gezeten en weet hoe zwaar het is
als alles te moeilijk is. Dat is niet leuk. Groetjes K.

Beste,

Ik ben Z. en ik zit ook in het buitengewoon onderwijs. Ik heb het verhaal van uw dochter Flo gelezen in de klas samen met de kinderen van mijn klas en ik geef u geen ongelijk. Flo heeft recht op buitengewoon onderwijs net zoals iedereen met een beperking. Hier zijn kleinere klassen en kunnen wij overdag op therapie. Uw kind is heel speciaal op haar manier. Wij steunen u.

Buitengewoon onderwijs is helaas nog vaak de beste optie

Zegt nog eens haar gedacht over dat nieuwe M-decreet, in de krant van vandaag 😉

Toen enkele jaren geleden bleek dat mijn dochtertje Nina iets minder snel leerde dan haar leeftijdsgenootjes, was dat even slikken. Niemand ziet zijn kind graag sukkelen. Geen enkele ouder stuurt zijn kind met plezier naar het buitengewoon onderwijs, het BLO van vroeger. En toch kozen we, tegen het advies van het CLB in, voor type 8-onderwijs. Je uiterste best doen om (in het beste geval) met de hakken over de sloot te geraken, ik wou het haar niet aandoen. Schoolmoeheid leek ons een te groot risico.

‘Waarom zou je het niet gewoon proberen? Je kan toch altijd nog naar het buitengewoon afzakken?’ Buitenstaanders begrijpen het vaak niet. Kiezen voor geluk in plaats van voor prestatie, het is een beetje tegen de tijdgeest. Nina leert nu met veel plezier lezen en schrijven, samen met zeven andere ‘specialekes’. Ze gaat buiten-gewoon graag naar school en blinkt van zelfvertrouwen.

‘Alleen als het gewoon onderwijs meer rekening houdt met gehandicapte kinderen, zullen die kinderen minder nood hebben aan buitengewoon onderwijs’, schrijft Gauthier De Beco in de krant (DS 3 september). En, zo is hij overtuigd, ‘bij voldoende middelen, volgt de rest wel vanzelf’. En net daar wringt het schoentje.

Inclusie is ook in mijn ideale wereld de enige juiste keuze. Maar binnen ons huidig onderwijssysteem houd ik toch mijn hart vast. Veel gewone scholen hebben totaal geen idee van wat hen te wachten staat volgend jaar, als het M-decreet van kracht wordt. Dat bepaalt dat kinderen met een beperking in theorie ‘recht’ hebben op gewoon onderwijs. Het is een mooi en ambitieus ideaal, maar over de concrete uitwerking is nauwelijks nagedacht. Want de ene beperking is de andere niet. Slechthorende kinderen vragen een geheel andere aanpak dan iemand met dyslexie of autisme. En die kennis leer je niet op in één infoavond. Inclusie begint eigenlijk al in de opleiding van de leerkracht.

En van veel extra middelen voor de gewone scholen is er voorlopig ook geen sprake, integendeel. Scholen kampen nu al met financiële problemen. Geld voor kleinere klassen, aangepast didactisch materiaal en infrastructuur is er gewoon niet. En met een deeltijdse zorgjuf en een rolstoelvriendelijk toilet gaan we er niet geraken. Erger nog: het M-decreet heeft veel weg van een besparing op het buitengewoon onderwijs: hoe minder kinderen erheen trekken, hoe beter, lijkt het wel.

Echte inclusie vraagt veel extra begeleiding, veel extra materiaal en dus ook veel extra geld. Zonder al die zaken zullen die zogenaamde ‘aangepaste leerdoelen’ gewoon synoniem staan voor ‘de lat lager leggen’. Onderwijs heeft niet als doel om kinderen bezig te houden, maar wel om ze te laten groeien, elk binnen de eigen mogelijkheden. Kinderen met extra zorgnoden dumpen in gewone klassen, dat is geen inclusie. Je hoeft geen pedagoog te zijn om te voorspellen wat er allemaal kan misgaan: pestgedrag en schoolmoeheid met een totaal afhaken als gevolg. En wat dan?

Moesten we beginnen met gewone leerlingen op gewone scholen ook daar daadwerkelijk op te vangen, in plaats van ze massaal door te sturen naar logopedisten en andere naschoolse therapie. En pas dan kunnen we misschien beginnen praten over de echte inclusie van zorgkinderen.

schoolfeestninax-24-van-24

Schoolfeest

schoolfeestninax (24 van 24) schoolfeestninax (17 van 24) schoolfeestninax (14 van 24) schoolfeestninax (13 van 24) schoolfeestninax (11 van 24) schoolfeestninax (2 van 24)

Heel soms maak ik me zorgen om het M-decreet, om de toekomst in het algemeen. Gaat mijn kleine gevoelige Nina haar weg vinden in deze prestatiemaatschappij?  En wat gaat er worden van al die kinderen die net iets anders zijn?

Maar dan is het schoolfeest, in Salvator. Dan zie ik ze spelen, lachen en dansen. Buitenstaanders mogen denken wat ze willen. Critici zal je altijd hebben. Misschien wordt het niet gemakkelijk, maar mijn gevoel zegt toch: het komt goed.

(En nog eens super bedankt aan alle sponsors, voor de tombola. )

Afscheid

Volgende week is het zover; dan nemen mijn meisjes afscheid van hun juf. En omdat wij dit jaar maar liefst drie keer met ons gat in de boter zijn gevallen, werk ik aan leuke afscheidsgeschenkjes.

Veel juffen zitten niet te wachten op nog een koffiemok. Dat lesgeven toch gewoon hun job is, en dat niet iedereen een cadeau kan betalen besef ik ook. Toch blijft dat afscheid een bijzonder moment. Mijn meisjes vragen veel extra zorgen. Een extra bedanking is het minste wat ik maar vooral mijn kinderen kunnen doen.

De vraag blijft: wat geven we de juf? Te dure geschenken zijn nergens goed voor. Iets zelfgemaakt is leuker, al vind ik Flo’s tekening, of de ruwe strepen op papier, misschien een beetje zwak.

Wat hebben we de voorbije jaren al gedaan?

Een Pinterest-inspiratieboekje:

inspiratieboekje-1-of-1

Snoep:

inspiratieboekje-1-of-1-2

Bloemen (echt en van papier):

bedankt-1-of-1-2geschenkjejuf-1-van-1-4

Nog leuke ideetjes: zelfgemaakte tissuedoos, zelfgemaakte pennenzak (maar veel zin om te naaien heb ik niet),  confituur of iets uit de keuken, een plantje (bedankt dat je me liet groeien), enzovoort.

Waar ik dit jaar aan werk:

Een rapport voor de juf:

IMG_20140619_134254

Op Manous verjaardagsfeestje zijn we begonnen aan een vriendschapsboekje van alle leerlingen, maar dat is nog ver van af.

En verder ben ik nog een beetje zoekend: niet te duur, niet te moeilijk, niet te tijdrovend.

Tips zijn dus nog altijd welkom. 🙂

Go Belgium

image

Deze ochtend hadden we geen fluovestjes nodig :-). We vielen vanzelf op.

Nina’s directrice had gezegd: als België wint, mag iedereen als duiveltje naar school komen. Bobs rode duivels T-shirt werd met een ceintuur omgebouwd tot een kinderkleedje, met nogal grote decolleté. In haar boekentas verdween een berg supportersbrol.

Zelf heb ik niet zo veel met voetbal. Maar ik hou wel van de WK-gekte. Ook al is het een beetje oppervlakkig, de duivels zorgen toch voor een geweldig samenhorigheidsgevoel. Rijk en arm, oud en jong, mannen en vrouwen: iedereen gaat er in op.

Geen maand geleden stemde één op drie Vlaams; nu dwepen we collectief met de Belgische driekleuren.  Il faut le faire. 🙂

Go Belgium go of vive la Belgique (vive le roi 😉

image

Buiten-gewoon

Inclusie, wie kan daar nu niet voor zijn?

Toen enkele jaren geleden bleek dat Nina iets minder snel leerde dan haar leeftijdsgenootjes was dat even slikken. Niemand ziet zijn kind graag sukkelen. Geen ouder stuurt zijn dochter (of zoon) met plezier naar Buitengewoon Onderwijs, het BLO van vroeger.

En toch kozen we, tegen het advies van het CLB in, voor type 8-onderwijs. Je uiterste best doen om (in het beste geval) op de valreep met de hakken over de sloot te geraken, ik wou het haar niet aandoen. Schoolmoeheid leek ons een te groot risico.

‘Waarom zou je het niet gewoon proberen? Je kan toch altijd zakken?’ Buitenstaanders begrijpen het vaak niet. Kiezen voor geluk in plaats van voor prestatie, het is een beetje tegen de tijdsgeest.

Nina leert nu met veel plezier lezen en schrijven, samen met zeven andere ‘specialekes’. Ze gaat buiten-gewoon graag naar school, en blinkt van zelfvertrouwen. En net nu wij meer dan volledig overtuigd zijn, is er daar het nieuwe M-decreet.

Kinderen met een IQ van boven de 60 zullen vanaf volgend schooljaar opnieuw in gewoon onderwijs terecht kunnen (en moeten).  Inclusie, dat klinkt goed en zou bovendien veel goedkoper uitvallen. Wie kan daar nu tegen zijn?

Tja. In theorie klinkt het allemaal mooi. In de praktijk hou ik mijn hart vast. Veel gewone scholen hebben totaal geen gedacht van wat hen te wachten staat. Alsof je zonder enige zwemervaring plots van de boot wordt geduwd. Het zwemmen of verzuipen. Sommige scholen en bepaalde leerkrachten zullen, met veel goede wil en energie, er wel in slagen om het hoofd boven te houden. Toch denk ik dat de meeste vroeg of laat kopje onder gaan.

Je hoeft geen pedagoog te zijn om te voorspellen wat er kan mislopen: pestgedrag en/of schoolmoeheid, waardoor kinderen uiteindelijk helemaal gaan afhaken, of uiteindelijk gebroken toch afzakken naar buitengewoon onderwijs.

En dan?

Vorig jaar hebben we geweigerd om het ‘eens te proberen’. Kinderen zijn geen experiment. Zelfvertrouwen en eigenwaarde zijn daar te kostbaar en te broos voor. Wij volwassenen zouden op zijn minst moeten proberen om de juiste keuze te maken. In mijn ideale wereld is  inclusie mogelijks wel de juiste keuze. Maar zonder extra opleiding, extra middelen en extra begeleiding zie ik het voorlopig toch niet goedkomen ….

Over het onderwerp: interessant brief van een andere mama, en natuurlijk ook de reportage van Koppen: meer dan de moeite waard.

 

Trots

Geen enkele ouder kiest graag voor buitengewoon onderwijs. Maar na een half jaar durf ik nu toch luidop te zeggen dat de overstap naar type 8 zowel voor Nina als voor ons een topbeslissing was.

* Iedere week krijgt ze een rapport, met punten zowel op haar gedrag als op haar prestaties. Nina doet het over de hele lijn goed. Wel grappig is dat ze voor haar gedrag in de eetzaal topscores haalt, terwijl ze thuis eerder een lastige eter is.

* ‘Mama? Wanneer ga je mij eens eerst op school afzetten ? Dan kan ik een beetje langer in de opvang blijven.’ Iedere dag vertrekt ze met een grote glimlach en een boekentas vol enthousiasme naar school. En ook al is het niet altijd gemakkelijk, haar motivatie maakt veel goed. ‘Mama? Wanneer gaan we nog eens samen lezen?’ En dat vraagt ze niet alleen ’s avonds maar ook aan tafel tijdens de ochtendspits (* geeuw * ).

* ‘Straks is het oudercontact. Dan heeft mama een gesprekje met jouw juf.’ Ze kijkt me lachend aan. ‘Het zal wel goed zijn hoor. ‘ Aan zelfvertrouwen geen tekort, en de juf was inderdaad heel enthousiast. De wetenschap dat Nina op haar plaats zit zorgt voor een geweldige gemoedsrust.

* Ik probeer mezelf te beschermen tegen initiatieven als oudercomités. Een dag telt nu eenmaal maar vierentwintig uur. Maar ik was nieuwsgierig, en er waren erg weinig kandidaten. En dus besloot ik ‘even’ een handje toe te steken tijdens het Vlammetjesschoolfeest. Driehonderd pannenkoeken warmen, moeilijk is dat niet.

Ik kwam terecht in een heel leuk team, terwijl Nina buiten heerlijk speelde. De rest van ons gezin werd moe, en kreeg koud. Nina en ik bleven nog ‘even’ hangen. Het werd halftien en ik vond mijn tengere fragiele gevoelige dochter nauwelijks nog terug op de donkere speelplaats. ‘Gaan we nu al naar huis?’ Moeder en dochter voelen zich duidelijk helemaal thuis op Salvator 😉

* Net nu ik helemaal overtuigd ben geraakt van buitengewoon onderwijs, willen ze type 8 afschaffen en opnieuw kiezen voor inclusie. Inclusie klinkt tof, zeker voor ouders. Of het voor de kinderen zelf ook zo leuk en gezellig is, hangt grotendeels af van de leerkrachten maar ook van de beschikbare middelen (en net daar wringt het schoentje, toch? ).

* Als mama ben ik trots op al mijn kinderen, niet om wat ze doen maar gewoon om wie ze zijn. Op Nina ben ik extra trots. Omdat ze ondanks haar achterstand toch zo dapper, vrolijk en vol levenslust geniet van het leven. Daar kunnen velen nog iets van leren 🙂

nina

Piraat

piraat (1 van 1)

Nina stickert al een kleine eeuwigheid. En zolang haar oogje vooruit gaat,  blijven we het doen.

Maar … leuk vind ze het al lang niet meer. We hebben alle mogelijke designs geprobeerd, zelfs die voor jongetjes.  De plakkers aftrekken doet pijn, zegt ze. Bovendien ziet ze een stuk minder goed door haar luie oogje. Om goed te kunnen volgen in de klas heeft Nina beide exemplaren nodig, aldus haar juffrouw.  Ook fietsen of rennen met één oog bleek, na ettelijke builen, duidelijk geen goed idee. En ’s nachts hebben die dingen natuurlijk geen zin.

Maar nu heb ik een mega oplossing gevonden, een gouden tip voor ouders met hetzelfde probleem: het herbruikbare ooglapje, of the M’eye patch. Gewoon over het brilletje schuiven en klaar is kees. Voor een belangrijke les, een fietsrit, zwem- of turnles, bergt ze haar lapje gewoon op. Dat is minder pijnlijk, goedkoper én ecologische. Dat ik ze na meer dan een jaar toevallig online moest ontdekken is zonde.

Ik bestelde meteen een lieveheersbeestje- en vlinderlapje; en zowel Nina als de juf zijn razend enthousiast.

Feestje

Nina is donderdag jarig, en dat vieren we. Een eigen feestje, daar kijken mijn meisjes naar uit. En omdat Nina voorlopig maar zes klasgenootjes telt, kon ik gemakkelijk iedereen uitnodigen. Dat zou die prille vriendschappen bovendien een duwtje in de rug geven, dacht ik.

‘In type acht onderwijs zitten wel veel speciale kinderen hoor.’ Buitenstaanders lijken te vergeten dat mijn dochter daar ook naar school gaat, en dus ook ‘zo een specialeke’ is. Maar geen probleem, ik ben zo goed als gespecialiseerd in specialekes. 🙂 Meer nog: ik heb de voorbije jaren bijna geen volkomen normale mensen meer tegengekomen, zeker geen volwassenen 😉

Het probleem zit hem in de perceptie, in het onbekende, in het wij- en zijgevoel. Een leerkracht van buitengewoon onderwijs vertelde me ooit hoe ouders hem aanspraken over de gemengde speelplaats, en hoe erg ze het vonden dat hun kind nu moest omgaan met die gehandicapten. Alle kinderen in buitengewoon onderwijs hebben extra zorg nodig. De ene handicap is heus niet superieur dan de andere. Het is een beetje zoals racistische Marokkanen, het slaat echt nergens op.

De meeste klasgenootjes heb ik al ontmoet op de speelplaats en het zien allemaal erg leuke kinderen uit. Ik kijk er naar uit om ze morgen echt te leren kennen.